abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
pi_78438165
Oke brontosaurussen.

1. Write a Matlab program that estimates p using the fixed point iteration with g(x)=x - f(x). The resulting program is called program I.

Voor deze vraag heeft men het over een vaste punt probleem. Er wordt een korte intro gegeven op de Newton-Raphson methode.

Met f(x) = x + ex , has a zero at p for some p in the interval [-2,0]. You are asked to give an estimate p* of p with a tolerance tol, i.e. etc. etc.
In fact, recent observations and simulations have suggested that a network of cosmic strings stretches across the entire universe.
  donderdag 25 februari 2010 @ 15:27:28 #252
147503 Iblis
aequat omnis cinis
pi_78439007
Een vaste punt probleem is een probleem waarbij je een waarde telkens verfijnt. Dus stel je wilt wortel 3 uitrekenen, dan convergeert dit programma van 3 → 1.5 → 1.75 → 1.70 → 1.725 → 1.735 → 1.732 → 1.7325 en dan kap je b.v. omdat de laatste verandering kleiner dan 0.001 is en dat je ‘tol’ is.

Je moet dus een soort lus bouwen die de waarde verfijnt totdat je de juist hebt. Het kan instructief zijn om met de hand een paar slagen van een Newton-Rapson met de hand uit te werken of op Wikipedia te lezen: Newton's method
Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.
pi_78439183
Dat vorige is ons trouwens nog steeds niet gelukt. Kun je ons misschien een handje in de juiste richting helpen door toch een stukje van die code te tikken>?
In fact, recent observations and simulations have suggested that a network of cosmic strings stretches across the entire universe.
  donderdag 25 februari 2010 @ 15:38:15 #254
147503 Iblis
aequat omnis cinis
pi_78439382
quote:
Op donderdag 25 februari 2010 15:31 schreef Burakius het volgende:
Dat vorige is ons trouwens nog steeds niet gelukt. Kun je ons misschien een handje in de juiste richting helpen door toch een stukje van die code te tikken>?
Wat is jouw code nu? En wat gaat er niet goed met het omzetten van de pseudo-code die ik gaf?
Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.
pi_78439909
We hebben niet eens een begin van een code. Het omzetten etc. lukt ons al niet.
In fact, recent observations and simulations have suggested that a network of cosmic strings stretches across the entire universe.
  donderdag 25 februari 2010 @ 15:59:11 #256
147503 Iblis
aequat omnis cinis
pi_78440139
quote:
Op donderdag 25 februari 2010 15:53 schreef Burakius het volgende:
We hebben niet eens een begin van een code. Het omzetten etc. lukt ons al niet.
Dan kan ik het wel voorkauwen maar dan begrijp je er gewoon niets van. En dat is niet als belediging bedoeld, maar een constatering. In deze post heb ik het zo goed mogelijk uitgelegd, en als je het dan niet snapt, dan weet ik zo ook niet iets beters.

Ik vermoed dat je überhaupt weinig programmeerervaring hebt?

Als je dat concept niet goed snapt van het vorige programma moet je niet aan deze Newton-Rapson iteratie beginnen, want die bouwt er op voort. Je moet echt zorgen dat je het vorige onder de knie hebt. Misschien dat iemand nog een goede tutorial weet die je programmeren in Matlab leert, zodat je die online kunt volgen.
Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.
pi_78442473
Ik heb een schakeling en ik vroeg me af hoe ik nu de spanning kon berekenen tussen de rode lijnen. Dus als ik op die plaatsen een snoertje in de schakeling zou zetten.

De schakeling bestaat uit 2 spanningsbronnen van beide 100V. Met R1= 10, R2=100. R3=1.
De bronnen staan verticaal opgesteld in de schakeling. Dus de bovenste - en de onderste + horen bijelkaar en de bovenste + en de onderste -.

pi_78469125
quote:
Op donderdag 25 februari 2010 16:54 schreef Luciano23 het volgende:
Ik heb een schakeling en ik vroeg me af hoe ik nu de spanning kon berekenen tussen de rode lijnen. Dus als ik op die plaatsen een snoertje in de schakeling zou zetten.

De schakeling bestaat uit 2 spanningsbronnen van beide 100V. Met R1= 10, R2=100. R3=1.
De bronnen staan verticaal opgesteld in de schakeling. Dus de bovenste - en de onderste + horen bijelkaar en de bovenste + en de onderste -.

[ afbeelding ]
Ik ben niet echt een expert, maar ik denk dat ik het weet:

Begin met de polen onderin op 0V te stellen (je mag voltages schalen zoals je wilt, alleen voltageverschillen zijn belangrijk). Dan is de pool linksboven -100V en die rechtsboven +100V. Alle draden die aan een pool verbonden zijn nemen uiteraard de spanning van de pool aan.

Nu is er nog 1 onbekende spanning: die tussen de twee R2's en de R3:
1
2
3
4
5
-100V --- R2 --- ? V --- R2 --- 100V
                  |
                  R3
                  |
                  0V

Als je naar de stroom van links naar rechts kijkt (door de R2's) zie je dat de spanning tussen hen ergens moet uitkomen tussen -100V en 100V. Omdat het probleem volledig symmetrisch is zie ik geen reden waarom die spanning een voorkeur zou hebben om dichter bij de waarde links dan de waarde rechts te liggen. Wat als optie overblijft is dan 0V, het gemiddelde tussen de twee.


Als je het rigoureuzer wilt doen kun je ook de polen die bij elkaar horen met elkaar verbinden in je tekening en ze als spanningsbron tekenen, om vervolgens met de Wetten van Kirchhoff een aantal vergelijkingen op te stellen die je dan kunt oplossen.
Op dinsdag 23 augustus 2011 23:18 schreef problematiQue het volgende:
Mensen die zomaar claimen dat A beter is dan B moet je gewoon negeren. Internetruis.
pi_78522581
Bedankt voor je reactie.
Echter volgens mij klopt het niet helemaal want ik meet een spanning van 1V?
pi_78522740
quote:
Op zaterdag 27 februari 2010 16:22 schreef Luciano23 het volgende:
Bedankt voor je reactie.
Echter volgens mij klopt het niet helemaal want ik meet een spanning van 1V?
Heb je er wel eens aan gedacht dat die weerstanden altijd een zekere tolerantie hebben?
pi_78527661
Meet inderdaad die weerstanden eens door als dat mogelijk is. 1V is maar een klein verschil met 0V als je van 100V komt.
Op dinsdag 23 augustus 2011 23:18 schreef problematiQue het volgende:
Mensen die zomaar claimen dat A beter is dan B moet je gewoon negeren. Internetruis.
pi_78590092
als je de trillingstijd van een veer weet bij verschillende gewichtjes, hoe kun je hieruit dan de veerconstante berekenen?
pi_78591163
quote:
Op maandag 1 maart 2010 14:14 schreef poesemuis het volgende:
als je de trillingstijd van een veer weet bij verschillende gewichtjes, hoe kun je hieruit dan de veerconstante berekenen?
pi_78594207
als je de trillingstijd van een veer uitzet tegen de massa (gewichtje dat eraan hangt) op ruitjespapier krijg je geen rechte lijn, weet iemand wat ik uit moet zetten tegen de massa om wel een rechte te krijgen? alvast bedankt
pi_78594432
quote:
Op maandag 1 maart 2010 15:53 schreef poesemuis het volgende:
als je de trillingstijd van een veer uitzet tegen de massa (gewichtje dat eraan hangt) op ruitjespapier krijg je geen rechte lijn, weet iemand wat ik uit moet zetten tegen de massa om wel een rechte te krijgen? alvast bedankt
Wat dacht je van het gebruik van een logaritmische schaal?
pi_78594901
quote:
Op maandag 1 maart 2010 15:59 schreef Riparius het volgende:

[..]

Wat dacht je van het gebruik van een logaritmische schaal?
is het dan zoiets als log trillingstijd uitgezet tegen log massa?

[ Bericht 17% gewijzigd door poesemuis op 01-03-2010 16:17:21 ]
pi_78595456
quote:
Op maandag 1 maart 2010 16:10 schreef poesemuis het volgende:

[..]

is het dan zoiets als log trillingstijd uitgezet tegen log massa?
Je hebt:

T = 2π√(m/C)

En dus:

log T = log(2π) + ½∙log m - ½∙log C

Zoals je ziet moet er dus een lineair verband zijn tussen log T en log m, dus als je die twee tegen elkaar uitzet bij je experiment, dan moeten de meetpunten op een rechte lijn komen te liggen. Gebruik hiervoor dubbellogaritmisch grafiekenpapier.
pi_78596129
quote:
Op maandag 1 maart 2010 16:23 schreef Riparius het volgende:

[..]

Je hebt:

T = 2π√(m/C)

En dus:

log T = log(2π) + ½∙log m - ½∙log C

Zoals je ziet moet er dus een lineair verband zijn tussen log T en log m, dus als je die twee tegen elkaar uitzet bij je experiment, dan moeten de meetpunten op een rechte lijn komen te liggen. Gebruik hiervoor dubbellogaritmisch grafiekenpapier.
Oke, er is dus een rechte lijn op dubbellogaritmisch papier als je log T tegen log m uitzet. Maar is er ook iets wat je tegen m kunt uitzetten om ook op ruitjespapier een rechte te krijgen? Of is het dan gewoon hetzelfde en moet je maar heel erg je best doen om goede assen te krijgen.
pi_78596181
misschien T^2 tegen de m uitzetten?
pi_78596958
quote:
Op maandag 1 maart 2010 16:39 schreef poesemuis het volgende:
misschien T^2 tegen de m uitzetten?
Dat is zeker ook een mogelijkheid.
  maandag 1 maart 2010 @ 21:40:46 #271
235513 Pencile
Dame in de dop
pi_78611365
Moet morgen scheikunde practicum doen voor een cijfer, o.a. een titratie.

Nu kan ik mij vaag herrinderen dat je van te voren kon bepalen hoeveel van de stof in de buret je ongeveer nodig hebt, zodat je in het begin snel kan en op het einde langzaam.
Hellaas ben ik het vergeten , kan iemand mijn geheugen opfrissen?
pi_78612957


Het antwoordenmodel geeft als antwoord:

A (Persoon 8 is niet kleurenblind en heeft dus als genotype XKY. Dochter 9 erft het dominante allel XK van haar vader.)

Nou klopt dit wel, maar waarom neemt het boek aan dat persoon 8 een man is is (en dus XY is?)? Als persoon 8 een vrouw is en 7 een man, dan is 9 een jongetje, en dan is er een andere kansverdeling.
pi_78613395
quote:
Op maandag 1 maart 2010 22:04 schreef Warren het volgende:
[ afbeelding ]

Het antwoordenmodel geeft als antwoord:

A (Persoon 8 is niet kleurenblind en heeft dus als genotype XKY. Dochter 9 erft het dominante allel XK van haar vader.)

Nou klopt dit wel, maar waarom neemt het boek aan dat persoon 8 een man is is (en dus XY is?)? Als persoon 8 een vrouw is en 7 een man, dan is 9 een jongetje, en dan is er een andere kansverdeling.
Mannen zijn vierkant, vrouwen rond .
pi_78621479
quote:
Op maandag 1 maart 2010 21:40 schreef Pencile het volgende:
Moet morgen scheikunde practicum doen voor een cijfer, o.a. een titratie.

Nu kan ik mij vaag herrinderen dat je van te voren kon bepalen hoeveel van de stof in de buret je ongeveer nodig hebt, zodat je in het begin snel kan en op het einde langzaam.
Hellaas ben ik het vergeten , kan iemand mijn geheugen opfrissen?
De te titreren stof is meestal rond de 0,1M, dus je kan adhv je standaardstof berekenen hoeveel je ongeveer gaat moeten toevoegen. Dit kan je doen aan de hand van normaliteiten, of gewoon op 't zicht; bv. een alkalihydroxidebase zal steeds 1:1 reageren met azijnzuur, 2:1 met H2SO4 (je moet beide protonen vervangen immers).

Ik deed meestal gewoon een snelle eerste titratie en zie waar de omslag ligt, en vervolgens nog 3x om de omslag precies te bepalen.
Hou er rekening mee dat wanneer je snel veel protonen aan een sterke oxidator zoals KMnO4 toevoegt, je MnO2 kan krijgen, waardoor de oxidatie (reductie) niet volledig gebeurt.
pi_78644927
Ok, nog een genetica vraagje.



Antwoordmodel zegt: D. (Het genotype van beide zwarte honden is EeFf.)

Maar moet dit niet E zijn? Bij een EeFf krijg je toch een verdeling van 9:3:3:1... zie mijn tabel. Heb ik gelijk of niet?



Alvast bedankt.

[ Bericht 2% gewijzigd door Warren op 02-03-2010 18:09:54 ]
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')