29
Bloed is een rare vloeistof. Als olie, of vet. Dat is mijn eerste reactie als je bloed over me heenvloeit. Warm, ook. Het is de donkerste nacht ooit. Het was wachten tot ze hun wapens zouden pakken en aanvielen. Het begon in Oost, maar dat wist ik niet. Het is raar dat ik hier nu al zo lang ben en nog steeds leef, terwijl jij al dood bent. Hebben ze me gemist?
Elke keer als ik probeer op te staan drukt je gewicht tegen en ik wil je niet loslaten, dus blijf ik liggen. Schoten gaan achter me af. Het is vreemd dat jij nu weg bent. Je was altijd de linkse. We schreeuwden soms in de keuken tegen elkaar, tegen de TV. Maar ze kozen jou. Gisteren was die moslim nog op TV, "er zijn geen onschuldigen" en jij was het met hem eens. Je was zeker niet onschuldig in bed, in de plannen die we samen hadden.
Je wou plastische chirurgie. Je neus. Want mensen namen je niet serieus. Ik zag het nooit, nu ook niet. Rode druppels vormen zich er op, maar hij blijft mooi. Ik verlies mijn verstand. Je wou afvallen. Ik zei nee, wat weeg je nu? Tachtig, zeventig kilo ligt op me? Niet abnormaal. Maar het drukt op me. Ik zei altijd nee tegen de plastische chirurgie omdat ik geen vrouw wou die me rook met een neppe neus, die mij verleide me neppe borsten, die me aankeek met een nep voorhoofd.
Je bloed komt door mijn kleren heen, nog steeds lauwwarm. Ik zou je kunnen kussen als je er nog was. Het is een rare gedachte dat we samen konden blijven als je been er gewoon afgeschoten was, maar doordat ze net dat ene stukje hebben geraakt ben je er niet meer. Ik weet dat het slecht is, maar ik denk toch aan een volgende vrouw. Jij bent er immers niet meer. Ik moet verder. Kinderen?
Drie (vier?) jaar terug stonden we in de Studio 80, jij met die hakken waar je zo van hield, waardoor je langer leek dan ik. Ik haatte ze. Het was alsof je specifiek mij wilde vernederen, maar elke avond belanden we toch weer in hetzelfde bed, en voelde het weer alsof ik je had verslagen. Dan kuste ik je navel, en likte ik verder. Je moest giechelen, maar ik wist dat je het geil vond.
Een fotograaf komt langs, richt zijn camera op me. Bloed verdient, ik weet het. Maar het gaat om jou. Jij bent er niet meer. Neem haar! Ik probeer het duidelijk te maken, maar je weegt op me. Ik roep, maar adem is alles wat er uit me komt. Ik pak je losse en verrassend zware armen en beweeg ze naar mijn gezicht. Je kijkt me aan, één oog half open, maar ik weet dat je het grappig had gevonden als je hier nog was. 'Lach dan', huil ik, maar de fotograaf hoort alleen maar 'Dag dag!', en langzaam trekt de kou in je.
O+ Audrey O+ (en, in iets mindere mate, O+ Gene Tierney O+)