Op maandag 19 oktober 2009 15:03 schreef Iblis het volgende:Als je die Taylor-polynomen uitschrijft, dan moet je op een gegeven moment stoppen, immers je kunt wel blijven schrijfen. Om nu toch wat te zeggen over de termen die je weglaat gebruik je de Grote-O-notatie. Praktisch gezien komt die erop neer dat deze de vorm
O(
xn) heeft waarbij
O(
xn) de
x-macht is in de eerste term die je weglaat. Zou je b.v.
ex verder expanderen, dan krijg je als volgende term
x3/6. In die grote-O-notatie laat je de constanten echter weg.
M.a.w. als de eerste term die je weglaat
c·
xn is, dan krijg je +
O(
xn). Dit is niet echt een truc, want die
O heeft wel zeker betekenis.
Die is als volgt, als men zegt:
[
afbeelding ]
dan zegt men dat voor voldoende grote waarden van
x f(
x) kleiner of gelijk is aan
g(
x) maal een positieve constante
c. M.a.w.:
[
afbeelding ]
Het is voor voldoende grote
x, omdat het ‘in het begin’ niet hoeft te gelden, een functie kan best rond 0 b.v. (heel veel) groter zijn dan g(x), als richting oneindig dit gedrag maar klopt.
Laten we nu nog eens naar de machtreeks van
ex rond 0 kijken:
[
afbeelding ]
Met
O-notatie, afgebroken na de 4e term wordt dit b.v.:
[
afbeelding ]
Dit geeft aan dat wat ik weglaat richting oneindig kleiner of gelijk is dan
c·
x4 voor een zekere positieve
c. Nu, dat klopt natuurlijk, kies b.v.
c = \
frac{1}{24} (je vermeldt het doorgaans niet echter welke
c het is). Maar, nu zeg je misschien, en wat dan nog, ik zou toch ook hebben kunnen schrijven:
O(
x10)? Want voor
c = 1/10! klopt dat ook zeker weten.
En dat klopt, die
O-notatie is ‘een ruwe schatting’. Daarom vertelt deze niet altijd bijster veel over het gedrag van je functie. Gebruik is echter om een ‘zo strak mogelijke’ grens te trekken, en dat is in dit geval
x4.
Merk op dat verder als je meerdere
O-termen hebt, b.v.
O(
x4) +
O(
x6), je de grotere weg kunt halen – immers, als
O(
x4) geldt dan zeker ook
O(
x6).