Interviewtje van het Nieuwsblad met Zdenek Stybar:
quote:
'Als je de perfecte kerstboom wil, wordt het nooit een mooie'
Zdenek Stybar: de enige buitenlander die de Belgen kan kloppen
Zdenek Stybar is een moeilijke. Enerzijds houdt hij van België, en houdt België dus van hem. Anderzijds is hij het Grote Buitenlandse Gevaar dat eind januari de nationale winterfeestdag kan verpesten. 'Ach, dat WK. Stom dat ik daar in een Tsjechische trui moet rijden.' Bert Heyvaert
'Het was het meest emotionele moment tot nu toe in mijn carrière. Zo'n... krachtig gevoel. In de laatste ronde verloor ik nog 25 seconden van mijn voorsprong omdat ik zo hard genoot. Het gejuich, het applaus, het kiekefel op mijn armen. Incredible. Ik hoop dat ik zoiets ooit nog eens mag meemaken.'
We schrijven Kalmthout 2007. Een Tsjechische broekje (21) rijdt na twee ronden fluitend weg bij gratie van het peloton. Nys zit klem in het Fidea-blok, de voorsprong klimt al snel boven de minuut. Het broekje rijdt dan pas zijn eerste Wereldbekerwedstrijd bij de profs, in het dorp waar hij woont dan nog. En hij wint. Zelfs nu, twee jaar en twee maanden later, droomt Zdenek Stybar nog altijd weg als hij eraan denkt. Nochtans ontgroeide hij ondertussen het broekjesbestaan. Twee keer WK-zilver, twee nationale titels en zes topcrossen kwamen er sindsdien bij. En in Koksijde en Igorre, de laatste twee Wereldbekers, legde hij Nys en Albert simpel over de knie.
Sven Nys was in Koksijde onder de indruk van je koersinzicht. 'Ik herken veel van mezelf in hem', zei hij.
'Leuk om te horen. Maar Sven staat nog altijd een eind boven mij. Hij is nog altijd de beste van ons allemaal. Ook al won hij er dit jaar nog niet zoveel als Albert, hij heeft nog altijd het sterkste hoofd en de beste basisconditie. En de meeste supporters.'
'Weet je: vorige week dronk ik met hem een koffie op Mallorca. Gewoon, rustig praatje na de training. Plots dacht ik aan enkele jaren terug, toen ik nog met grote ogen naar de tv zat te staren: Wow! Nys! Wat een coureur! Dat niveau haal ik nooit, dacht ik toen. Nu gaan we elk weekend schouder aan schouder de bocht in. We zijn concurrenten nu, dus een idool kan hij niet meer zijn. Maar het respect is wel gebleven.'
'Stybar steelt met zijn ogen van mij', zegt Nys.
(knikt) 'Sven is als de skileraar. Als hij voorop rijdt, wil ik net achter hem zitten om te zien hoe hij het doet. Dan leer je het meest.'
Is het niet vreemd dat Nys jou als zijn opvolger bestempelt, en niet Albert?
(grinnikt) 'Het zijn zijn woorden, voor uitleg moet je bij hem zijn. Trouwens, zo'n uitspraak maakt mijn carrière niet. Ik wil niet dat iedereen me met complimentjes overlaadt omdat Nys zoiets zegt. Neen, ik wil het respect en de prijzen zelf verdienen. Ik wil ervoor werken. Dat heb ik mee uit mijn jeugd. Toen ik begon met koersen, moest mijn pa al geld bijeenscharrelen voor één fiets en één paar wielen. Op het WK in Sankt-Wendel, bij de beloften, had ik drie paar wielen, elk met een versnellingen van een ander merk. Verre van ideaal, we moesten hopen op de juiste weersomstandigheden. Maar ik won.'
'Hetzelfde verhaal toen ik op mijn vijftiende naar Zwitserland trok. Mijn pa (een bouwarbeider, red.) kon amper twee maanden huur betalen van het familiebudget. De rest, zo zei hij, moet je zelf verdienen. En dat lukte. ik won een paar koersen, ik verdiende prijzengeld, en de bal ging aan het rollen. Pa wou me nog extra geld opsturen, maar ik heb hem dan zelf 100 frank gestuurd en gezegd: Ga nu maar eens goed gaan eten met ons ma.'
Een heel ander verhaal dan de huidige generatie nieuwelingen, die en masse met de camper arriveert op de cross. Stoor je je daaraan?
'Neen. Als mijn ouders een camper en vier fietsen konden betalen, hadden ze het ook gedaan. Je kan die mensen dus niks kwalijk nemen; ze willen gewoon het beste voor hun kind. Alleen heeft de situatie mijn karakter wel gevormd. Mijn motto is: Without work, there is no cake. Ik wil altijd het gevoel hebben dat ik een zege verdien. Als ik een week weinig getraind heb, ben ik in het weekend vaak niet goed.'
Hoe komt het dan dat je dit weekend, na twee weken stage, een dipje had?
'Omdat het wel héél zware trainingen waren. (lacht) En misschien omdat ik te gefocust was op Essen, het dorp waar ik nu woon. Ik wou daar zaterdag per se presteren. En dat is nooit goed. Kijk: als je een kerstboom perfect wil versieren, zal hij nooit mooi zijn. (haalt schouders op) Zo gaat dat in het leven. Daarom focus ik me nu nog niet op het WK, want dat is een garantie op mislukking.'
Dat werd je in het begin van het seizoen nochtans verweten. Paul Herijgers zei dat je enkel leefde voor het WK in Tabor, in eigen land. Je reageerde erg geprikkeld.
(draait met de ogen) 'Tabor, Tabor, Tabor Iederéén vraagt me ernaar. Ga je winnen? Hoe zal het weer zijn? Wat met het parcours? Zijn er nog hotels vrij? Welke bus moet je nemen? Hoe geraak je van het vliegveld naar het parcours? (zucht) Het maakt me niet uit! Honderd keer per dag hoor ik Tabor, Tabor, Tabor. Ik word er ziek van. Soms denk ik: Wat zal ik blij zijn als die race voorbij is. Maar natuurlijk: het is in Tsjechië, het is een WK. Als het startschot gegeven wordt, zal ik zeker genieten. Alleen is het nu allemaal nog wat ver weg. Nu zit enkel Kalmthout in mijn hoofd.'
Toch nog één vraagje over Tabor: Vrees je een Boom-scenario? Stybar als Belgisch staatsvijand nummer 1?
'Kan zijn, ja. Maar ik vind gewoon het heel stom dat we dat WK in landenploegen rijden. Ik word betaald door Telenet, ik rij het hele jaar met die trui. En die ene dag op een jaar wordt alles omgegooid. Dat klopt gewoon niet. Wat moet ik doen als Wellens weg is? Het gat toerijden met Nys of Albert in mijn wiel? Dat kan toch niet? Hoe kan ik Bart op de volgende training dan nog in de ogen kijken?'
'Bij Telenet leven we een heel jaar als een familie, behalve op die ene dag. Maar als ik Simunek op die dag aan de titel help, dan zal hij dat geluk niet delen met mij. Neen, dan deelt hij het met zijn familie van BKCP.'
Zeg je nu dat je het WK in dienst van Telenet zal rijden?
'Dat zullen we zien op de dag zelf. In de race rij je voor jezelf. Ik kan nu nog niet zeggen voor wie ik me zal opofferen, want ik ken de koerssituatie niet en ik weet niet hoe mijn benen zullen voelen.'
Neem je daarbij de reactie van het publiek in overweging? Vrees je dat je uitgefloten wordt, hetzij door Tsjechen, hetzij door Belgen?
'Ik heb het nog niet meegemaakt, en daar ben ik blij om. Want als ze je uitfluiten, dan moet je naar jezelf kijken. Dan is er een reden waarom het publiek je niet graag heeft en deed je iets verkeerd.'
Deed Albert iets verkeerd in Niel?
'Dat weet ik niet. Vraag het aan het publiek.'
Bert Heyvaert