De Free Software Foundation is een campagne begonnen om grote bedrijven te bewegen niet naar Windows 7 te upgraden. Volgens de organisatie zou het OS de afhankelijkheid ten opzichte van Microsoft verder vergroten.
Op de website Windows7sins probeert de FSF fondsen te werven om brieven te sturen naar 499 grote bedrijven uit de Fortune 500-lijst. Logischerwijs ontbreekt Microsoft in het rijtje. Een eerste serie van brieven is al de deur uit, maar met de opgehaalde gelden wil de organisatie nog meer beslissingsbevoegde personen binnen de Fortune 500-firma's schriftelijk benaderen.
In het schrijven adviseert de FSF de bedrijven om over te stappen op opensource-software zoals Linux, en af te zien van Windows 7. De organisatie motiveert op de website haar standpunt met zeven argumenten om niet te blijven vasthouden aan Microsofts propriëtaire software en besturingssystemen. Zo wijst de FSF onder andere op de in zijn ogen dominante positie van Microsoft-producten in het onderwijs, de bedreigingen voor de privacy door 'nieuwsgierige' tools als Windows Genuine Advantage, het afdwingen van drm via Windows Media Player en het structureel blokkeren van open standaarden. Ook zou de veiligheid van Windows te wensen over laten.
Om met name de financieel verantwoordelijken binnen het bedrijfsleven te prikkelen, probeert de FSF te wijzen op de productcycli die Microsoft hanteert: na enige tijd is een OS 'afgeschreven' en wordt er geen support meer op gegeven, waardoor een bedrijf min of meer gedwongen is te upgraden naar een courant besturingssysteem van de softwaregigant. Volgens de FSF speelt dit probleem bij Linux niet, omdat de eindgebruiker het OS zelf kan aanpassen.
Een andere kostenverhogend aspect bij het gebruik van Windows 7 en andere Microsoft-software, is dat er volgens de FSF voor extra features flink in de buidel moet worden getast. De softwaregigant zou bewust bepaalde features uit de goedkopere edities van het OS strippen, in de hoop dat met name grote bedrijven toch voor de duurdere varianten kiezen. De FSF neemt het uit 1996 stammende Windows NT als voorbeeld. Hoewel de Workstation-versie op kernel-niveau niet zou verschillen van het destijds 800 dollar duurdere Windows NT Server, kochten toch veel bedrijven de duurdere Server-editie. Het enige concrete verschil zou zitten in de restricties op de Workstation-versie: deze kon maximaal tien tcp/ip-verbindingen tegelijk maken, terwijl de Server-editie deze beperking niet kende. De FSF stelt dat dergelijke antifeatures niet voorkomen in opensource-software, omdat deze door programmeurs eenvoudig zijn te omzeilen.
De OSS freaks zijn weer bezig.
OxygeneFRL-vrijdag 8 mei 2020 @ 08:52:59: Ik had een pleuris hekel aan je maar nu ik weet dat je tegen een vuurwerkverbod ben, hou ik van je.