Perrotta20 | vrijdag 21 augustus 2009 @ 11:53 |
Ik zat gisteravond op een terrasje in het veelbesproken verschrikkelijke noodweer van gisterenavond, en onder de invloed van enige alcoholische en licht-hallucinerende versnaperingen kwam het gesprek op het woord afgepeigerd. Ik ben na wat google-werk intussen op de herkomst (Hebreeuws/Jiddisch) gekomen, maar weet iemand wat de letterlijke betekenis, het oorspronkelijke woord en tijd e.d. is? | |
wise | vrijdag 21 augustus 2009 @ 11:57 |
af·ge·pei·gerd (bijvoeglijk naamwoord; vergrotende trap: afgepeigerder, overtreffende trap: meest afgepeigerd). 1 (informeel) uitgeput gradatie bijvoeglijke naamwoorden ▲ betekenisverwante termensynoniem(en): uitgeput of af·pei·ge·ren (overgankelijk werkwoord; peigerde af, heeft afgepeigerd) 1 (informeel) uitputten ▲ betekenisverwante termensynoniem(en): vermoeien | |
Perrotta20 | vrijdag 21 augustus 2009 @ 11:58 |
Zover was ik ook al wel gekomen, het gaat mij meer om de oorspronkelijke herkomst van dit vernederlandste woord, en mijn Hebreeuws is niet dermate goed dat ik dat kan herleiden. | |
devl1nsect | vrijdag 21 augustus 2009 @ 12:02 |
Vanuit de bijbel. Eva wordt door Adam afgepeigerd wanneer hij erachter kwam dat zij toch een hap van de appel nam | |
Perrotta20 | vrijdag 21 augustus 2009 @ 12:31 |
het gaat mij vooral om het gedeelte 'peigeren'. heeft dit nog een speciale betekenis/symboliek, waar is dit van afgeleid etc... ik kan dit namelijk nergens terugvinden. | |
Iblis | vrijdag 21 augustus 2009 @ 12:35 |
quote:Etymologisch Woordenboek van het Nederlands. Via het Woordenboek der Nederlandsche Taal. | |
Perrotta20 | vrijdag 21 augustus 2009 @ 12:36 |
kijjk, daar heb ik wat aan. Bedankt! | |
maickeltje | vrijdag 21 augustus 2009 @ 13:58 |
quote:wat wil je er in godsnaam mee? |