quote:In de akte die Marcus met zijn buurman had laten opstellen, stond …. 1925 als datum van overdracht genoemd. Die dag was nu aangebroken. Buurman Wouters klopte al vroeg op de deur. Elisabeth deed open:
“Wat komt u doen, buurman?” vroeg Elisabeth.
“Verhuizen.”
“Oh. Gaat u verhuizen? Daar heb ik niets van gehoord.”
Buurman Wouters wijst naar Elisabeth. “Niet ik. Jullie gaan verhuizen.”
“Hoezo gaan wij verhuizen?”
“Vandaag is toch de grote dag.”
“Ik begrijp u niet, buurman.” Ze werd bijna kwaad van zijn vage opmerkingen.
Buurman Wouters keek vertwijfeld om zich heen. “Waar is Marcus?”
“Ik ga hem wel even roepen,” zei Elisabeth. Ze liep het huis in en riep Marcus. “De buurman staat voor de deur. Hij zegt dat hij wil gaan verhuizen. Ik snap er niets van.”
Marcus kwam met een rood hoofd aangelopen. “Elisabeth,” begon hij. “Ik had het je eigenlijk al eerder willen vertellen, maar vorige week heb ik ons huis verkocht aan de buurman. Onze zaak is namelijk failliet. Met de opbrengst van het huis kunnen wij onze schulden betalen. We houden zelfs nog een bedrag over. Hiermee kunnen we best lang een kamer huren in herberg De Valk. Ik heb alles al geregeld, je hoeft niets meer te doen. Ook wil ik werk gaan zoeken, zodat we weer iets nieuws op kunnen bouwen.”
Elisabeth werd spierwit toen de waarheid tot haar doordrong. Daarna viel ze flauw in de armen van Marcus. Het duurde erg lang voordat ze bijkwam. Marcus had een glaasje water voor haar gepakt, maar Elisabeth sloeg het glas water uit zijn hand. Ze sprong overeind.
“Idioot die je bent!”
“Dit is echt de beste oplossing,” zei Marcus.
Elisabeth luisterde echter niet, maar gaf Marcus een linkse directe. Daarna pakte ze een stapel borden van het aanrecht, liep naar buiten langs de verbijsterde buurman, en smeet het servieswerk op de grond. Ze gilde door de straten. “Mijn man is een idioot!” Steeds meer mensen kwamen naar buiten. “Jaahaa, iedereen mag het weten!”
Marcus kwam naar buiten gelopen met een blauw oog. Hij wilde zijn vrouw kalmeren, maar toen hij te dichtbij kwam hief zij weer haar vuisten op. “Waag het niet me aan te raken! Stuk ellendig vreten!”
Samuel stond ook te kijken. Hij had een positie bij het raam gevonden.
“Ik gooi me voor de tram!” voerde Elisabeth het drama nog op. Ze bleef daar staan. Voorzichtige pogingen van Marcus om dichterbij te komen, werden afgestraft door scheldwoorden en dreigementen.
De politie was gealarmeerd en kwam nu ook opdagen. De veldwachter nam getuigenissen af van onder meer Marcus en de buurman. Al snel trok hij de conclusie dat er een rechtsgeldige verkoop had plaatsgevonden en dat de familie vandaag het huis uit moest. Dat probeerde hij Elisabeth ook duidelijk te maken, maar het nieuws moest nog tot haar doordringen. Hoofdschuddend ging ze op de stoeprand zitten, maar liet niemand toe in haar buurt. Ze staarde wezenloos voor zich uit.
Gevoelsmatig komt zo'n uitspraak niet helemaal geloofwaardig over. Of we moeten hier te maken hebben met een bejaard echtpaar.quote:“Waag het niet me aan te raken! Stuk ellendig vreten!”
De "voerde Elisabeth het drama nog" toevoeging is aardig en in het fragment doe je dat wel vaker, maar wel dubbel op. Mensen snappen al dat zij het drama opvoert vanwege de dramatische uitspraak. Door alles nog een keer te gaan benoemen lijkt het net alsof je het boek voor kinderen hebt geschreven.quote:“Ik gooi me voor de tram!” voerde Elisabeth het drama nog op.
Het speelt in 1925quote:Op woensdag 12 augustus 2009 18:08 schreef Ryon het volgende:
Gevoelsmatig komt zo'n uitspraak niet helemaal geloofwaardig over. Of we moeten hier te maken hebben met een bejaard echtpaar.
Ach, eerste zin en veldwachter enzo.. Ik had het moeten zienquote:
Ik wilde bijna een opmerking maken over die veldwachter, totdat mijn oog op 1925 vielquote:Op woensdag 12 augustus 2009 18:19 schreef Ryon het volgende:
[..]
Ach, eerste zin en veldwachter enzo.. Ik had het moeten zien
En dan wordt het ook gelijk een kinderverhaaltje als er een veldwachter in voorkomt.quote:Op woensdag 12 augustus 2009 18:22 schreef Tja..1986 het volgende:
[..]
Ik wilde bijna een opmerking maken over die veldwachter, totdat mijn oog op 1925 viel
Hoe breng ik dat aan? Minder actie en meer sfeer door bijvoorbeeld gezichtsuitdrukkingen te omschrijven?quote:Op woensdag 12 augustus 2009 18:29 schreef Yel het volgende:
Ik mis emotie.... Het leest meer als een script. zij doet dit en dan dat..
Ja, mee eens. Failliet en verkoop in zes zinnen en ze vraagt niet waarom??? Hoezo????quote:Op woensdag 12 augustus 2009 18:17 schreef Tja..1986 het volgende:
[..]
Het speelt in 1925![]()
Verder vind ik trouwens dat er wat veel info op die vrouw afkomt. Als ik zo'n verhaal te horen zou krijgen zou ik mijn partner al een keer of 6 onderbroken hebben.
Ok. Een soort Shylock dus. En heeft hij op slinkse wijze dat huis proberen te ontfutselen van de protagonist?quote:Op woensdag 12 augustus 2009 18:39 schreef hetzwartegat het volgende:
[..]
Ja, eentje van boven de tachtig.
Bedankt voor de opmerkingen! Ik merk dat ik nog wat nauwkeuriger moet gaan formuleren.quote:Op woensdag 12 augustus 2009 18:36 schreef Boca_Raton het volgende:
Hij zegt dat hij wil gaan verhuizen.
Nee, hij zei dat zij moesten verhuizen.
water uit zijn hand. Ze sprong overeind.
Als je net bent flauwgevallen heb je niet veel kracht.
smeet het servieswerk op de grond.
op de straat? de tegels? 'op de grond' komt over als in huis.
Steeds meer mensen kwamen naar buiten
'steeds meer' impliceert dat er al mensen naar buiten waren gekomen. Maar dat staat er niet.
Marcus kwam naar buiten gelopen met een blauw oog.
'naar buiten gelopen' komt over als slenteren. Maar als je vrouw serviesgoed op straat gooit ren je wat harder denk ik. En het blauwe oog lijkt me te snel gekleurd!
De politie was gealarmeerd en kwam nu ook opdagen. De veldwachter nam getuigenissen af van onder meer Marcus en de buurman.
Politie óf veldwachter. En het verhaal gaat hier m.i. te snel verder. En waarom 'onder meer'?
maar het nieuws moest nog tot haar doordringen.
Er stond eerder al: Elisabeth werd spierwit toen de waarheid tot haar doordrong.
maar gaf Marcus een linkse directe Een 'linkse directe' is niet een term die ik in het verhaal vind passen.
Verder: een beetje melodramatisch verhaal en niet zo vloeiend. Ik zou het ook zonder witte tussenregels ter beoordeling neerzetten net als in een boek.
Hij speelt geen hoofdrol. Het is een rustige oude man die indirect nog wat informatie over het verleden geeft. En hij wordt in het begin van het boek soms ingeschakeld als er niemand anders voorradig is.quote:Op woensdag 12 augustus 2009 18:40 schreef LXIV het volgende:
[..]
Ok. Een soort Shylock dus. En heeft hij op slinkse wijze dat huis proberen te ontfutselen van de protagonist?
Mee eens, en ook misschien wat sfeer-beschrijvingen erin. Bijv. 'De situatie begon duidelijk uit de hand te lopen' of 'Marcus was hier al bang voor geweest'. Iets in die trant.quote:Op woensdag 12 augustus 2009 18:39 schreef Yel het volgende:
Allereerst: je gebruikt te korte zinnenEmoties kun je uitdrukken met 3 woorden, maar zijn mooier en lezen ook beter als ze wat langer zijn.
quote:De tijd verstreek, en de zon was al onder gegaan. Elisabeth wachtte ongeduldig in de Paardenstraat op Marcus. Ze had samen met Alida en Samuel alvast de maaltijd genuttigd, die bestond uit draadjesvlees, gekookte aardappelen en wortels. Maar Marcus bleef weg. Elisabeth vroeg zich af wat er met hem gebeurd kon zijn. Ze wist waar hij naartoe was gegaan. Het zou toch niet uit de hand zijn gelopen? Ze vroeg Samuel die na de maaltijd een rondje was gaan wandelen, of hij op Alida wilde passen. Dan zou zij Marcus gaan zoeken. En zo geschiedde.
In de duisternis liep Elisabeth met een kaars in haar hand dezelfde weg als Marcus was gelopen. In het begin, toen er nog wat verlichting was, keken de mensen raar op, toen ze haar zo voorbij zagen komen. “Waar ga je heen?” vroeg een buurvrouw.
“Marcus is zoek,” zei Elisabeth.
Eenmaal het dorp uit zag ze, ondanks het kaarslicht, bijna niets meer. Reusachtige bomen staken fier boven het pad uit. Ze hoorde takken kraken door de wind. Een hond begon angstaanjagend te blaffen. Er was geen levende ziel te zien. Ze scheen met de kaars vlak voor zich uit, zodat ze nog enigszins kon zien waar ze liep. Ze vond zichzelf er belachelijk uitzien met die kaars in haar hand. Wat moesten ze wel van haar denken. En wat had ze graag iemand bij haar gehad van wie ze de hand kon vasthouden. Op de achtergrond gromde weer een hond. Toen Elisabeth echter dichterbij kwam en het geluid steeds harder werd, leek het eerder dat ze een mens hoorde snurken. Een mens hier op dit uur? Ze wilde al omdraaien. Maar haar nieuwsgierigheid won het van haar angst. Ze naderde het geluid en bleef met de kaars op de grond schijnen. Ze schrok! Daar lag inderdaad een mens. Ze kwam nog dichterbij en scheen met de kaars in het gezicht van de persoon. Het was Marcus! Hij lag daar te slapen!
Ze schudde hem wakker. “Wat doe je hier? We waren zo ongerust.”
Marcus keek versuft om zich heen. Ja, wat deed hij hier? Hij kon het zich niet goed meer herinneren.
“Heb je gedronken, Marcus?” vroeg Elisabeth streng, terwijl ze bij zijn mond rook. Ze bespeurde geen alcoholgeur.
Nu wist Marcus het weer. Op de terugweg van zijn onderhoud met de boer werd hij overvallen door grote angstvisioenen. Hij durfde zijn vrouw niet meer onder ogen te zien, omdat hij wist hoe ze kon reageren. Hij was in het gras langs het zandpad gaan zitten. Daarna was hij gaan liggen en had hij zijn ogen dicht gedaan.
“Ik weet het echt niet,” loog Marcus.
Elisabeth hielp hem overeind. “Kom mee naar huis. En hou mijn hand vast. Want ik ben bang in het donker.” Zo liepen ze daar hand in hand terug naar het dorp. De kaars was bijna uitgebrand. Zodra ze thuiskwamen sprong Alida tegen Marcus op, en omklemde zijn middel. “Gelukkig papa, je bent er weer!”
Nadat Elisabeth Alida in bed had gestopt, besloot ze Marcus te ondervragen. “Ben je nog bij die boer geweest?”
Aarzelend zei Marcus: “Ja, ik geloof het wel.”
“En is het gelukt?” vroeg Elisabeth nieuwsgierig.
“Wat?” vroeg Marcus onnozel.
Elisabeth keek hem aan.
“O, dat.” Marcus twijfelde wat hij het beste kon antwoorden. Als hij zou zeggen dat alles goed kwam en dit bleek later niet zo te zijn, had hij te zijner tijd een heel groot probleem. Als hij de waarheid zou zeggen, had hij nu een heel groot probleem.
“Het komt allemaal goed,” zei Marcus toen, omdat hij geen zin had om nu al de volle laag te krijgen. “Dat boertje was zo kwaad nog niet. Hij heeft beloofd dat hij de rechtszaak in zou trekken. En kijk eens hier,” hij legde het geld wat hij mee had genomen op tafel, “Hij hoefde er zelfs niets voor te hebben.”
Elisabeth haalde opgelucht adem.
Twee Joden die Elisabeth en Marcus heten en die zich hun huis laten ontfutselen door de buurman die Wouters heet, dat gelooft toch geen mens!quote:Op woensdag 12 augustus 2009 18:44 schreef hetzwartegat het volgende:
[..]
Hij speelt geen hoofdrol. Het is een rustige oude man die indirect nog wat informatie over het verleden geeft. En hij wordt in het begin van het boek soms ingeschakeld als er niemand anders voorradig is.
Elisabeth en Marcus zijn trouwens ook joden. Hun kind is de spilfiguur.
|
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |