Drie mannen duwden hem in rood autootje
![]()
De ontvoering van Caransa trof Nederland in de herfst van 1977 als een mokerslag. Nog nooit eerder was er een kidnapping geweest, dat was iets in films of uit het buitenland. Dat het slachtoffer de bekende Amsterdamse vastgoedhandelaar was, wiens naam een ander woord was voor miljonair, maakte de zaak nog indrukwekkender
Zoals iedere donderdagavond speelde Caransa, toen 61 jaar, op 27 oktober bridge in de Continental Club aan het Professor Tulpplein, recht tegenover het Amstel Hotel. Iets na 1 uur liep hij naar zijn Rolls-Royce toen drie mannen hem beetgrepen en in een rood autootje duwden.
Polstasje
Hij had nog kans gezien zijn polstasje met daarin papieren en rijbewijs op de grond te gooien. Een vrouw raapte het tasje op nadat de auto was weggescheurd. Zij belde de politie. Een kwartier later werd de chef van de groep Ernstige Delicten, commissaris Gerard Toorenaar, uit zijn bed gebeld.
In zijn herinneringen beschrijft hij de zenuwslopende dagen die volgden. Het huis in Vinkeveen en het Amsterdamse kantoor van het slachtoffer werden bewaakt, de telefoons afgetapt. Het wachten was op de ontvoerders en de eis voor losgeld. Vrijdag, zaterdag en zondag gebeurde er niets, behalve in de media waar druk gespeculeerd werd. Naar aanleiding van allerlei anonieme meldingen werden de ontvoerders gezocht in terreurbendes als de West-Duitse RAF en de Ierse IRA, die toen zeer actief waren. Op maandagochtend werd op het advocatenkantoor van Caransa's juridisch adviseur Jaap van Schaik door de PTT een envelop bezorgd met daarin twee door het slachtoffer met potlood beschreven briefjes. De een gericht aan zijn echtgenote Rika, geruststellend van toon. De ander was voor Van Schaik met het verzoek 10 miljoen gulden in contanten vrij te maken en dan wachten op verdere instructies. De ontvoerders zouden zich telefonisch melden met de code 'Rika is goed'. Een paar keer was er op deze manier contact. De beller sprak Engels, door deskundigen werd geanalyseerd dat het om een Nederlander moest gaan, waarschijnlijk een Amsterdammer.Duizendjes Toorenaar verbaasde zich erover dat Van Schaik en een directeur van Caransa grote moeite hadden dat geld bijeen te krijgen. Dinsdagmiddag kreeg Van Schaik de opdracht het geld 's avonds in zijn wagen te leggen en naar het Beursplein te rijden. Daar lag een brief die hem naar de Herengracht verwees, waar weer een ander briefje lag. Nu moest hij naar café Krom in de Utrechtsestraat gaan, zich daar voorstellen als Van Schaik en wachten tot er telefoon voor hem kwam. Een foutje in de regie. Krom sloot destijds om half acht. De advocaat stond voor een gesloten deur, hoorde de telefoon overgaan, probeerde de aandacht van de cafébazin te trekken, maar het contact was mislukt.'Give the money' Plotseling stopte een gele Fiat naast hem. 'Give the money' hoorde hij en in korte tijd verdwenen de tassen met 10.000 'rooie ruggen' in het autootje. Enkele uren later werd Caransa uit een auto geduwd bij de Zoutkeetsgracht. Met hulp van een vrouw vond hij een taxi, die hem naar het hoofdbureau van politie bracht. Nog geen kwartier later wist heel Amsterdam dat hij vrij was, dankzij de taximobilofoon.
Slechts half miljoen van het losgeld achterhaald
Na de ontvoering was heel Nederland in de ban van de 10.000 briefjes waarmee het losgeld was betaald. De serienummers waren bekend en via Interpol internationaal verspreid.
Pas na een halfjaar doken er een paar op. In Italië, Turkije en Libanon, maar een spoor naar de ontvoerders ontbrak. Dat werd anders toen een Italiaan, lid van de maffia, 480 Caransaduizendjes wilde omwisselen bij een Amerikaanse bank. De man werd door de FBI in de val gelokt. Commissaris Toorenaar reisde naar de VS, mocht de gangster deals aanbieden, maar die zat liever zijn straf uit. Kort daarna werd Toorenaar overgeplaatst van de 'moordbrigade' naar bureau Lijnbaansgracht vanwege een altijd onduidelijk gebleven smeergeldaffaire. Zijn opvolgers waren niet zo actief als hij in de jacht op de ontvoerders. Toch werd er wel wat gedaan. Het gerucht ging dat Ronnie O. en zijn vriendin Lena L. voor 1,8 miljoen losgeld te koop hadden. Een Duitse politieman deed zich voor als geïnteresseerde en wist een briefje achterover te drukken. Het bleek een van de 10.000. Toch volgden geen arrestaties. Telegraafverslaggevers Cees Koring en Peter R. de Vries hadden de kring van verdachten in 1981 rond. Behalve O. waren dat Piet C., Evert T. en Robbie K. Ook de plaats waar Caransa was vastgehouden, een boerderij in het Noord-Hollandse Middelie, werd gevonden. Justitie en politie toonden nauwelijks belangstelling. Niemand werd aangehouden, van het losgeld is nooit meer dan een half miljoen teruggevonden."
Bron: Dutchtv weblog en De Telegraaf