Tankautospuit Het meest gebruikte voertuig. Ieder brandweerkorps in Nederland heeft een of meerdere tankautospuiten (in verschillende maten en merken). De tankautospuit wordt voor meerdere doeleinden gebruikt. Het meest voor het bestrijden van brand. Hiervoor is hij uitgerust met een watertank en waterpomp. Een tankautospuit wordt ook ingezet bij het schoonmaken van oliesporen op de weg en bij het bevrijden van mensen uit een auto.
Minder bekende situaties waarbij een brandweerkorps de tankautospuit inzet:
Mensen bevrijden uit een vastgelopen lift.
Bomen verwijderen die gevaarlijk zijn, bijvoorbeeld na een storm.
De gevolgen van wateroverlast beperken.
De gevolgen van chemieongevallen beperken.
Mensen of dieren bevrijden die bekneld zitten.
Een tankautospuit heeft een bemanning van minimaal zes personen:
De bevelvoerder is de baas van de tankautospuit. De bevelvoerder bepaalt hoe een inzet wordt gedaan en is verantwoordelijk voor de overige mensen op het voertuig.
De chauffeur/pompbediener brengt het voertuig veilig op de plek van bestemming en bedient de waterpomp. Deze persoon zorgt ook voor de andere gereedschappen op het voertuig.
De nummers 1 en 2, het aanvalsteam. Dit zijn de mensen die bij een brand als eerste naar binnen gaan of bij een hulpverlening de mensen gaan bevrijden.
De nummers 3 en 4 zorgen voor de waterwinning voor het voertuig. Indien nodig helpen zij de nummers 1 en 2 bij de inzet.
RedvoertuigenEr zijn twee soorten redvoertuigen: een hoogwerker en een ladderwagen. De hoogwerker is een redkorf aan een lange uitschuifbare arm die veelal kan knikken. De ladderwagen is een lange ladder gemonteerd op een grote wagen.
Redvoertuigen worden voor diverse zaken gebruikt. Bekend is ‘het katje uit de boom’. De ladderwagen assisteert de TS bij branden. Ook wordt hij voor assistentie gevraagd door de ambulancedienst als er personen uit een huis of van grote hoogte gehaald moeten worden. Eigenlijk dus bij alle werkzaamheden op grote hoogte.
Niet elk korps heeft een redvoertuig. Ze staan verdeeld over de regio en kunnen door gemeentelijke korpsen ter assistentie worden geroepen.
Een redvoertuig wordt bemand door twee manschappen. De bevelvoerder is de baas van de twee en is verantwoordelijk voor de inzet. De chauffeur bedient het redvoertuig en brengt het naar de plaats van bestemming.
![]()
Multidisciplinaire CommandowagenDe Multidisciplinaire Commandowagen kan door en voor de brandweer, de politie, de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen en de gemeenten in de regio worden ingezet. De wagen wordt gebruikt bij complexe calamiteiten waar een éénhoofdige operationele leiding nodig is.
In de Multidisciplinaire Commandowagen coördineren de leidinggevenden van de hulpverleningsdiensten en enkele medewerkers van de getroffen gemeente de bestrijding van de calamiteit. Daarnaast hebben de hulpverleningsdiensten een eigen verbindings-/commandowagen van waaruit ze hun eenheden aansturen.
HulpverleningswagenDe hulpverleningswagen is een voertuig in verschillende soorten en maten. De standaard bemanning bestaat uit twee personen: een bevelvoerder en een chauffeur.
De hulpverleningswagen is eigenlijk een grote gereedschapswagen met van alles aan boord; van hamer en spijker tot specialistisch (hydraulisch, linken naar gereedschappen en materialen, redgereedschap) gereedschap voor het bevrijden van mensen uit een autowrak. Dit laatste is waarschijnlijk de belangrijkste situatie waarbij een brandweerkorps de hulpverleningswagen inzet. Verder liggen op dit voertuig materialen om lekkages te dichten aan bijvoorbeeld tankwagens of gesprongen waterleidingen. Bovendien bevat de hulpverleningswagen een aggregaat voor de elektrische gereedschappen op het voertuig. Het aggregaat wordt ook gebruikt om bij incidenten in het donker voor licht te zorgen.
Een hulpverleningswagen wordt vaak ingezet samen met een tankautospuit. Twee mensen zijn namelijk te weinig voor bepaalde inzetten. Niet elk gemeentelijk brandweerkorps heeft een hulpverleningswagen. Voor een snelle inzet staan ze verspreid over de regio.
![]()
WaterongevallenwagenDe waterongevallenwagen is een specialistische wagen. De regio heeft er twee. Samen dekken ze het hele zorggebied. De wagen wordt ingezet bij waterongevallen. Taken zijn het redden van mensen en dieren en het bergen van te water geraakte voertuigen.
Op een waterongevallenwagen zit een duikteam.
Dit team bestaat uit minimaal twee duikers, een duikploegleider en een assistent-duikploegleider.
De wagen is voorzien van een boot voor het zoeken op grote wateroppervlakken of het afvaren van een rivier.
Een bijzonder hulpmiddel is een werpklos.
Een werpklos wordt gebruikt bij het redden van oppervlakteslachtoffers (slachtoffers in moeilijkheden, maar nog wel boven water).
![]()
MeetwagenDe meetwagen is een werkplek voor één van de specialisten van de brandweer. Deze specialist (regionaal officier gevaarlijke stoffen) komt in actie bij incidenten met gevaarlijke stoffen. Onze regio heeft één meetwagen. De metingen worden gebruikt om een indruk te krijgen of er gevaar bestaat voor mens en dier.
De meetwagen is uitgerust met apparaten voor het meten van gevaarlijke stoffen. Met bijvoorbeeld gasmeetbuisjes worden metingen in een gaswolk gedaan. Zo komt de specialist er achter welke stof en hoeveel van deze stof zich in de lucht bevindt. Een meetwagen kan ook bepalen of er een explosief mengsel of radioactieve straling aanwezig is.
Waarnemings-/verkenningsdienstvoertuigen (WVD)De waarnemings-/verkenningsdienstvoertuigen zijn, net als de meetwagen, voorzien van diverse spullen om metingen naar gevaarlijke stoffen te verrichten. Zij doen op de door een specialist van de brandweer (regionaal officier gevaarlijke stoffen) aangegeven plek metingen. De plekken hangen af van de windrichting, temperatuur en aard van de stof.
Een waarnemings-/verkenningsdienstvoertuig kan ook worden ingezet voor waarnemingen bij bosbranden (het zijn altijd terreinwagens, om zo op alle nodige plekken te kunnen komen). De ploeg moet binnen vijftien minuten na een alarm een meting kunnen verrichten op de plaats van het incident. Om die reden heeft onze regio dan ook acht waarnemings-/verkenningsdienstvoertuigen.
HaakarmvoertuigenHaakarmvoertuigen zijn ‘gewone’ containerwagens. Ze staan op diverse plekken in de regio en kunnen verschillende soorten containers (haakarmbakken) meenemen. Haakarmvoertuigen rukken uit bij grote of zeer grote inzetten. Ook worden ze door andere hulpdiensten ter assistentie gevraagd. De brandweer in onze regio heeft de volgende containers:
Adembescherming
Deze container heeft een grote compressor en een vulstation voor ademluchtflessen. Deze bak wordt ingezet bij grote inzetten om lege ademluchtflessen te hervullen, op de plaats van het incident.
Dompelpomp
Een grote pomp. Vaak gebruikt in combinatie met de grootwatertransportbak. De pomp wordt in een rivier of vijver neergelaten en kan grote hoeveelheden water verpompen.
Extra slangenvoorraad
Deze container heeft een grote hoeveelheid brandslangen.
Grootwatertransport
Deze container heeft dikke slangen en kan over grote afstanden water transporteren naar de blusvoertuigen.
Hulpverlening
Een haakarmbak met diverse materialen die voor verschillende grote inzetten nodig zijn; van bezems tot waadbroeken en absorptiematerialen.
Oefentank
Een tank waar gaspak- en chemiepakdragers kunnen oefenen op het dichten van lekkages met gevaarlijke stoffen.
Ontsmetting
Deze haakarmbak heeft gas- en chemiepakken voor inzetten met gevaarlijke stoffen. Ook is hij voorzien van een douche om de mensen die in contact zijn geweest met gevaarlijke stoffen te kunnen ontsmetten.
Opleiding
De instructiecontainer. Hierin kan men op de plek van een oefening of les uitleg en/of les geven.
Schuimblus
Deze container heeft een hoeveelheid schuim die geschikt is voor het bestrijden van vloeistofbranden zoals benzine. Tevens zit er een waterkanon op voor het blussen over grote afstand.
Verzorging
Als een incident uren of zelfs dagen duurt, kunnen de brandweermensen in deze container iets eten en drinken.