Interview met Rouvoet in de NRC afgelopen zaterdag:
quote:
De stelling van André Rouvoet: In een democratie bestaat geen verbod op orthodoxie
De ChristenUnie is deze week een debat begonnen over de islam in Nederland. „Er blijven grote verschillen tussen orthodoxe moslims en orthodoxe christenen, legt André Rouvoet uit aan Roel Janssen.
Wat beoogt een christelijke partij in een discussie met de islamitische gemeenschap?
„Het gaat niet over religie, het is een politieke discussie van een politieke partij over een maatschappelijk relevant onderwerp. Namelijk de islam in Nederland, in onze cultuur. Als partij hebben wij ons te verstaan met onderwerpen die relevant zijn. Eén van die onderwerpen is de islam en de moslimgemeenschap, inburgering en de rechtsstaat.”
Moet je die discussie niet overlaten aan geestelijken?
„De theologische discussie wel, de politieke discussie niet.”
De ChristenUnie is een partij met het geloof als uitgangspunt. Dat kun je niet scheiden.
„Voor ons is de bijbelse overtuiging de bron voor een politieke overtuiging. In het politieke debat hebben geloofsargumenten geen argumentatieve kracht. Maar de politieke overtuiging die uit ons geloof resulteert, nemen we voluit serieus.”
U praat niet met moslims als politieke organisatie, maar als geloofsgemeenschap.
„De opzet is niet zozeer om als christenen in gesprek te komen met moslims. We willen ons als politieke partij verstaan over de implicaties van de islam in Nederland. Dat is een politiek vraagstuk.”
Ook al ga je niet terug naar de Kruistochten en de val van Constantinopel (1453), beide godsdiensten hebben elkaar heftig bestreden.
„Vanuit religieus perspectief is er een fundamenteel onderscheid tussen christendom en islam. Dat zit met name vast op de vraag of je wel of niet aanvaardt dat Jezus Christus de zoon van God is. Vanuit het geloofsperspectief zijn het twee werelden, ook al zijn er gemeenschappelijke elementen. Maar er zijn allerlei morele en politieke kwesties waarover we het wel of niet eens kunnen worden.”
Voelt de ChristenUnie zich verwant met landen waar geloof en politieke macht samenvallen?
„In islamitische landen is als uitvloeisel van religieuze opvattingen sprake van een verwevenheid van de religieuze en politieke macht. Die verwevenheid is vreemd aan de christelijke politiek.”
Dat zie je toch ook bij de ChristenUnie? Uw partij baseert zich op de Bijbel.
„Het feit dat we onze politieke opvattingen baseren op geloofsveronderstellingen is iets anders dan dat je wereldlijke en geestelijke macht bij elkaar zou brengen. Vanuit de optiek van de ChristenUnie is het ondenkbaar dat de ayatollahs zoals in Iran het in Nederland voor het zeggen zouden krijgen. De scheiding van kerk en staat is een ‘geloofsartikel’ van de ChristenUnie. We zijn daar principieel voor omdat we niet willen dat de kerk op de stoel van de overheid gaat zitten – maar omgekeerd ook niet.”
Moslims in Nederland komen uit landen die deze traditie niet kennen. Ze hebben daar een andere kijk op.
„Dat klopt. Voor veel moslims is de scheiding van kerk en staat niet vanzelfsprekend. Elk islamitisch land dat zijn burgers belemmert in hun godsdienstvrijheid of in hun recht om hun godsdienst vaarwel te zeggen, moet je daarop aanspreken. Iran heeft een formeel voorbehoud gemaakt op VN-verdragen dat apostasie (geloofsafval) niet is toegestaan.
„Dat is een van de punten waarop je in Nederland met moslims in discussie moet gaan.”
U gaat in discussie met mensen uit landen die het christenen moeilijk maken hun geloof te beleven.
„Wij kunnen niet accepteren dat regimes, vanuit welke ideologie of religie ook, geen recht doen aan de internationale vrijheidsrechten, waaronder de vrijheid van godsdienst en het recht om godsdienst vaarwel te zeggen. Moslims hoeven zich net zo min als humanisten of atheïsten of christenen te verontschuldigen voor hun overtuigingen. Maar ze moeten niet vergoelijkend spreken over beperkingen van de vrijheid van godsdienst in landen als Iran. Daar kunnen we niet akkoord mee gaan. Ik protesteer als een overheid verbiedt dat iemand van geloof verandert.”
Dat klinkt heel seculier. Hoe komt het dat de ChristenUnie zich desondanks vaak moet verdedigen tegen seculiere opvattingen? Daar zitten parallellen tussen de ChristenUnie en de moslimgemeenschap.
„Met alle verschillen die er zijn over de geloofsbeleving, zijn er punten waarin we elkaar herkennen. Zowel moslims als christenen staan principieel op het standpunt dat er in een overwegend seculiere omgeving ruimte moet zijn voor geloofsopvattingen. Er is geen verbod op orthodoxie, opvattingen zijn vrij. Ik ken orthodoxe seculiere opvattingen en orthodoxe religieuze opvattingen en beide zijn legitiem. Dat is de essentie van democratie.”
Er zijn orthodoxe opvattingen waarvan de democratie zegt, die willen we niet in Nederland. Zoals discriminatie van homoseksualiteit of een verbod op euthanasie.
„Binnen de grenzen van de rechtsstaat is er ruimte voor alle soorten opvattingen: dogmatische, atheïstische, christelijke of islamitische opvattingen. De rechtsstaat geldt zonder onderscheid voor iedereen. Maar bij het claimen van ruimte voor opvattingen die niet stroken met die van de meerderheid, zie ik overeenstemming tussen christenen en moslims.”
Als orthodoxe christenen en moslims elkaar vinden, gebruikt de ChristenUnie islamitische standpunten dan als een vooruitgeschoven post om zijn eigen posities af te bakenen?
„Nee, want er blijven grote verschillen. Ik stel wel vast dat er op bepaalde punten overeenstemming is, bijvoorbeeld op het gebied van de gemeenschap en het gezin. Moslimgemeenschappen zijn vaak hecht. Over de waarde van het leven kunnen we elkaar makkelijk vinden. Maar er zijn ook verschillen. Zoals over de positie van de vrouw. Dus bewaar me ervoor dat de ChristenUnie een soort vooruitgeschoven post is van de islam.”
Omdat u het op ethische kwesties en over het gezin met elkaar eens bent.
„Op andere punten heb ik verwantschap met de PvdA, het CDA of de VVD. Er zijn momenten van herkenning en van vervreemding. Maar die heb ik met iedereen.”
Ook met de Franse president Sarkozy? Hij zei deze week dat het dragen van een boerka in Frankrijk niet aanvaardbaar is.
„Als regering hebben we gezegd dat een boerka niet acceptabel is in situaties waarin je elkaar moet kunnen aanspreken en herkennen. Maar ik ben genuanceerder dan liberalen, want ik vind niet dat je mensen kunt verbieden op straat een boerka te dragen. Ik heb er ook geen enkele moeite mee als meisjes met een hoofddoekje rondlopen, of het nu cultureel of religieus is ingegeven. De vraag is of we het acceptabel vinden als ze zo achter een loket van de burgerlijke stand zouden zitten.”
Maar boerka’s?
„Het publieke en private domein maakt een verschil. Je kunt niet gecontroleerd worden in de tram door iemand in een boerka.”
Sarkozy zegt: in de Franse Republiek is de boerka niet toegestaan.
„Dat heeft alles te maken met de Franse opvatting over laïcité. Die kennen we in Nederland niet. In Nederland is religie niet taboe. Dat moeten we vooral zo houden, omdat geloof voor veel mensen een belangrijke inspiratiebron is. We moeten grenzen stellen aan de wijze waarop je daar in het publieke domein wel of niet uiting aan kunt geven. Maar we moeten niet doorschieten. Ik ben niet van de afdeling die zegt: je bent pas volledig geïntegreerd als je je in al je uitingen en opvattingen assimileert aan de seculiere liberale meerderheid in het land.”
Omdat u bang bent dat het ook gaat gelden voor christelijk-orthodoxe minderheden?
„Nee, het is een principieel, niet een opportunistisch standpunt. Je bent niet een geslaagde Nederlander als je je hebt aangepast aan wat de meerderheid vindt. Aan wie pas je je aan? Is een Marokkaanse jongere pas geïntegreerd als hij net als zijn Hollandse leeftijdgenoten in een coffeeshop of zuipkeet komt? Dat is toch idioot!”
Dat is een karikatuur.
„Bij Nederlandse jongeren spelen problemen als alcoholmisbruik en eetstoornissen, Marokkaanse jongeren hebben andere problemen. Maar integratie is niet hetzelfde als assimilatie. Ik weiger mee te gaan in de gedachte dat we een probleem hebben op het gebied van veiligheid dat één op één gekoppeld kan worden aan de moslims. Bij de islam hebben we vragen op het gebied van de rechtsstaat en grondrechten. Daarnaast hebben we een veiligheidsprobleem, dat gekoppeld is aan de multiculturele samenleving. Je hebt ook Antillianen en autochtone Nederlanders die problemen geven.”
Het is ook een islamprobleem.
„Er moeten twee dingen uit elkaar gehouden worden: enerzijds vragen hoe de islam als ideologie omgaat met zaken die samenhangen met de rechtsstaat, vrijheid en de scheiding van kerk en staat. En anderzijds kwesties als veiligheid, onveiligheid en onbehagen in de samenleving. Het tweede moet niet gekoppeld worden aan de islam, maar heeft raakvlakken met de multiculturele samenleving.”
Krijgt u uit uw achterban te horen: minaretten horen niet in een land met een christelijke cultuur?
„Het onbehagen heeft óók te maken met de islam, maar wat me stoort in het publieke debat is dat het gevoel van onveiligheid rechtstreeks gekoppeld wordt aan de islam.”
Marokkaanse jongeren zijn toch oververtegenwoordigd in de criminaliteitscijfers?
„Er is een oververtegenwoordiging van allochtone groepen maar dat is niet hetzelfde als de islam. Antillianen zijn geen moslims en hebben ook een fors aandeel in criminaliteitscijfers. Ik kan niet uitleggen dat er een causaal verband is tussen godsdienst en criminaliteit.”
Dat is wel wat Wilders doet.
„Ja, dat doet hij structureel en intentioneel. Daarmee vervuilt hij de discussie. Je kunt niet volhouden dat criminaliteit een rechtstreekse relatie heeft met de religie die iemand aanhangt. De wet geldt voor iedereen, ongeacht of je Marokkaan, Antilliaan of autochtone Nederlander bent. We zeggen over Nederlandse criminelen of voetbalhooligans toch ook niet dat je ze ‘door de knieën’ moet schieten? Dat zijn sharia-methoden.”