Personal branding De waarheid is maakbaarMaak jezelf tot held in GooglePersonal branding is sterk in opkomst. Op internet is iedereen zijn eigen merk. En uw digitale persoonlijkheid is een stuk maakbaarder dan u denkt. Zelfs voor Nina Brink.
‘Bij zoekmachines aankloppen om iets aan de resultaten te doen is behoorlijk kansloos’, zegt Frank Husmann. Normaal gesproken verdient deze Haarlemse consultant zijn geld door ervoor te zorgen dat zijn klanten zo hoog mogelijk eindigen in zoekmachines. De laatste tijd krijgt Husmann echter steeds vaker opdrachten om iets te doen aan negatieve zoekresultaten.
‘Dat neemt echt toe’, zegt hij. ‘Het wordt wel aangeduid met SERM, Search Engine Reputation Management.’ Husmann heeft banken en verzekeraars, telecom- en energiebedrijven als klant, maar ook bijvoorbeeld een persoon uit de Quote 500 of bedrijven in de muziekindustrie. ‘Die willen dan bijvoorbeeld dingen voor artiesten die negatief in de resultaten staan. Dan is er een gala of een cd-release en hebben ze een toptien, waar ze niet zo blij mee zijn. Of ik dat dan even wil ont-googelen… Mijn antwoord is standaard: sorry, maar dat kan niet. Dingen volledig uit Google verwijderen is nagenoeg onmogelijk.’ De positieve resultaten in zo’n toptien naar boven trekken kan wel. Husmann: ‘Van acht of negen negatieve resultaten naar één of twee negatieve resultaten lukt vaak wel.’
Banken, verzekeraars, telecom- en energiebedrijven: allemaal kloppen ze tegenwoordig bij digitale reputatie-experts aan voor een zo ‘schoon’ mogelijke toptien. Met het feit dat hij de resultaten manipuleert zit Husmann niet zo. ‘De actualiteit is vaak anders dan het verleden. Veel bedrijven die slecht scoorden op bepaalde gebieden in het verleden, hebben hun dienstverlening verbeterd. Maar dat is online niet zichtbaar door de oude zoekresultaten. ‘Daarbij zie ik het ook een beetje als een advocaat: iedereen heeft het recht zich te verdedigen.’
Steeds meer bedrijven komen er achter dat één vage klacht op internet meer schade kan aanrichten dan een paar duizend brieven op de klachtenafdeling. ‘Wanneer ik naar telecombedrijf Vodafone en UPC kijk zie ik brandschone toptiens’, zegt Husmann. ‘Ze houden door een aantal mini- en zustersites hun zoekresultaten volledig in eigen hand. Daarnaast hebben ze beide een eigen webcare- team; daarin zitten meerdere mensen die de hele dag het net afspeuren naar negatieve berichten over hun bedrijf. Denk aan trefwoordcombinaties als ‘UPC sucks’, ‘Vodafone is waardeloos’, dat soort dingen. Bij dit soort online reputatie-monitoring worden honderdduizenden weblogs gemonitord en worden een paar duizend fora elektronisch in de gaten gehouden. Het lijkt big brother-achtig, maar het werkt. Zelfs de ergste klagers vinden het mooi wanneer ze op deze manier plotseling persoonlijk benaderd worden.’
Bagger
Het zijn trouwens allang niet meer alleen bedrijven die hun online reputatie waar nodig wat oppoetsen. Neem oud World Online-topvrouw Nina Brink. In haar Google-toptien staan slechts twee negatieve artikelen. Verbazingwekkend, gezien de hoeveelheid bagger die de zakenvrouw de afgelopen jaren in de media over zich heen kreeg gestort. Een nadere bestudering van de zoekresultaten doet enig SERM-werk vermoeden. Tenminste, de inhoud van sommige Nina Brink-websites is zo positief en gekleurd dat het argwaan opwekt.
Zo staat op een derde plek bij Google onder de titel ‘Nina Brink is ook een liefdevolle moeder’ de website
www.ninabrink.org geïndexeerd. Hier staan wat losse feitjes over de zakenvrouw. Een voorbeeld: ‘De beursgang van World Online heeft veel emoties opgeroepen. Als gevolg daarvan hebben velen een eenzijdig beeld van haar, namelijk dat zij bikkelhard is. Maar je kunt gelukkig ook een ander beeld hebben van haar. Nina Brink is niet alleen maar een slimme zakenvrouw. Ze is ook een liefdevolle moeder. De negatieve media-aandacht rondom World Online is haar niet in de koude kleren gaan zitten.’
Het webadres is net als NinaBrink.com en NinaBrink.info geregistreerd door ene Arjan de Vreede, werknemer bij UniversalXS, een internetbureau dat onder meer grossiert in online reputatiemanagement en zoekmachine-optimalisatie. En die heeft zijn werk prima gedaan. Een van de twee negatieve artikelen – een artikel uit deze krant – schuift langzaam van de eerste pagina af. (Was nummer vijf, is nu nummer acht.)
Op de tweede Google zoekpagina krijgt het publiek nog steeds een heel ander beeld van de zakenvrouw: acht zeer negatieve artikelen over Brink op een totaal van tien. ‘Maar dat maakt niet uit’, zegt Husmann. ‘Het is vaak onderzocht en keer op keer blijkt dat de gemiddelde internetter niet voorbij de eerste Google-pagina klikt.’
En zo heeft hij nog een wijsheid paraat. ‘Bij het opschonen van een toptien in Google is het vooral belangrijk dat de eerste vijf zoekresultaten positief zijn. Op de meeste computerschermen is dat wat je in beeld ziet zonder te hoeven scrollen. Wij noemen dat in ons vak de vouw, en ook hier geldt weer dat de meeste mensen daar niet onder kijken.’ Volgens Husmann is je internetimago al een heel eind opgepoetst met een eigen website, een blog, een LinkedIn- en MySpace-account of desnoods een aanmelding op schoolbank.nl. ‘Dan heb je de eerste zes plekken al onder controle.’
Screening
Toch blijft volgens Husmann – ‘het is een beetje een open deur’ – het allerbelangrijkste dat mensen iets beter nadenken voor ze dingen op internet zetten. ‘Alle recruiters kijken tegenwoordig online om een beeld van hun sollicitanten te krijgen. Tja, als jij dan straalbezopen of met hele grote ogen op Hyves of Partyflock staat...’
En inderdaad, een beetje sollicitant gaat tegenwoordig door de digitale molen. ‘Wanneer een cv onduidelijk is ga ik googelen’, zegt ook Esther de Kruijff, HR-manager bij het snelgroeiende bedrijf Spil Games. Ze nam vorig jaar vijftig nieuwe mensen aan. En daarvoor sprak ze er naar eigen zeggen zes keer zoveel. Iedere kandidaat kreeg van haar een korte digitale screening. ‘Naast Google kijk ik bij LinkedIn of er connecties zijn met mensen die ik ken. Vooral bij jongere kandidaten kijk ik vaak ook nog wel even op Hyves. Dat zegt niet zozeer iets over het feit of iemand geschikt is voor ons bedrijf, maar je kunt er wel het nodige leren over de persoon zelf. Je ziet vaak foto’s en leert wat over persoonlijke zaken. Weblogs lees ik altijd. Het kan zijn dat daar mijn twijfel wordt weggenomen. Soms worden vermoedens er juist bevestigd en kan het een reden zijn iemand niet uit te nodigen voor een gesprek. Iemands cv blijft overigens het allerbelangrijkste. Maar het internet biedt een prachtige manier om informatie daaruit te checken.’
Virtuele visagie
Al dat ge-bigbrother op het internet lokt een groeiende groep mensen die hier wel brood in zien. Hun redenering: niet aanwezig zijn is geen optie. Ont-googelen een hoop gedoe. En dus kun je maar beter zorgen dat een en ander een beetje fraai overkomt. Op het gebied van personal branding, het jezelf verkopen op internet, is een heel nieuw vakgebied ontstaan. Consultant Bas van de Haterd is een van de kersverse experts. Privacy noemt hij een illusie. ‘Als wie dan ook van wie dan ook iets wil weten, zoekt hij het toch op internet op.’
Van de Haterd adviseert bedrijven onder meer bij het binnenhalen van nieuw personeel. ‘Mensen die ik in Google niet kan vinden, vind ik eigenlijk een beetje eng’, zegt hij. ‘Andere ondernemers die niet in Linked-In te vinden zijn vallen voor mij af als zakenpartner, dan heb je in mijn optiek iets te verbergen of snap je in ieder geval de nieuwe media niet. En ik ben echt niet de enige hoor. Ik ken bedrijven die sollicitanten niet eens op gesprek laten komen als ze geen LinkedIn-account hebben.’
Daarom kun je volgens hem maar beter zorgen dat je er een beetje mooi opstaat. ‘Dat begint met zelfonderzoek’, doceert hij. ‘Wie ben je, waar sta je voor en wat zijn je sterke kanten. Dat moet je consequent en authentiek uitdragen. Eigenlijk simpel: op LinkedIn moet je gewoon je volledige geschiedenis neerzetten en op Hyves een paar foto’s in verschillende situaties, voor iedereen publiek. Dat wekt vertrouwen op een toch wat kil medium als internet.’
Communicatiestudente Sophie op den Kamp is dezelfde mening toegedaan. Haar tips voor een klinkende internetpersoonlijkheid: Wees open, presenteer jezelf duidelijk, maar zorg er liefst voor dat anderen in hun reacties een beeld van je schetsen. ‘Wat ik doe zou je eigenlijk virtuele visagie kunnen noemen’, zegt Op den Kamp. Ze is sinds kort actief met haar bedrijf Clique Claque en ze presenteert zich als iemand die kan helpen met een digitale make-over. ‘Ik werk samen met de klant aan zijn personal brand. Wie ben je? Wat wil je? Wat zijn je kwaliteiten? Ik adviseer bijvoorbeeld over een LinkedIn- of Hyvesprofiel en hoe je ze het beste kunt bijhouden. Mijn klanten? Tja, dat zijn toch mensen die een beetje bang zijn: dat ze nooit een baan vinden bijvoorbeeld, of wat anderen van ze denken.’
Ook Op den Kamp krijgt soms het verzoek zaken voor haar klanten weg te poetsen. ‘Dan willen ze een rotzoekresultaat in Google weg hebben. Het is niet per se moeilijk om daar wat aan te doen. Wel heel veel werk. Dat laat ik aan experts over. Trouwens, als je googelt op ontgoogelen kom je driehonderd tips tegen. Daar heb je mij echt niet voor nodig.’
Lachend vertelt ze dat ze haar bedrijf kwam inschrijven bij de Kamer van Koophandel. ‘Personal branding? Wat is dat? Ze hadden echt geen idee waar ik het over had. Maar goed, dit is ook een relatief nieuw vak.’
Volgens Op den Kamp is het slechts een kwestie van tijd tot iedere bekende persoon een online mannetjesmaker in dienst heeft. ‘Iemand als Obama heeft al een heel leger Sophie’s in dienst die letten op zijn digitale aanwezigheid.'