Ik begrijp niet precies wat je bedoelt. Maar ik zie wel in dat de eerste term 5 = en niet 3 zoals ik al dacht. Omdat de reeks met n=0 begint --> Ao = 5. (Dat bedoel je zeker ookquote:Op woensdag 25 maart 2009 22:32 schreef thabit het volgende:
Je reeks is met termen tot de macht n-1, maar de somformule die je toepast is voor termen tot de macht n. In plaats van een factor 3 naar voren te halen had je dus beter een factor 5 naar voren kunnen halen.
quote:Op dinsdag 24 maart 2009 13:24 schreef GlowMouse het volgende:
Gebruik \frac{teller}{noemer} voor breuken, anders kun je net zo goed geen tex gebruiken.
Het kan uiteraard op verschillende manieren, maar je hoeft niet eens een factor voor het somteken te halen. Kijk eerst wat de eerste term a van je reeks is, die krijg je hier door n=0 te nemen. Kijk dan wat de reden r is. De som van je (convergente) reeks is dan a/(1-r).quote:Op woensdag 25 maart 2009 22:38 schreef Agiath het volgende:
[..]
Ik begrijp niet precies wat je bedoelt. Maar ik zie wel in dat de eerste term 5 = en niet 3 zoals ik al dacht. Omdat de reeks met n=0 begint --> Ao = 5. (Dat bedoel je zeker ook)
Dan klopt die rijverhouding ook niet. Dan is het wel 5/(1+(3/5)) = 25/8 (en dat is het goede antwoord)
Zo kan het natuurlijk ook, bedanktquote:
Ik snap het, bedankt.quote:Op woensdag 25 maart 2009 22:42 schreef Riparius het volgende:
[..]
Het kan uiteraard op verschillende manieren, maar je hoeft niet eens een factor voor het somteken te halen. Kijk eerst wat de eerste term a van je reeks is, die krijg je hier door n=0 te nemen. Kijk dan wat de reden r is. De som van je (convergente) reeks is dan a/(1-r).
OK. Uitwerking van je opgave van gisteren ook gesnapt? Want die was toch iets lastiger dan een simpele meetkundige reeks sommeren.quote:Op woensdag 25 maart 2009 22:47 schreef Agiath het volgende:
[..]
Zo kan het natuurlijk ook, bedankt
[..]
Ik snap het, bedankt.
Ja, net nog even grondig doorgelezen en ik snap het helemaal. Bedanktquote:Op woensdag 25 maart 2009 22:49 schreef Riparius het volgende:
[..]
OK. Uitwerking van je opgave van gisteren ook gesnapt? Want die was toch iets lastiger dan een simpele meetkundige reeks sommeren.
Ja ik weet hoe dit moet.quote:Op donderdag 26 maart 2009 19:21 schreef anne_Chris het volgende:
Even een vraagje over gegevens in mijn Casio TI-83.
Ik heb zojuist een normale functie ingevuld bij Y1 en nu wil ik daar een grafiek bij hebben. Ik heb de juiste window-waarden genomen, maar hij geeft een soort puntgrafiek weer. Ik wil helemaal geen puntgrafiek, ik wil een normale lijngrafiek!![]()
Kan iemand mij helpen de grafiek te veranderen?
Het is b/2 + c/2 - a, niet b/2 - c/2 - a. Vervolgens vul je lambda=2/3 in.quote:Op donderdag 26 maart 2009 20:21 schreef Borizzz het volgende:
Vector rekenen. Het zal wel heel simpel zijn maar ik weet dus niet wat ik moet doen:
Met hoofdletters bedoel ik punten, met kleine letters vectoeren.
De vragen:
a) Als hoekpunten A,B,C van driehoek ABC in het platte vlak worden geïdentificeerd met de positievectoren a,b,c, dan blijkt het punt (a+b+c)/3 op de zwaartelijn vanuit A te liggen. Reken na.Conclusie?
Mijn antwoord: in principe gaat het er om om dmv van vectoren aan te tonen dat het zwaartepunt van de driehoek op de zwaartelijn vanuit A ligt.
Positievector begint vanuit O. Ik heb a/3+b/3+c/3 getrokken. De genoemde zwaartelijn zal moeten zijn a+labda*(0,5b+0,5c-a). a is de steunvector en 0,5b-0,5c - a is de richtinsvector van de lijn. Dan heb ik een vergelijking van een lijn in vectoren en een punt. Hoe verder of heb ik de verkeerde aanpak. Ik zie niet wat ik doen moet.
Waarom dan labda=2/3? Dit komt voor mij uit de lucht vallen... Kun je die uitrekenen.quote:Op donderdag 26 maart 2009 21:35 schreef thabit het volgende:
[..]
Het is b/2 + c/2 - a, niet b/2 - c/2 - a. Vervolgens vul je lambda=2/3 in.
Wel, de coefficienten van a, b en c moeten alle drie gelijk worden gemaakt aan 1/3. Er staat a - lambda*a + ... . Dus moet lambda = 2/3 gelden en dan zijn na inspectie ook de coefficienten van b en c correct.quote:Op donderdag 26 maart 2009 21:37 schreef Borizzz het volgende:
[..]
Waarom dan labda=2/3? Dit komt voor mij uit de lucht vallen... Kun je die uitrekenen.
Of heeft dit de maken met het feit dat labda willekeurig is en dat verschillende waarden van labda verschillende punten op de lijn aanwijzen. En dan labda=2/3 dan ingevuld in de vergelijking het punt a/3 + b/3 + c/3 aanwijst?
Ok dank je. De b) vraag zal dan wel op een vergelijkbare manier gaan.quote:Op donderdag 26 maart 2009 21:41 schreef thabit het volgende:
[..]
Wel, de coefficienten van a, b en c moeten alle drie gelijk worden gemaakt aan 1/3. Er staat a - lambda*a + ... . Dus moet lambda = 2/3 gelden en dan zijn na inspectie ook de coefficienten van b en c correct.
Ik denk niet dat dit de bedoeling is, want concluderen dat het zwaartepunt op de zwaartelijn vanuit A ligt is een dooddoener. Het zwaartepunt in een driehoek is het snijpunt van de zwaartelijnen, en natuurlijk ligt het zwaartepunt dan op elk van de zwaartelijnen. Volgens mij is het eerder de bedoeling dat je op grond van symmetrie-overwegingen hieruit concludeert dat het bedoelde punt op elk van de drie zwaartelijnen vanuit A, B en C ligt, en dat de drie zwaartelijnen dus door één punt gaan. Een soort vectorbewijs dus voor de stelling uit de elementaire meetkunde dat de drie zwaartelijnen van een driehoek door één punt gaan.quote:Op donderdag 26 maart 2009 20:21 schreef Borizzz het volgende:
Vector rekenen. Het zal wel heel simpel zijn maar ik weet dus niet wat ik moet doen:
Met hoofdletters bedoel ik punten, met kleine letters vectoeren.
De vragen:
a) Als hoekpunten A,B,C van driehoek ABC in het platte vlak worden geïdentificeerd met de positievectoren a,b,c, dan blijkt het punt (a+b+c)/3 op de zwaartelijn vanuit A te liggen. Reken na.Conclusie?
Mijn antwoord: in principe gaat het er om om dmv van vectoren aan te tonen dat het zwaartepunt van de driehoek op de zwaartelijn vanuit A ligt.
Een vectorvoorstelling van de zwaartelijn door A is inderdaad za = a + λ∙(½∙b + ½∙c - a). Voor λ = 0 zit je in punt A en voor λ = 1 in het midden van lijnstuk BC.quote:Positievector begint vanuit O. Ik heb a/3+b/3+c/3 getrokken. De genoemde zwaartelijn zal moeten zijn a+labda*(0,5b+0,5c-a). a is de steunvector en 0,5b+0,5c - a is de richtingsvector van de lijn. Dan heb ik een vergelijking van een lijn in vectoren en een punt. Hoe verder of heb ik de verkeerde aanpak. Ik zie niet wat ik doen moet.
Deze deelvraag is hiermee toch klaar? Want je toont aan door labmda=2/3 te kiezen dat het bewuste punt op de lijn ligt en dat was de vraag. Of doel je hiermee op de tweede vraag? Die is overigens nu wel gelukt.quote:Op donderdag 26 maart 2009 21:52 schreef Riparius het volgende:
Je weet ook uit de elementaire meetkunde dat twee zwaartelijnen in een driehoek elkaar verdelen in de verhouding 2:1met het langste stuk aan de kant van het hoekpunt, dus voor λ = 2/3 zit je in het zwaartepunt. En inderdaad is a + 2/3∙(½∙b + ½∙c - a) = 1/3∙a + 1/3∙ b + 1/3∙c. Zo, nu mag je zelf weer even verder puzzelen ...
Ja, de eerste deelvraag was in feite klaar en ik bedoelde inderdaad dat je nu zelf wel verder kon met de tweede deelvraag. Maar je zei hierboven ook dat λ = 2/3 voor jou uit de lucht kwam vallen terwijl dat natuurlijk niet zo is. Ik wilde even laten zien dat die waarde voor λ de bekende stelling weerspiegelt dat twee zwaartelijnen in een driehoek elkaar verdelen in de verhouding 2:1.quote:Op vrijdag 27 maart 2009 17:53 schreef Borizzz het volgende:
[..]
Deze deelvraag is hiermee toch klaar? Want je toont aan door labmda=2/3 te kiezen dat het bewuste punt op de lijn ligt en dat was de vraag. Of doel je hiermee op de tweede vraag? Die is overigens nu wel gelukt.
Ja prima. Maar het is nu duidelijk. Maar het meetkundige verband had ik inderdaad al door. Ik heb nu wel even iets geleerd over het gebruik van lijnen die in vectornotatie staan.quote:Op vrijdag 27 maart 2009 18:08 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ja, de eerste deelvraag was in feite klaar en ik bedoelde inderdaad dat je nu zelf wel verder kon met de tweede deelvraag. Maar je zei hierboven ook dat λ = 2/3 voor jou uit de lucht kwam vallen terwijl dat natuurlijk niet zo is. Ik wilde even laten zien dat die waarde voor λ de bekende stelling weerspiegelt dat twee zwaartelijnen in een driehoek elkaar verdelen in de verhouding 2:1.
Naja even de vraag goed herlezend: het ging om een vierhoek met evenlange zijden en tegenoverliggende zijden parallel.quote:Op vrijdag 27 maart 2009 21:19 schreef thabit het volgende:
Je gebruikt daar wel dat tegenover elkaar liggende diagonalen evenwijdig zijn. Ik neem aan dat dat niet in de definitie van een ruit zit?
1 2 3 | 10.000 + p x ((503.387 – 167.324)/25.048) = 50.000 x (8.803,3/ 25.048) p = 564,43 |
Dit is niet goed voor mijn zelfvertrouwen, maar bedanktquote:Op zondag 29 maart 2009 19:05 schreef GlowMouse het volgende:
http://www.fi.uu.nl/toepassingen/02017/toepassing_wisweb.html
Ik vind het wel een mooie appletquote:Op zondag 29 maart 2009 19:06 schreef Maraca het volgende:
[..]
Dit is niet goed voor mijn zelfvertrouwen, maar bedankt
is het ookquote:
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |