quote:
Laat ik voorop stellen dat ik van een geintje hou, een beetje kloten bij wanden en wat duwen en trekken met stewards of agenten vind ik ook nog wel grappig. Maar wat er gister op vak J gebeurde, vind ik erg triest. Deels van de supporters van Feyenoord die plotseling een aanval openden op de Polen in ons vak, maar ook zeker van Feyenoord.
Al snel na het opengaan van het stadion stroomden de eerste Polen vakkie J binnen. Zoals altijd waren wij meteen bij de opening naar binnen gegaan, en zagen zodoende hele groepen Polen het vak betreden.Van extra stewards of politie was absoluut geen sprake, iets wat in mijn ogen bij zo’n wedstrijd, wanneer je weet dat er ook Polen in de thuisvakken zullen zitten, noodzakelijk is.
Al snel na het begin van de wedstrijd werd vanuit het Poolse vak, vak G om precies te zijn, vuurwerk in het buffervak gegooid. Vanuit Rotterdamse kant werd dit beantwoord met ‘Rot-ter-dam hoo-li-gans’, de bekende strijdkreet. Een groepje dat altijd op J staat kon ik nog herkennen, maar de rest had ik nog nooit gezien. Iemand uit vak JJ, waar ik even mee zat te praten, vertelde me hun ook nog nooit gezien te hebben. Wat anderen zeiden niks anders dan dat.
Maargoed, niet heel lang daarna begon iemand vanuit het niets ‘kanerk Pool, doe die kanerk vlag weg!’ te roepen, boos kijkend naar een onschuldige Pool met een Poolse vlag, die hij na de 0-1 had omgedaan. Wat Polen reageerden daarop, waarna een groep Feyenoord supporters de Polen even ‘gedag’ ging zeggen. Stewards kijken ondertussen een andere kant op…
Om een lang verhaal kort te maken: Er vielen wat klappen over en weer, waaronder corrigerende klappen vanuit het eigen vak J, Feyenoord-supporters die de aanval, net als ik, nutteloos vonden. Nog steeds geen stewards te bekennen…
Nadat een aantal Polen, en een hoop kinderen met ouders, het vak hadden verlaten, en andere Polen strak voor zich uit zaten te kijken, keerde de rust weder. NU pas kwamen er wat stewards op de trap staan. Met de nadruk op staan, want behalve wat kijken deden ze weinig. Ondertussen verlaat een groep Feyenoorders het vak, elders heen.
In de rust praat ik even met een Pool. Hoe ze aan kaarten zijn gekomen. In goed Engels verteld de jongeman mij dat een Poolse vriend, die in Nederland werkt en een clubcard voor Feyenoord heeft, kaarten heeft gekocht.
De tweede helft begint, en naarmate de tijd vordert, worden onze parodieen op Poolse liederen steeds flauwer en de meligheid steeds groter. Vijf minuten voor tijd verlaat ik het vak, om mijn spandoeken alvast los te maken. Nadat ik mijn eerste vlag heb verwijderd, spreek ik maar eens een agent aan. ‘Waarom deden jullie niks? Die Polen werden de tyfus geslagen man!’. Als antwoord kreeg ik dat zij op het moment van de ongeregeldheden slechts met drie agenten bij vak J waren, en verder wat stewards, ‘maar die doen toch niks’, aldus de agent.
Naar het blijkt heeft Feyenoord zelf besloten om Polen toe te staan op vak J te zitten, net zoals dat op elk ander thuisvak geweest zal zijn. De politie raadde dat absoluut af, omdat bij dit soort wedstrijden altijd wat (potentiele) relschoppers op J zitten. Feyenoord hield voet bij stuk en deed er niks mee.
Pikant detail is dat Jan Mastenbroek, de begeleider van buitenlandse spelers, voor de wedstrijd tegen wat stewards zei dat er wel erg veel Polen in het vak zaten. Flink staaltje miscommunicatie als je het mij vraagt.
Na het laatste fluitsignaal snel mij ‘*censuur*’ doek verwijderen, en nog even een Pool gefeliciteerd en succes gewenst in de volgende ronde. Wat ik terug kreeg? ‘Dank je wel’.