Ik zal het even voor je samenvatten, voordat je je geroepen voelt dit te gaan lezen:
![]()
Het zijn maar 1000 pagina's.
1672: rampjaar. De Republiek wordt aangevallen door een coalitie (Frankrijk, Engeland, Münster). Johan de Witt was raadpensionaris in een Stadhouderloos Tijdperk en was dus de machtigste man binnen de Republiek. Zijn taak was de buitenlandse betrekkingen te onderhouden namens de gewesten en de verdediging van het land rustte op zijn schouders. In de loop van zijn tijd als raadpensionaris riepen de prinsgezinden steeds meer om terugkeer van de stadhouder (oftewel: een telg uit de Oranje familie). Er kwam steeds meer kritiek op de regenten, en de bestuurders. In het rampjaar was de ellende compleet. Johan de Witt had een aantal inschattingsfouten gemaakt, maar hem valt weinig te verwijten. Hij had de aanval waarschijnlijk toch niet kunnen voorkomen.
De burgerij en het volk maakten van de gelegenheid gebruik om een stadhouder af te dwingen; Johan legde zijn functie neer. Er kwam dus toch weer een stadhouder, die alle ellende moest gaan oplossen. Daar was Johan op tegen geweest want hij geloofde in soevereiniteit van de gewesten. De burgerij benoemde de gebroeders als aartsvijanden van de stadhouder: Cornelis werd gevangen gezet omdat hij een moordaanslag zou hebben beraamd (dit is nooit bewezen). Johan zocht hem op in Den Haag, maar het volk was zo gefrustreerd dat ze beide mannen dood wilde hebben: de schutterij moest de gebroeders beschermen maar zij trokken zich terug.
De rest
is history en dit zijn de restanten.
![]()
De tong van Johan.