Blöf - Op weg naar Delfzijl
Breskens, het regent terwijl ik de straat uitloop
De veerpont is laat, en toch blijft de hoop
Het dorp licht troosteloos te wachten op toeristen
Maar ik kijk naar de zee, Zeeuwen zijn optimisten
Altijd weer, die lange reis
Naar jou, naar jou, want van jou word ik geil
Altijd weer, betaal ik de prijs
Het verlangen roept, op weg naar Delfzijl
Vlissingen, het station oogt verlaten
Mijn gedachten zijn op en kan ook niet praten
Ik verheug me op de overstap in Roosendaal
Maar een zelfmoordenaar gaat ermee aan de haal
Altijd weer, die lange reis
Naar jou, naar jou, want van jou word ik geil
Altijd weer, betaal ik de prijs
Het verlangen roept, op weg naar Delfzijl
Utrecht, stad in het midden van 't land
Studenten op weg naar huis pakken een krant
Ik hoor iemand zeggen, tegen zessen ben ik thuis
Mijn aandacht zakt weg, mijn hoofd is een kluis
Altijd weer, die lange reis
Naar jou, naar jou, want van jou word ik geil
Altijd weer, betaal ik de prijs
Het verlangen roept, op weg naar Delfzijl
Groningen, er vertrekt een bus naar het noorden
Ik tel mijn strippen want weg zijn de woorden
De bel aan je deur wordt vergezeld door je naam
Je hebt geen bier in huis, ik laaf me aan je lichaam
Altijd weer, die lange reis
Naar jou, naar jou, want van jou word ik geil
Altijd weer, betaal ik de prijs
Het verlangen roept, op weg naar Delfzijl
Wie dit leest is gek