Off Topic:
Leedvermaak:
Waarom werkt het leed van anderen op de lachspieren?
Tegen een lantaarnpaal aan lopen is niet fijn, zo ondervond Rosa Hendriks uit Maastricht. Maar als zij iemand anders hetzelfde ziet doen, moet ze keihard lachen. Wat is zo leuk aan leedvermaak?
Er zijn drie factoren die leedvermaak voor sommigen ‘de leukste vorm van vermaak’ maken, zegt Wilco van Dijk, universitair hoofddocent sociale psychologie aan de Vrije Universiteit. Hij doet al zes jaar onderzoek naar leedvermaak.
Ten eerste: de persoon die het leed ondergaat. „We vinden het prettig als slechte mensen slechte dingen meemaken, maar ook afgunst kan een rol spelen bij leedvermaak”, vertelt Van Dijk.
Ten tweede: rechtvaardigheidsgevoel. „Denk aan de uitdrukking ‘boontje komt om z’n loontje’. Als iemand iets stoms doet, moeten we daar, als het leed in verhouding staat tot de stommiteit, om lachen.”
En ten derde: zelfbeeld. „Door te lachen om het leed van een ander voelen we onszelf beter”, zegt Van Dijk. Mensen met een slecht zelfbeeld hebben ook vaker leedvermaak dan zelfverzekerde types.
Dat laatste is op de VU getoetst door een groep proefpersonen voor te houden dat zij een intelligentietest maakten. De ene helft van de groep kreeg vervolgens een heel goede beoordeling, de andere helft werd verteld dat zij heel slecht hadden gescoord. „De groep met de vermeende slechte score had vervolgens meer leedvermaak bij een filmpje van een hele slechte Idols-auditie dan de andere groep.”
Leedvermaak is grensoverschrijdend; Van Dijk onderzocht het bijvoorbeeld ook in Vietnam. En leedvermaak is van alle tijden. Griekse filosofen benoemden het, het komt voor in de Bijbel. „ Al honderden jaren discussiëren filosofen over de vraag of het wel mag, of leedvermaak niet verwerpelijk is.”
Volgens Van Dijk mag een beetje leedvermaak best. „Mensen hebben meestal een dubbel gevoel: leedvermaak en toch ook medelijden.
Bron: NRC Next