Wat héb je er aan? Een woord in een zin kunnen benoemen. Wie denken ze dat ze voor zich hebben, een taalkundige?
Ik heb dus morgen een instaptoets grammatica, waarin mijn taalkundige vaardigheden worden getest van de afgelopen 3 jaar.
Persoonlijk maak ik amper taalfouten, en -t, -d of -dt is me ook altijd goed gegaan. Bijzinnen en hoofdzinnen? Pico bello! Maar het aanwijzen van een naamwoordelijk gezegde en een tussenwerpsel? Kom op zeg! Dat heeft niks met praten te maken!?!
En het ergste is nog wel, dat zulke snuiters;
quote:
jongen die het over die toets heeft zegt (16:38):
tis écht moeilijk
jongen die het over die toets heeft zegt (16:38):
en je hebt tijdnoot
zéker weten een hoger cijfer halen.

Onderwijs op z'n best

Klacht: grammaticatoets voor morgen