Daar in dat kleine café aan de haven, Daar zijn de mensen gelijk en tevree; Daar in dat kleine café aan de haven, Daar telt je geld of wie je bent niet meer mee.
'houd je bek is joh, als je zulke grote kk praatjes heb moet je is naar Tiel komen.' „Je bent ’n keronje! Je mag zelf ’n zoogdier wezen, jy en je zoon, dat zeg ik je!”