 
			 
			
			
			
																								
												
							Hier een fragment:
 Ik denk dat als ik in deze bundel een favoriet verhaal heb, het 'L.T.' is. Voor zover ik me kan herinneren, komt het verhaalvoort uit een 'Lieve Lita'-achtige rubriek, 'Dear Abby', waarin Abby van mening was dat een huisdier on geveer het ergste cadeau is datje iemand kunt geven. Doe je het toch, dan ga je er bijvoorbeeld van uit dat het huis dier en de ontvanger goed met elkaar kunnen opschieten, en dat de ontvanger er altijd al naar heeft gehunkerd om twee keer per dag een dier te eten te geven en zijn afval (zowel binnens- als buitenshuis) op te ruimen. Voor zo- ver ik me kan herinneren, noemde ze het cadeau doen van huisdieren 'een staaltje van arrogantie'. Ik vind dat nogal overdreven. Mijn vrouw gaf me op mijn veertigste verjaardag een puppy, en Marlowe - een corgi die nu veertien is en maar één oog heeft - is sindsdien een ge waardeerd lid van ons gezin. In vijf van die jaren hadden we ook een nogal gekke Siamese kat die Pearl heette. Toen ik Marlowe en Pearl met elkaar zag omgaan - wat ze met een zeker behoedzaam respect deden - dacht ik voor het eerst aan een verhaal waarin de huisdieren in een huwe lijk zich niet aan de officiële eigenaar van elk van hen hechtten, maar juist aan de ander. Ik amuseerde me enorm toen ik dat verhaal uitwerkte, en wanneer me wordt gevraagd een verhaal te komen voorlezen, kies ik altijd voor dit, tenminste als ik de vijftig minuten krijg die ik ervoor nodig heb. Mensen moeten erom lachen, en dat doet me goed. Wat me nog meer goed doet, is de on verwachte verschuiving in toon, van humor naar droef heid en horror, tegen het eind. Die verschuiving treft de lezer onverhoeds en de emotionele waarde van het ver haal wordt er een beetje groter door. Voor mij gaat het om die emotionele waarde. Ik wil je aan het lachen of huilen maken als je een verhaal leest... of beide tegelijk. Met andere woorden, ik wil je hart. Als je iets wilt leren, ga je maar naar school. 
Mijn vriend L.T. heeft het er bijna nooit over dat zijn vrouw verdwe nen is en dat ze waarschijnlijk dood is, het zoveelste slachtoffer van de Bijlman, maar hij mag wel graag vertellen hoe ze van hem wegliep. Hij rolt daarbij op precies de goede manier met zijn ogen, alsof hij wil zeg gen: 'Ze nam me in de maling, jongens - ze nam me finaal in de ma ling!' Hij vertelt dat verhaal bijvoorbeeld aan een stel kerels die op een van de laadplatforms achter de fabriek zitten te schaften, terwijl hij ook zijn lunch zit te eten, de lunch die hij zelf heeft klaargemaakt - zonder Lulubelle thuis die dat voor hem doet. Meestal lachen ze om zijn ver haal, dat altijd eindigt met L.T.'s Theorie over Huisdieren. Ach, ik lach zelf meestal ook. Het is een grappig verhaal, ook als je weet hoe het uiteindelijk is afgelopen. Niet dat iemand van ons dat weet, niet hele maal. 
'Ik nokte om vier uur af, zoals ik meestal deed,' vertelt L.T. dan, 'en toen ging ik naar Deb's Den voor een paar biertjes, zoals ik de meeste dagen doe. Nog even achter de flipperkast, en toen naar huis. En op dat moment waren de dingen opeens anders dan ze meestal waren. Als iemand 's morgens opstaat, heeft hij geen flauw idee van de dingen die in zijn leven kunnen veranderen voordat hij die avond weer zijn hoofd op het kussen legt. "Ge weet niet de dag en het uur," zegt de bijbel. Ik geloof dat het dan over doodgaan gaat, maar het geldt ook voor al het andere, jongens! Al het andere in deze wereld. Je weet gewoon nooit wanneer er een vioolsnaar gaat springen.
											
			
						All I do, is sit down at the typewriter, and start hittin' the keys. Getting them in the right order, that's the trick. That's the trick.