quote:
Martin Verkerk krabbelt uit diep dal
Robèrt Misset
gepubliceerd op 21 april 2008 02:46, bijgewerkt op 21 april 2008 08:01
Heb je na jaren blessureleed en een mislukte rentree ook jezelf verrast in Athene?
Verkerk: ‘Ik had natuurlijk geen overdreven verwachtingen. Ik was al blij als ik een rondje kon winnen, misschien twee. Ik begon tegen Matwé Middelkoop. Leuke gozer, ik kende hem niet. We hebben in Athene twee dagen samen getraind en toen moesten we uitgerekend in de eerste ronde tegen elkaar. Ik kwam een beetje moeizaam op gang. Maar na mijn overwinning op Middelkoop begon het te lopen.
‘Ik weet dat ik het spel heb om weer in de tophonderd te staan. Ik heb me wel gerealiseerd dat je het niet zomaar even kunt herhalen. Daarvoor moet je fit zijn en professioneel met je vak omgaan.’
Twee dingen die je de laatste jaren hebt nagelaten. Vorig jaar in Rotterdam was je helemaal niet klaar voor een comeback.
‘Het is niet goed geweest. Ik heb er toen voor gekozen gebruik te maken van mijn beschermde ranking waardoor ik acht maanden ATP-toernooien kon spelen. Als ik nu kon kiezen, had ik het anders gedaan. Ik heb fouten gemaakt, maar ik heb er ook van geleerd. Ik besef dat ik nu wel de juiste weg heb gekozen. Ik heb nu tot kotsen toe gewerkt om mijn lichaam te prepareren voor topsport. Het is me niet komen aanwaaien.’
Iedereen had je afgeschreven.
‘Het maakte me alleen maar sterker. Ik weet hoe er over me is geschreven. De teneur was dat het afgelopen met me was. Ik snap dat ik nu veel mensen verras. Het was ook logisch dat niemand naar me omkeek, omdat ik zolang niets heb laten zien. Maar ik heb het geloof in mezelf nooit verloren.
‘Deze titel betekent dan ook veel voor me. Je weet waar ik vandaan kom, je kunt mijn emoties dus wel raden. Ik zeg niet dat ik zeker terugkeer in de tophonderd. Ik weet wel dat ik weer het niveau heb om daar te komen.’
Wanneer kwam het besef dat je moest kiezen tussen stoppen of terug naar af en werken aan je fysiek?
‘In november heb ik een gesprek gevoerd met mijn ouders en met mijn vriendin. Ik zei: ik ga nu iets anders doen, of ik ga het nog één keer proberen. Maar dan wel op de juiste manier. Ik wilde het niet in Nederland doen, omdat ik hier teveel gezeik aan mijn kop zou krijgen. In Amerika kon ik in alle rust werken met mijn fitnesstrainer Marc Wellington, die ik al kende van de Bollettieri-academie.’
Schrok Wellington van wat hij zag?
Verkerk, lachend: ‘Ik leek niet erg op Sjarapova en Golovin, twee tennissters met wie hij daarvoor had gewerkt. Wellington vond me goed tennissen. Maar lichamelijk ben je heel zwak, zei hij. Het was pijnlijk om te horen. Ik vroeg hem hoe lang hij nodig had om mijn lichaam weer enigszins op peil te krijgen. Geef me drie maanden, zei Wellington. Hij heeft woord gehouden.
‘Ik heb nog één droom. Ik wil een derde ATP-toernooi winnen. Over mijn plaats op de wereldranglijst maak ik me niet druk meer. Moet ik na een Grand Slamfinale nog bewijzen dat ik kan tennissen?’
Martin zet de wedstrijd gewoon buiten de tennisbaan voort. Federer en Nadal geruststellen voor Roland Garros, zodat zijn triomf daar des te onverwachter komt. Wat een meester in psychologische oorlogsvoering is het toch.