Jezus was een allegorisch figuur door wie je kon worden 'getransformeerd' via inwijding zodat je uiteindelijk Gnosis, kennis, vindt. De mystieke staat van 'Verlichting'!
Ten tijde van Paulus was er een verkeerd beeld. Er was geen onderscheid tussen Gnosticisme en de letterlijke Jezus.
Paulus leefde vóór het letterlijke gebruik van het verhaal van Jezus, de evangeliën. Volgens de kerk kon je enkel in de hemel terechtkomen als je in Jezus geloofde. Volgens de Gnostici moest je Christus zelf worden met alle ellende die daarbij hoort.
Paulus' leer was uniek. Hij zei dat hij een openbaring ontvangen had. Hij vertelt over een 'lichtend' wezen (Christus)! Paulus zegt dat Christus IN hem verscheen, niet AAN hem. Hij spreekt in zijn visioen over licht. Hij ziet een wezen van licht. Net zoals de heidenen hun Goden als lichtende wezens zien. En met het 'grote geheim' dat hem werd geopenbaard, doelt hij niet op de komst van Jezus en diens geboorte en alle wonderen, zijn geheim.. Christus is in jezelf!.
Dit maakt het verhaal van Paulus gnostisch en niet letterlijk. Hij zegt niet: Jezus en God zijn 'buiten' je. God staat overal buiten.
De gnostici, de oude heidense mysteriën zeggen: Christus is in jou en jij in Christus. Alles is één! Je mag dit niet splitsen, en dat is precies wat de Kerk doet!
De boeken van de Nag Hammadi zijn belangrijker dan de dode-zee-rollen. Ze werpen nieuw licht op het christendom, Jezus en God.
Het belangrijkste evangelie is dat van Didimus Judas Thomas. Hij was een 'broer' van Jezus. Het is de leer die de eerste christenen aanhingen in een tijd toen de leer van Jezus nog rechtstreeks herinnerd werd.
Gnostiek is wonderlijk aantrekkelijk. Vooral voor de moderne 'geest', want het biedt een religie voor het individu en niet afkomstig van een Kerk.
In de godsdienst van het oude Egypte (3000 v. Chr) zou de mens na zijn dood Osiris worden. Dit is het basisconcept van alle mysteriën. Ook in het Romeins-Hellinistish: Isis, Mithtras, Adonis, enz
De gnostici zetten de zoektocht van de heidenen voort.
Boven het orakel van Delphi is de queeste van Plato gegrift: KEN UZELF.
De gnostici deden hetzelfde. Je moest het ervaren. Je kon er niet omheen.
Als je een Kerk wilt bouwen, moet je zeggen dat verlossing enkel mogelijk is door, via, met de Kerk Gods en zijn vertegenwoordiger op aarde: de Paus! Alleen zó kan het!
De Gnostici zeggen: "Je kunt het zelf, nu, op deze plaats, zonder gezag van een bisschop".
Rond de middeleeuwen, in zuid-Frankrijk, ontstaat een laatste andere visie van christus. Mensen die door de Kerk tot ketters worden bestempeld, gevaarlijker dan duivels.
100 jaar lang ontlaadt de furie van de kerk zich over deze gnostici-christenen.
Kruislegers ontvolkten de bevolking en de inquisitie werd ingesteld, speciaal om ze uit te roeien. Deze Katharen, Reinigen, zoals ze zichzelf noemden. Deze Katharen waren niet de voorlopers van de Reformatie, zij waren geen afvalligen van het Katholieke geloof. Dit was een totaal anders geloof. Het ging terug tot de allereerste jaren van het Christendom, en zelfs nog daarvoor. In de tijd toen de mensen nog deze wereld als een wereld van schaduwen zagen (Plato). Ze stonden met hun rug naar de realiteit, de échte wereld!
Ingewijden in de oude mysteriegodsdiensten geloofden dat ze hun 'boeien' konden verbreken en zó Gnosis konden vinden, kennis van het hart. Geheimenkennis die de mens verandert en hem bewust maakt van de werkelijke wereld. De Gnostici!
Het gnosticisme is zeer oud. Dit is waar de mens altijd naar gehunkerd heeft. Het Goddelijke zelf vinden. Maar dat te veel versimpeld omdat het ook uiterst ingewikkeld is.
De mens is een gevallen God die zich de hemel herinnert. Dit is ook de basis van alle mysteriën!
Gnosis is zelfkennis.
Het is moeilijk uit te leggen wat zelfkennis is en hoe je het verwerft. Het is geen psychoanalyse en ook geen extase. Het is meer een rustige bezinning op wié je bent, en hoe je bent ontstaan. Het is een stille overgave, oprecht, individueel zelfonderzoek
De gedachte achter gnosticisme (mystiek) is dat we vastzitten in onze ideeën over wat het leven is en wie we zijn. In zo'n omgeving wordt je denken ineens op een ander spoor gezet. Je staat voor het grootste mysterie. De DOOD!
Het idee dat je fysieke bestaan ophoudt. Je treedt buiten je eigen ideeën en ontmoet het grootste mysterie waaruit alles voortkomt. Het mysterie DAT we bestaan, dat ALLES bestaat.
Aristoteles zegt over de bijeenkomsten die de mystici hielden: "Je gaat erheen om iets te ervaren, niet om te leren. Als je het alleen als een intellectueel proces ziet, heb je het mis. Het gaat veel verder! "
De 'Ouden' begrepen dat je veel kunt weten, zonder dat je zelfkennis hebt. Als we iets leren, komen we een heleboel te weten. Het wordt zeer ingewikkeld. De 'Ouden' trachtten die 'veelheid', de kennis van veel dingen, terug te brengen tot de kennis van één ding: éénheid.
Bijna 2000 jaar lang werd Gnosis onderdrukt. Wij kennen het vrijwel alleen nog door de aanvallen en vervloekingen van de Kerkvaders.
Maar de vondst van de Nag Hammadi (1946) zet nu ons beeld van hoé het geloof begon op zijn kop.
De Nag Hammadi zijn bestudeerd door de grote psycholoog: Karl Jung.
Het evangelie van Thomas, waarin Jezus het woord zelf voert, begint met de woorden: "dit zijn de woorden die Jezus de levende sprak en die Dydimus Judas Thomas opschreef".
En hij zei: "Hij, die de zin van deze woorden vindt, zal de dood niet smaken".
Dydimus Judas Thomas is niet letterlijk de tweelingbroer van Jezus. Wie deze evangelin leest, moet hieruit begrijpen dat hij of zij als de tweelingbroer of zus van Jezus kan leren zien.
"Omdat men zegt dat jij mijn tweelingbroer en ware metgezel bent, onderzoek jezelf. Zodat jij leert begrijpen wie je bent. Dan noemen ze je: 'hij, die zichzelf kent'. Want hij, die zichzelf niet heeft leren kennen, weet niets. Maar hij, die zichzelf wel heeft leren kennen, heeft tegelijk kennis verworven van de diepte van het al. Datgene wat je in je hebt, zal je redden, als je het aan het licht kan brengen".
Thomas wordt symbolisch opgevat. Iedereen die Jezus leert zien, gaat zichzelf ook als zijn tweelingbroer zien. Als iemand die naar het beeld van God is geschapen, net zoals Jezus.
Het evangelie van Thomas is een verzameling uitspraken die iets beloven te openbaren.
"Wat geen oor kan horen, wat geen oog kan zien, wat geen hand ooit heeft beroerd en geen mens ooit heeft gedacht".
Wat is dat? Dat ben jezelf! Je kunt je bewustzijn niet horen of zien. DAAR gaat het om als je het christendom of het heidendom wilt begrijpen. Het is een reis naar zelfkennis.
Dit was het gebod dat de God Apollo de heidenen bij het orakel van Delphi oplegde. Dat ze op zoek moesten naar Gnosis, zelfkennis. Leer jezelf kennen!
Voor de christenen geldt hetzelfde. Wat ze zoeken, is het deel dat niet kon sterven. Het is niet zo dat je iets krijgt wat je nog niet had, je ontdekt dat je al onsterfelijk bent. Omdat je essentie niet je lichaam is. Als je ontdekt wat je écht bent, ontdek je God! Dan ontdekt je God in je binnenste.
Je lijkt een lichaam te zijn, maar je bent een bewustzijn. Dat bewustzijn is getuige van geboorte en dood en dat vele keren opnieuw, want alle gnostici geloofden in wedergeboorte. Het is net als ontwaken en weer gaan slapen. De cyclus ging steeds door, maar jij was nooit het lichaam. Jij was het bewustzijn dat dit waarnam.
Je was dus nooit geboren en kon dus niet sterven.
Alle dingen zijn een uiting van één ding. Alle mensen zijn dus beelden, de gnostici zeggen: 'eidolon'→ van de ene demon of geest. Een weerspiegeling van het goddelijke is het niet écht. Eerder het goddelijke dat van zichzelf bewust wordt.
Ze duiden de Vader aan als de 'stralende duisternis'. Als licht niet weerkaatst wordt, is het donker. Vandaar 'stralende duisternis'.
Alleen licht, alleen bewustzijn dat zich ergens van bewust is.
Als licht iets creëert om zich van bewust te zijn, of als licht iets gaat weerkaatsen, dan ontstaat het universum. Dat ene bewustzijn van God komt tot uiting in alle bewuste wezens, zodat wij allen beelden, eidolons, zijn van dat ene bewustzijn, dat het heelal is, dat alles is en dus God is.
In het Thomas-evanglie spreekt Jezus als de stem uit het licht.
"Ik ben het die het licht is dat boven hen allen is. Ik ben het die alles is. Ik ben alle dingen en alle dingen komen voort uit mij. Splijt een stuk hout en daar ben ik. Til een steen op en u zult mij vinden".
De reden waarom de uitspraak uit het Thomasevangelie: "onder elke steen vindt u mij", zo gevaarlijk is voor de Kerk is omdat het Pantheïstisch is. Er blijkt uit dat God overal is en in alle dingen.
Bij de overwinning van de Kerk, plaatste de Kerk zich daartussen. Je kunt alleen bij God komen via de bisschop.
De gnostici: 'Het gaat om jou, jij kunt het zelf'. Dat was de openbaring van de gnosis. Dat je wezen van nature onsterfelijk is. Daarvoor hoefde je niet braaf te zijn. Gnostici zijn dan ook anarchistisch. Ze houden niet van gehoorzaamheid, No Rules.
Hun held Jezus wordt door hen dan ook neergezet als een libertijn, die met prostituees en mensen van laag allooi omgaat. Jezus overtreedt de regels, ontheiligt de Sabbat en valt de religieuze autoriteiten voortdurend aan.
Hij is de klassieke Gnosticus, zo waren ze zelf ook. Het gaat voor hun niet om de regeltjes maar dat je ontdekt wat, wie je echt bent.
In het thomas-evangelie is de boodschap belangrijker dan de boodschapper. Het stamt uit een tijd van voor de evangeliën uit de Bijbel. Net als Paulus die we als belangrijk grondlegger van de Kerk zagen maar nu steeds meer in een ander licht zien.
Paulus, die overigens ook gnosticus was, heeft het over de Christus in ons, over onsterfelijkheid in de mystieke zin. Omdat Paulus er al was vóór ze het verhaal letterlijk gingen opvatten.
Paulus is een volkomen verkeerd begrepen figuur. In zijn tijd staat gnostiek nog helemaal niet tegenover een letterlijke opvatting want de letterlijke Jezus IS ER NOG NIET!
Eén tot twee generaties later geven de evangeliën het leven van Jezus in detail weer. De boodschapper is bijna belangrijker dan de boodschap en Jezus wordt letterlijk de 'Zoon van God'. Maar Paulus geeft, vanonder aanpassingen en invoegingen die later gedaan werden, een ander beeld. Dat van Jezus als mysterie, een metafoor, een stem in je binnenste.
Gnostische christenen zagen Paulus als hun leraar. De Kerkvader Tertullianus, die gnostici verafschuwde, noemde Paulus de Apostel van de Ketters, omdat de ketters allemaal van Paulus hielden, hem citeerden en hem opeisten. Omdat wat hij leerde zo mysterieus was en zo diepzinnig.
Het denken van Paulus lijkt veel meer te passen bij de denkbeelden die vooral in het oude Alexandrië bloeide, de plek waar Afrika, Azië en Europa elkaar kruisen, Poort tot Egypte. Ooit de grootste havenstad uit de oudheid. De stad van Alexander de Grote. In die tijd, de 2de stad van het westen. Hier was de bakermat van het Gnosticisme.
Hier woonden Grieken, Egyptenaren en er waren meer Joden in Alexandrië dan er innertijd in Judea of Galilea woonden. Die joden woonden in ballingschap en hadden een onbekende God in hun hart gevonden. Maar ze konden diezelfde God niet in deze wereld vinden omdat deze wereld één en al ellende en kwaad is. Daarom besloten ze dat die wereld geschapen was door een 'mindere' God. Die mindere God was Jehova, hun stamgod. De God uit het Oude Testament. De god van oog om oog, tand om tand. Een wraakzuchtige en jaloerse God.
Al hun verhalen lijken te berusten op een diepe ontevredenheid met de wereld omdat die geschapen is door een inferieure God. Dit kon niet het werk van een volmaakte God zijn. Je leest dus bij hen steeds dat deze wereld een vergissing is.
Het Verhaal gaat:
De wereld is geschapen omdat de jongste dochter van de echte God, Wijsheid ofwel Sophia geheten, stapelverliefd werd op haar Vader.
Uit frustratie over deze ongeoorloofde liefde maakte ze bij zichzelf een kind, ze bezwangerde zichzelf. Daarna aborteerde ze het bastaardkind dat in haar zat. Die geaborteerde, misvormde Zoon met een leeuwenkop, YELDEBAOTH, de koning van de Chaos, nam in zijn arrogantie aan dat hij ooit de enige God uit de Hemel was verstoten en schiep toen de wereld, deze fysieke wereld.
Dus deze wereld is geschapen vanuit een ongeoorloofde passie, in smart door Yeldebaoth, die de joden en de christenen VALSELIJK aanbidden als hun ware God. Een God van materie die de mensen tot gevaarte van stof maakt, zijn eeuwige geest geketend aan een sterfelijk lichaam. Schepper van deze wereld vormt hij de mens naar zijn evenbeeld, slaaf van materie waarvan hij nooit genoeg kan krijgen.
De 'goede' God, de échte, zond in zijn barmhartigheid Jezus om de mensheid te verlossen van de verkeerde ideeën van Yeldeboath.
Toen de joden uit Alexandrë christen waren geworden, sprak Jezus hun diepste zelf aan. Ze zeiden: "Wie zichzelf kent, kent God".
Het christendom is zeer uitzonderlijk wat betreft de mate waarin de alziende God de gelovigen observeert en straft, of dat schijnt te doen, voor foute gedachten of het in gedachten zondigen.
Zonde en schuld schiepen een geloof waarin de Hel een rol ging spelen. Vrees voor God, vermaningen van priesters. Een beeld waarvan gnostici niets van moesten hebben. Het woord 'zondaar' komt in hun woordenboek niet voor.
Jezus een verlichter, een stem, symbool voor het goddelijke, en gnostici zagen Jezus ook als een mens die goddelijk inzicht kreeg bij de doop, toen hij als een boeddha werd. Hij die weet, de Christus.
Orthodoxe christenen nemen dat letterlijk. Als Christus goddelijk was, dan was hij Gods zoon, zijn eniggeboren zoon. Zijn geboorte moest dan ook goddelijk zijn, wat gnostici nogal naïef noemden.
De wegen lijken te scheiden in het laatste evangelie in de bijbel, dat van Johannes
Voor de huidige christen is Jezus natuurlijk Gods eniggeboren zoon. Maar dat staat NIET in Mattheüs, Marcus of Lucas. Daar is Jezus de Messias van God. Diegene die zijn volk verlost, die de weg van rechtschapenheid onderwijst. Als vrome jood kun je Jezus op dat punt volgen. Maar het evangelie van Johannes stelt dat Jezus Gods zoon is. Zijn eniggeboren zelfs. Die radicale stelling, die je bij orthodoxe christenen niet eerder tegenkomt dan ongeveer het jaar 160, wordt de bril waardoor alle evangelies worden bekeken.
Je kunt bedenken dat het evangelie van Johannes werd geschreven om de andere visies te weerleggen. Het geeft een totaal andere draai aan de christelijke boodschap.
Jezus, letterlijk Zoon van God!
Maar voor gnostici was Jezus een metafoor, een symbool van het goddelijke dat in ons allemaal zit. In die zin zijn we allemaal zonen van God.
We zijn de zonen van God als we onze ware identiteit beseffen. Als we dat niet doen, zijn we eigenlijk dood. Dit is fascinerend. In de Oudheid is dit de onderwereld. Wij zijn nu dood. Voor de gnostici zijn wij spiritueel dood omdat we denken dat we ons lichaam zijn, en dat is niet zo. Wij zijn God, het bewustzijn van het heelal. We denken dat we een lichaam zijn met de problemen die daarbij horen. Wat we moeten doen is herrijzen. Ofwel:
Je ontdekt dat je al onsterfelijk bent omdat je lichaam niet je essentie is.
We misleiden onszelf als we denken dat we enkel dit lichaam zijn.
Wij moeten ons lichaam los maken dat vastzit aan het Kruis van de materie en we moeten herrijzen als 'ware identiteit', 'Zoon van God'.
Dus het hele verhaal van de kruisiging van Christus en de herrijzenis is dus een voorbeeld voor ons allemaal. En het loodst je door deze inwijding heen.
Opnieuw dit verschil:
Bij christenen die alles naar de letter nemen, wordt dit het, nogal 'macabere idee' dat je aan het einde der tijden zult herrijzen in je lichaam en weer fysiek zult zijn, omdat ze denken dat het ook zo met Jezus is gegaan. Zo zal het met ons dan ook gaan. Mits je de christelijke boodschap begrijpt.
De gnostici zeggen precies het tegenovergestelde: Als je die boodschap niet begrijpt, reïncarneer je juist in een lichaam. Als je hem wel begrijpt, besef je dat je geen lichaam bent in de eerste plaats. Maar dat je de Christus bent. Dat we allen één zijn en dat die reïncarnatie eigenlijk overbodig is.
Bijna een ander geloof, een andere benadering. Wat kwam eerst? Wat was de oorsprong?
De orthodoxe schrijver Polycarpus en halverwege de tweede eeuw: Tertullianus, schrijven dat de gnostici de wereld bevolkten. Daardoor krijg je een ander idee over de orthodoxe kerk. Het traditionele plaatje is dat die kerk voorstsproot uit apostelen zoals Petrus en nog een hoop andere figuren. Het gnosticisme was een latere afwijking, iets min of meer heidens. Maar we zouden moeten zeggen dat het andersom was. Het gnosticisme was de eerste eeuwen wijdverbreid en werd vertrapt door een kerk die zich tegen z'n bron keerde.
De orthodoxie ontstond na het gnosticisme. Het was een reactie, het definieerde zichzelf met wat het niet was. Het christendom definieert zich met wat het bestrijdt: het gnosticisme. Zo kon het zijn eigen inhoud bepalen.
Uit duizenden geschriften en evangeliën selecteerden de vroege orthodoxe kerkvaders, 7 à 8 eeuwen nadat Jezus leefde, de paar die later het nieuwe testament vormde en het geloof bepalen zou.
Je kunt bedenken dat de dreiging van een vreselijk gevaar, van vervolging, christelijke leiders ertoe bracht te proberen de basisinstellingen te zoeken waarin iedereen zich kon vinden.
Bij die selectie werden alle gnostische geschriften, alle die de letterlijke opvatting van Jezus in de weg stond, opzij gelegd.
Het mooie van het christendom is dat de boodschap zo simpel is: 'Jezus is de zoon van God', 'Jezus verlost ons van onze zonden', 'Jezus is voor ons gestorven. Al die slogans geven toegang tot de christelijke sekte, de christelijke kerk.
Je zou kunnen zeggen dat het een geloof voor simpele zielen werd. Maar de bedoeling was om de christelijke boodschap in een versimpelde vorm te brengen die de instemming had van christenen over de hele wereld
Het zou een verkeerde opvatting zijn om te zeggen dat de evangeliën over het algemeen genomen een verzinsel zijn.
Ze zijn alleen vatbaar voor tegenstrijdige interpretaties.
Neem nou Paulus. Die zegt dat je op twee manieren tegelijk kunt spreken: Voor hen die de spirituele boodschap horen en voor hen die het letterlijk nemen.
Neem nou de spreuk die je meestal boven kerkportalen ziet: 'Niemand komt tot de Vader dan door mij (Jezus)'.
Bij gnostici is dat de leerstelling dat je tot God komt als je beseft waar deze figuur (Jezus) voor staat in jou. Dat is Paulus' boodschap: om tot God te komen moet je de christus in jezelf zoeken. Maar de kerk naar de letter zegt: Nee dit is de enige manier. En als je die zoon van God letterlijk opvat en niet mythisch, vloeit daaruit voort dat je de zielen van anderen moet gaan redden. En voor hun eigen bestwil moet je ze dwingen daarin te geloven. Dus je krijgt een goddelijk gebod om autoritair te zijn.
Het was een rare discussie.
De christenen vatten alles persoonlijk op. Dat past bij hun geloof. Maar als je de godheid persoonlijk maakt, vul je die aan met alle woede , oordelen en agressie die in de mens zitten. De christenen vatten het persoonlijk op als hun verlossing werd ontkent.
De gnostici wilden alleen weten hoe het zat.
Het probleem voor de gnostici is dat ze in hun eentje op zoek zijn naar verlossing. Daarom zijn ze niet georganiseerd, zijn ze geen eenheid
De gnostici vielen de ideeën van de vroege christen aan. De christenen vielen op hun beurt niet de ideeën van de gnostici aan, maar de gnostici zelf. Ze werden vermoord.
Beide opvattingen hadden misschien naast elkaar kunnen voortbestaan, ware het niet om Constantijn, de eerste Romeinse keizer die het christendom omarmt en die jonge kerk in zijn kielzog aan de macht brengt.
Als je teruggaat naar de verliezers uit de vierde eeuw, kun je zeggen dat zij het gevecht verloren en de Roomse kerk met haar letterlijke ideeën over Jezus won, wil niet zeggen dat die kerk ook de juiste versie geeft. En wat de verliezers betreft, zij zijn uitgeroeid Iedereen die het 'andere verhaal' kende, de gnostici, de heidenen, moest weg. De tempels werden afgebroken, de filosofen werden vermoord, de boeken verbrand.
Als het christendom Gods favoriete religie was, had het de Gouden Eeuw moeten brengen. Maar de donkere Middeleeuwen kwamen en alle kennis werd vergeten.
Pas in de Renaissance kwam Florence die heidense geleerdheid weer terug. Zoals de boeken van Plato die 1000 jaar verboden waren geweest. Botticelli schilderde ineens weer heidense goden. Dat noemen we de wedergeboorte van onze cultuur. We gingen terug naar waar we gebleven waren vóór het christendom zegevierde
Hoewel later veel christelijke mystici intuïtief deze diepere symbolische laag doorgrondden, hebben we alleen de uiterlijke mysteriën behouden. We hebben de vorm behouden , maar zijn de betekenis kwijtgeraakt.
Terwijl kerken leeglopen, zoeken mensen elders tot aan de andere kant van de wereld, zich niet realiserend dat diep in het verleden een ouden traditie was die hetzelfde deed, en dezelfde mensen aansprak.
Bepaalde kerkvaders, zoals Irenaeus, in zijn beroemde werk tegen de ketters, proberen te bepalen wat gnostici zijn en te bewijzen dat het geen christenen waren.
Hun eerste kenmerk is: ze lezen en interpreteren de bijbel graag.
Ten tweede: ze gaan graag op hun eigen intuïtie , openbaringen en dromen af en geloven dat ze kennisgevingen over het goddelijke ontvangen.
Ten derde zijn ze voortdurend op zoek en staan zij open voor nieuw onderzoek.
Dat kun je nu ook zeggen van 'New Age', maar vooral van filosofen werd verwacht dat ze onderzoek deden en bleven vragen!
Wie op onderzoek uitgaat, vindt een traditie die werd uitgeroeid, eeuwenlang was onderbroken. Nu lijkt ze verwarrend en moeilijk te begrijpen.
Er is geen korte weg naar Gnosis en geen onmiddellijk 'Nirwana'.
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...