Terwijl voorzitter John Jaakke zich in een schemerig hoekje van het stadion geërgerd afvroeg waarom niemand van de organisatie omkeek naar de zware delegatie van Ajax, meldde Gerard van der Lem zich zonder toegangskaart bij de poort.
„Ah”, dacht een buigende lakei, „daar hebben we de grote coach, mister Gerard.” Er werd met de handen geklapt en de Amsterdammer kreeg direct een vrijgeleide. De doodgewone man die alleen even het duel van zijn oude werkgever tegen Internazionale wilde zien, werd zonder dralen op het ereterras geplant en als een sjeik gefêteerd.
![]()
Hij heeft het niet zo gewild, maar in Doebai is Gerard van der Lem groter dan Ajax. Dit seizoen werkt hij als hoofdtrainer bij AlSharjah. Hij nam Co Jager, al heel lang zijn trouwe assistent, mee. Voorafgaand aan de wedstrijd tegen Inter vond er een kleine reünie plaats langs de lijn. Vooral John Heitinga, Klaas-Jan Huntelaar en Hedwiges Maduro en enkele begeleiders vielen Van der Lem in de armen.
„Ajax is en blijft toch mijn club.”Ingetogen geniet hij van het succes in Doebai. Zijn ploeg bezette eerder al de tweede plaats en staat thans vierde in de hoogste afdeling. Voor een club die met een modaal bestedingspatroon een uitzondering mag worden genoemd tussen de rijken, is dat een prima prestatie. Onlangs bereikte Al-Sharjah tevens de halve finale van het bekertoernooi. Dat zijn de momenten waarop Van der Lem de kleedkamer verlaat en rustig in de dugout van een verlaten stadion zijn sigaartje rookt. Binnen wordt het succes gevierd door de sjeik en zijn broers, zonen, neven en wie allemaal nog komt aanhollen.
Van der Lem is de enige die de prins bij zijn voornaam noemt.
„Dat is een jongen van 24. Komt net uit Engeland, waar hij zijn studie heeft afgerond.” Klaar om toe te treden tot het rijk der allerrijksten. Weinigen durven hem in de ogen te kijken. Van der Lem slaat hem joviaal op de schouders en denkt even terug aan de tijd dat hij voor even hoofdtrainer was van zijn Ajax in het seizoen 1994-1995 en op 18 mei 1995 in De Kuip Feyenoord met 0-5 versloeg.
© Telegraaf Sport.
Slapen is geen geringe kunst: je moet er de hele dag voor wakker blijven.