quote:
Alex Pastoor: 'Die bal gaat er vanzelf een keertje in' Afmaker met zelfkritiek
Wie Kermit Erasmus gisteravond met Excelsior 45 minuten zag zwoegen tegen vierdeklasser Hermandad (11-0), zou bijna medelijden met hem krijgen.
Voor de goal zag de Zuid-Afrikaan vrijwel alles wat hij probeerde, mislukken. ,,Kermit is een ambitieuze prof die vertrouwen nodig heeft,'' sprak trainer Alex Pastoor. ,,Hij heeft een moment nodig om over een hobbel te komen. Die bal gaat er vanzelf een keertje in.''
Waar Erasmus droog stond, werd Roland Bergkamp na rust met een loepzuivere hattrick topscorer van de avond. Ook Karim Mossaoui (2x), Peter de Lange (2x), Mitchell Schet (2x), Jordao Pattinama en Norichio Nieveld waren trefzeker. Held van de avond werd Hermandad-doelman Robbie Boer. De 44-jarige invaller stal de show met een aantal prima reflexen en stopte zelfs een strafschop van Mo Faouzi. Een kans voor Kermit Erasmus is een goal. Zo werkte het thuis in Zuid-Afrika tenminste. De kleine aanvaller, die in eigen land niet voor niets wordt vergeleken met Romario, is de eerste om toe te geven dat hij in het shirt van Feyenoord meer had moeten scoren. Bij Excelsior wil de 19-jarige huurling laten zien dat hij wel degelijk een garantie is voor goals. ,,Vorig jaar was ik mezelf niet.''
Erasmus viel afgelopen seizoen niet alleen op door zijn uitbundige kapsels of bijzondere voornaam die hij dankt aan jazzmuzikant Kermit Ruffins ('niet mijn favoriete muziek'). Hij baarde tevens opzien door zijn neusje voor de goal. Erasmus koppelt techniek en snelheid aan gevoel voor de juiste positie. Uitstekende eigenschappen voor een spits. Zijn rendement liet echter te wensen over.
,,Mijn finishing moet beter,'' weet de Zuid-Afrikaan. ,,Iedereen die me kent, weet dat ik bijna elke kans die ik krijg, afmaak. Ik moet weer dodelijk worden voor de goal. De taak van een aanvaller is doelpunten maken. Mensen kijken niet of je als spits goed voetbalt, maar als je scoort zijn ze blij.''
Zelfkritiek is hem niet vreemd. Erasmus weet precies waar het hem in zijn eerste jaar Rotterdam aan schortte. ,,Ik dacht te veel aan scoren als ik in een goede positie kwam. Dat was mijn grootste probleem. Je moet niet vooruit denken, maar alles stap voor stap doen. Ik maakte het mezelf moeilijk door al aan afmaken te denken voor ik de bal had gecontroleerd. Maar als je eerste aanname niet goed is en je daardoor nog een balcontact nodig hebt, geef je verdedigers meer tijd of schiet je niet goed. Eerst controleren, dan afmaken. Dat moet ik in mijn hoofd houden.''
Dat Feyenoord hem een jaartje wil laten rijpen bij Excelsior, is voor hem geen teleursteling. ,,Ik zie het als een mooie kans. Soms word je in je leven een andere kant op geduwd. Ik geloof dat alles met een reden gebeurt. Ja, ik ben erg gelovig. God heeft een plan met mijn leven én mijn voetbalcarrière. Ik geloof dat Hij ook na Excelsior weer een deur voor me opent. Deze club is een goede springplank. Dat heeft het verleden wel bewezen met spelers als Kalou en El Hamdaoui.''
Zijn nieuwe omgeving voelt vertrouwt. Met de trainersstaf en een groot aantal medespelers werkte hij vorig seizoen bij Jong Feyenoord ook al samen. ,,Daarom heb ik ook niet het gevoel dat ik bij een nieuwe club zit. Het is mooi dat spelers hier een kans krijgen in een serieuze competitie.''
Of het zijn kansen op het WK in eigen land vergroot, is de vraag. ,,Die zijn wel afgenomen, denk ik. Coaches kijken toch meestal naar spelers op het hoogste niveau en hebben minder aandacht voor de lagere divisies. Maar ik ben nog jong. Ik heb geen haast.''
Tijdens het WK onder 20, dat in september in Egypte wordt gespeeld, hoopt hij in beeld te blijven bij de bondscoaches. ,,Ik denk dat bijna niemand in Zuid-Afrika weet dat ik nu voor Excelsior speel. Er waren mensen die dachten dat ik voor een nieuwe club had getekend. Ik denk dat ik maar het beste kan uitleggen dat ik nu bij de club van Kalou speel. Dan snappen ze ook dat ik niet weg ben bij Feyenoord.''