Bronquote:«We onthouden te veel»
Hoe komt het dat veel leerlingen hun spelling verzorgen tijdens de lessen Nederlands maar er flagrant tegen zondigen in andere vakken? Waarom schrijven taalvaardige leerlingen, studenten, ja zelfs leerkrachten en professoren dt-fouten? Zit de mot in het geheugen? Nee, zeggen onderzoekers, we onthouden juist te veel.
Niets wordt zoveel herhaald in het onderwijs als de Nederlandse spelling. Toch blijft het fouten regenen, dt-fouten aan de kop. «Ook gevorderde spellers, die de regels van de werkwoordspelling beheersen, schrijven nog altijd meer dt-fouten dan men mag verwachten», beaamt prof. Dominiek Sandra (Universiteit Antwerpen). Samen met zijn collega's Frans Daems en Steven Frisson en een aantal kandidatuurstudenten Germaanse zocht hij naar de oorzaak van dit fenomeen. Ze onderwierpen 198 laatstejaars uit het algemeen secundair onderwijs, ervaren spellers dus, aan een gatendictee, waarin zij onder meer werkwoordvormen moesten invullen. Hoewel hun aandacht maximaal op een correcte spelling was gericht, schreven ze veel dt-fouten, en wel die die de onderzoekers voorspelden.
Geheugenstraf
«Dt-fouten zijn onvermijdelijk en er steekt een heel duidelijke systematiek achter», verklaart Dominiek Sandra. «Dat komt door de manier waarop ons brein werkt. Zo hebben we allemaal een gigantisch woordgeheugen, waarin we voortdurend en onbewust alle woorden opslaan, die we onder ogen krijgen. Ondanks het bestaan van erg eenvoudige en sluitende regels voor de vervoeging van werkwoorden (b.v. stam + t), slaat ons geheugen alle mogelijke werkwoordvormen op. Ook gelijkklinkende vormen als besteld - bestelt of word - wordt. Nu komt de ene woordvorm in het Nederlands veel frequenter voor dan de andere. Dat beïnvloedt ons woordgeheugen: vormen die we vaker tegenkomen, zitten beter ingeprent en komen automatisch weer boven. Omdat wordt vaker voorkomt in onze taal dan word, lopen we meer risico's om ik wordt te schrijven dan hij word. De experimenten suggereren ook dat ons geheugen sneller vaak voorkomende werkwoordvormen oproept dan de spellingregels die we moeten toepassen. Daardoor gaan we twijfelen en fouten maken. In een aantal gevallen hebben spellers daardoor geluk: omdat ze vooral die werkwoordvormen schrijven die het vaakst voorkomen, is de kans groot dat ze juist zijn.» Steven Frisson wijst op extra stoorzenders die het verschijnsel nog doen toenemen: «Als er bijvoorbeeld veel woorden staan tussen het onderwerp van de zin en het werkwoord, lopen we een groter risico niet meer goed te weten wat het onderwerp van de zin is als we aan het werkwoord toe zijn. Dat vergroot de kans dat ons woordgeheugen de meest voorkomende werkwoordvorm nog makkelijker opdringt.» «De belangrijkste bevinding van ons onderzoek», zegt Dominiek Sandra, «is dat dt-fouten niet toevallig tot stand komen maar regelmatigheden volgen die door de werking van ons geheugen gedicteerd worden. Spellers worden bestraft voor iets wat onvermijdelijk is, namelijk de opslag van woorden in hun geheugen.»
De negenproef
Waarom schrijft de ene leerling meer dt-fouten dan de andere, zelfs als ze allebei de regels kennen? «Ervaren spellers kijken hun werkwoordvormen nog tijdens het schrijven na of ze doen dat zeker achteraf», legt Dominiek Sandra uit. «Ze reviseren hun werk. Dat moet voor elk van ons een automatisme worden. Een vijftienjarige die veel dt-fouten schrijft, hoewel hij de regels kent en kan toepassen, heeft vermoedelijk nooit goed leren reviseren. Dat verklaart ook waarom sommige leerlingen wel hun best doen als ze een dictee krijgen, maar de ene spelfout na de andere schrijven tijdens een toets fysica. Reviseren, hun werk nalezen, leren kinderen grotendeels in het lager onderwijs. Ze doen dat niet enkel voor taal maar ook voor rekenen, denk aan de negenproef. Maar de werkwoordspelling checken vergt ook kennis van syntaxis. Daarvoor heb je een groot abstractievermogen nodig en dat hebben kinderen gemiddeld niet ver genoeg ontwikkeld voor hun 14 jaar. Leren reviseren mag dus zeker niet stoppen in het secundair.»
Sluipend gevaar
Hoe kunnen leerkrachten de dt-fout uitroeien? «Uitroeien kan niet», antwoordt prof. Frans Daems. «Leerkrachten moeten wel begrijpen dat een dt-fout niets te maken heeft met een gebrek aan intelligentie, maar met de structuur van het taalverwerkingssysteem. Daarmee wil ik dt-fouten niet goedpraten, maar men zou er op school wel anders mee kunnen omgaan. Laat bijvoorbeeld alleen de leerkracht Nederlands punten aftrekken voor spelfouten, en dan nog enkel in dicteesituaties. In alle andere situaties is het risico op fouten maken groter. Leerkrachten, àlle leerkrachten, moeten er hun leerlingen wel op wijzen dat het fouten zijn. De leerkracht Nederlands moet zijn leerlingen gevoelig maken voor het feit dat dt-fouten een sluipend gevaar zijn voor iedereen. Hij moet zijn leerlingen een reviseerattitude bijbrengen: bewuste controle van schrijfwerk achteraf (vooral bij gelijkklinkende woordvormen), met expliciete aandacht voor de regels. Hij kan hen oefenen om gevaarvormen te onderkennen, zodat in hun geheugen alarmlampjes gaan branden, zoals we bijna allemaal ervaren bij het woord onmiddellijk. Ik zou ook afstappen van typische invuloefeningen met enkel uitgangen (t, d, of dt). Laat leerlingen volledige werkwoordvormen schrijven in een communicatieve context, met verificatie achteraf. Ten slotte moeten we oppassen met sommige bestaande spellingtoetsen. Een toets die enkel aangeeft dat een leerling fouten maakt tegen de spelling van de derde persoon enkelvoud zegt niets over de onderliggende oorzaak van die fout.»
Hij drinkt niet altijd "t" en ik drink er soms wél. Bronnen van hardnekkige werkwoordfouten in het Nederlands. Onderzoeksverslag van het werkwoordfoutenonderzoek, o.l.v. prof. D. Sandra, in het kader van de Geconcerteerde Onderzoeksactie "Computationele Psycholinguïstiek" aan de Universiteit Antwerpen (promotoren: W. Daelemans, S. Gillis, D. Sandra). Geïnteresseerden kunnen een uitgebreidere tekst van dit onderzoek downloaden via www.klasse.be/ kvl/107/teksten/53 Er komt ook een uitgebreid artikel in het tijdschrift Vonk van januari 2001. Geïnteresseerden kunnen zich alvast melden bij Geert Van hoogenbemt - Eeklostraat 149 - 9030 Mariakerke - tel/fax 09-226 00 58 - Geert.Vanhoogenbemt@hogent.be
Dat lijkt me niet. Je weet doorgaans dondersgoed wat het onderwerp is, en wat het lijdend voorwerp, wie wat doet. Het Nederlands kent niet veel naamvallen meer, maar de persoonlijke voornaamwoorden nog wel. Een zin als "Ik geloof dat ik gisteren hij nog tegenkwam." produceert niemand; je weet daar best wat onderwerp is (ook in de bijzin), en dat het "hem" moet zijn. Ook weet je dat de gebruilijke volgorde van de woorden verandert, je zegt niet "ik geloof dat ik kwam hem gisteren tegen". Als je Engels zou praten, dan zou je wel zeggen: "I think I met him yesterday', en niet "I hem yesterday met." Ingewikkelde processen? Jazeker. Maar iedereen met een beetje taalgevoel lukt het wel om dat goed te doen. Er zijn tal van regels (bijvoorbeeld voor 'er') die zo ontzettend ingewikkeld zijn, voor de verbuiging van bijvoegelijke naamwoorden "een mooi meisje, het mooie meisje", die veel Nederlanders vanzelf goed doen.quote:Op woensdag 5 december 2007 11:36 schreef releaze het volgende:
Ik kan me voorstellen dat wanneer je bezig bent met het schrijven van je innerlijke processen dat je dan niet om de zin even terug kijkt naar wat nou de pv is, het onderwerp, de tijd waarin het zich afspeelt, maar dat je gewoon bezig bent met wat voor jou de kern van de zaak is, namelijk het vertalen.
Wiskunde is ook toepassen van regeltjes. Sterker nog, wiskunde is puur logica, dus geen uitzonderings regeltjes, onregelmatige gevallen, geen regels die iedere 5 jaar veranderen, etc..quote:Op zondag 2 december 2007 12:32 schreef UncleFunk het volgende:
Wat een onzin. 't Zijn gewoon regeltjes. Regeltjes kun je toepassen. Wat een slap geouwehoer over je ziet meer "houdt" dan houd. Kom op zeg.
Ik heb ook geleerd zonder fouten in werkwoordsvormen te schrijven, waarom kan een ander dat niet? 't Is geen hogere wiskunde. Maar goed, als ik me dan bedenk dat zelfs tijdens mijn studie Nederlands medestudenten het presteerden werkwoordsvormen fout aan 't papier toe te vertrouwen
Niet goed zijn in wiskunde is een stuk vergeeflijker dan veel spelfouten maken. Schrijven leer je immers al in groep 3 van de basisschool en blijf je je hele leven doen, terwijl je pas in de brugklas voor het eerst te maken krijgt met wiskunde en veel mensen er na hun middelbare-schooltijd nauwelijks meer mee te maken krijgen.quote:Op woensdag 5 december 2007 12:18 schreef Automatic_Rock het volgende:
[..]
Wiskunde is ook toepassen van regeltjes. Sterker nog, wiskunde is puur logica, dus geen uitzonderings regeltjes, onregelmatige gevallen, geen regels die iedere 5 jaar veranderen, etc..
Zowel bij wiskunde als bij taal is het gewoon een kwestie van aanvoelen welke regel je wanneer, en hoe, moet toepassen..
Een beetje natuurlijk talent scheelt een hoop dus.
misschien niet opgelet, misschien dromerig, of een griepje net in die week dat men...enzo..quote:Op zondag 2 december 2007 14:28 schreef Hephaistos. het volgende:
[..]
Nu ik er aan terugdenk kende ik de regels ook niet toen ik van de basisschool afkwam. Ben het toen zelf maar op gaan zoeken toen ik opeens een 1 kreeg voor een opstel op de middelbare schoolVreemd eigenlijk, want ik zal die stof heus wel gekregen hebben op de basisschool. Toch niet blijven hangen denk ik.
De werkwoordsspelling is niet veranderd in de laatste spellingswijzigingen. Die laatste wijzigingen slaan overigens nergens op en dragen slechts bij aan een grotere afkeer van spelling. Veranderingen brengen verwarring met zich mee.quote:Op woensdag 5 december 2007 12:18 schreef Automatic_Rock het volgende:
[..]
Wiskunde is ook toepassen van regeltjes. Sterker nog, wiskunde is puur logica, dus geen uitzonderings regeltjes, onregelmatige gevallen, geen regels die iedere 5 jaar veranderen, etc..
Maar je kunt blijkbaar wel onthouden dat omdat je 'de week' zegt, je ook 'die week' schrijft. Ook de woordvolgorde in de zinnen gaat goed. Ook iets waar je niet op let, naar ik aanneem.quote:Op woensdag 5 december 2007 12:41 schreef zhe-devilll het volgende:
[..]
misschien niet opgelet, misschien dromerig, of een griepje net in die week dat men...enzo..
misschien teveel gespijbelt,
en bij snel typen let je daar niet zo op, gelukkig is fok geen school
of een baan
En toch schrijven we gelukkig geen 'mensch' en 'bosch' en 'heeten' en 'zoo' meer.quote:Op woensdag 5 december 2007 12:46 schreef UncleFunk het volgende:
Veranderingen brengen verwarring met zich mee.
Het is wel terecht dat spelling meegaat met de tijd. Maar is het echt een essentiële verandering dat we het woord pannekoek anders gingen schrijven?quote:Op woensdag 5 december 2007 12:51 schreef Iblis het volgende:
[..]
En toch schrijven we gelukkig geen 'mensch' en 'bosch' en 'heeten' en 'zoo' meer.
Werkwoordsvervoegingen worden op basisscholen doorgaans niet in één week uitgelegd.quote:Op woensdag 5 december 2007 12:41 schreef zhe-devilll het volgende:
of een griepje net in die week dat men...
En was dat al zo, dan wordt het herhaald op de middelbare school.quote:Op woensdag 5 december 2007 12:55 schreef LinkseFrieseVegetarier het volgende:
[..]
Werkwoordsvervoegingen worden op basisscholen doorgaans niet in één week uitgelegd.
In groep 3 leer je woordjes schrijven... in groep 3 leer je ook 1+1quote:Op woensdag 5 december 2007 12:37 schreef LinkseFrieseVegetarier het volgende:
[..]
Niet goed zijn in wiskunde is een stuk vergeeflijker dan veel spelfouten maken. Schrijven leer je immers al in groep 3 van de basisschool en blijf je je hele leven doen, terwijl je pas in de brugklas voor het eerst te maken krijgt met wiskunde en veel mensen er na hun middelbare-schooltijd nauwelijks meer mee te maken krijgen.
Omdat er een wezenlijk verschil is tussen bijvoorbeeldquote:Op woensdag 5 december 2007 13:07 schreef Automatic_Rock het volgende:
Anyway, kan iemand mij het nut van de Dt regel uitleggen?? Naar mijn mening is het zo dat de geschreven taal de gesproken taal vast legt. En of het dan d of t is maakt niet uit in de spraak. Waarom doen we er met het schrift zo moeilijk over?
Zucht, er is geen dt-regel.quote:Op woensdag 5 december 2007 13:07 schreef Automatic_Rock het volgende:
Anyway, kan iemand mij het nut van de Dt regel uitleggen??
Weet je wat pas moeilijk is? 'Hij loopt', 'hij schrijft' en 'hij zwemt' schrijven, gewoon stam+t dus, maar dan ineens 'hij vind' en 'hij brand'. Zelf uitzonderingen gaan verzinnen op zo'n beetje de simpelste regel van de Nederlandse taal, nee, dát schiet op.quote:Naar mijn mening is het zo dat de geschreven taal de gesproken taal vast legt. En of het dan d of t is maakt niet uit in de spraak. Waarom doen we er met het schrift zo moeilijk over?
Dat klopt. Iets technischer geformuleerd: de persoonsvorm in de zin draagt de informatie over tijd en getal, de uitgang is mede drager van die informatie.quote:Op woensdag 5 december 2007 13:16 schreef LinkseFrieseVegetarier het volgende:
[..]
Omdat er een wezenlijk verschil is tussen bijvoorbeeld
Kabinetsplan rond begroting af
en
Kabinetsplan rondt begroting af
Zucht, hij bedoelt gewoon wanneer je nu een d of een t achter een stam moet zetten. De d/t regel dus.quote:Op woensdag 5 december 2007 13:50 schreef Frollo het volgende:
[..]
Zucht, er is geen dt-regel.Net zomin als er een pt- of een mt-regel is.
[..]
Nee, maar ach, m'n oma schrijft ook nog cigaretten. En de meesten kunnen wel onthouden dat het in het Engels cigaret(te) is (klemtoon is nog wat lastiger); maar vinden pannekoek of pannenkoek te moeilijk. Het is natuurlijk deels ook onwil. Als je vroeger wel kon beslissen of het nou bessenjam of bessejam of bessenstruik of bessestruik was, dan is pannenkoek ook wel te onthouden.quote:Op woensdag 5 december 2007 12:54 schreef UncleFunk het volgende:
[..]
Het is wel terecht dat spelling meegaat met de tijd. Maar is het echt een essentiële verandering dat we het woord pannekoek anders gingen schrijven?
Fonetisch schrijven is echt een paskwil. Je hebt het IPA, en dat is knap lastig. Mensen die dat beweren weten meestal niet zo goed waar ze het over hebben. Ik denk niet dat ze 'lievd@' willen gaan schrijven of zoiets. Om nog maar te zwijgen over wat we met de 'k' in 'zakdoek' gaan doen. Natuurljk kan het systeem met open en gesloten lettergrepen best herzien worden (want dat is echt niet heel logisch in het Nederlands, doch daar hoor je weer minder mensen over. Of de onlogica 'huis/huizen' versus 'paard/paarden', waarom niet huiz of paart?); maar puur fonetisch wordt 'm niet.quote:Op woensdag 5 december 2007 13:54 schreef Lienekien het volgende:
Overigens is de relatie tussen gesproken taal en hoe je het spelt op papier veel minder 'logisch' dan veel mensen denken. We schrijven namelijk niet fonetisch. Heel veel van onze spelling is gebaseerd op afspraken. Dus als je vindt dat het onzin is om onderscheid tussen een d of een t te maken omdat je dat onderscheid niet hoort, is dat een oneigenlijk argument.
Bij een persoonsvorm zet je nooit een d achter de stam. De d zit altijd al in de stam. En zo niet, dan komt 'ie er ook nooit.quote:Op woensdag 5 december 2007 13:59 schreef Hephaistos. het volgende:
[..]
Zucht, hij bedoelt gewoon wanneer je nu een d of een t achter een stam moet zetten. De d/t regel dus.
Ach, voltooid deelwoord dan. Je weet toch wat ik bedoel joh!quote:Op woensdag 5 december 2007 14:05 schreef Lienekien het volgende:
[..]
Bij een persoonsvorm zet je nooit een d achter de stam. De d zit altijd al in de stam. En zo niet, dan komt 'ie er ook nooit.
|
|
| Forum Opties | |
|---|---|
| Forumhop: | |
| Hop naar: | |