quote:
Op zaterdag 6 oktober 2007 00:24 schreef NegaSado het volgende:Bron:
http://www.geocities.com/meta_crock/Ontological/modal.htmHartshorne's ontological argument is based on Anselm's second argument and claims that God's existence is logically necessary. Hartshorne's argument is given here, where "N(A)" means "it is logically necessary that A," "~A" means "it is not the case that A," "-->" is strict implication, "v" means "or," and "g" means "God exists":
(kleine edit van mijn kant, vaak wordt g eerder weergeven als P. God wordt hier namelijk niet goed gedefineerd. P zou dan zijn 'bestaan van wezen van maximale perfectie'.)
g --> N(g)
N(g) v ~N(g)
~N(g) --> N(~N(g))
N(g) v N(~N(g))
N(~N(g)) --> N(~g)
N(g) v N(~g)
~N(~g)
N(g)
N(g) --> g
gMaar goed, laat me weten wat je van het bewijs van Hartshorne vindt. Ik denk dat je sommige stappen omstreden zult vinden. Het argument staat of valt met de achtergrond van de lezer... Wat uiteindelijk van het bestaan van God een geloofskwestie maakt. We can use logic to prove things that are even remotely true, aldus Homer.
Ik vind de eerste stap, eigenlijk al fout. Ik weet niet met welke logica gewerkt wordt, maar als ik de meest basale modale logica (een normale modale logica) aanneem, K genaamd, dan is g --> Ng geen geldige regel. We nemen de logica K, die heeft als axioma N(p -> q) -> (Np -> Nq), en als afleidingsregels modus ponens, uniforme substitutie, en generalisatie. Maar, -> introductie is
géén afleidingsregels. Alle tautologieën uit de propositielogica zijn trouwens ook vrijelijk te gebruiken als (waren het) axiomata.
Dus, stel je zou
g kunnen afleiden, dan ben je gerechtigd Ng te concluderen. Maar dat is wat anders dan dat je g -> Ng kunt concluderen. Dat is niet per se geldig. Je hebt dus een sterkere logica nodig om die regel te mogen toepassen. K is hier te zwak voor. De geldigheid van die regel moet dus eerst beargumenteerd worden. En daar verlaat je de modale logica eigenlijk al weer. Ik ken zo geen modale logica waar x -> Nx een axioma is. (Dat zou ook heel vreemd zijn.) x kan namelijk wel
toevallig waar zijn. Momenteel zit ik achter m'n computer, het dus níét noodzakelijk dat ik achter m'n computer zit. Dat god bestaat kan misschien zo zijn omdat-ie nog niet dood is. Goed, nu zegt de gelovige dat God niet dood kan gaan. Dat God zijn causa sui is, dat hij dus moet bestaan als hij bestaat, et cetera. Maar let wel! Dat is allemaal geen modale logica! Dat gaat veel verder. Dat is gewoon klassieke theologische hocus pocus met argumenten, drogredenen, dogmata en kruistochten.
N.B. Een aanname doen en die later intrekken is dus -> - introductie, en dat kan dus niet in deze logica. Dat komt op hetzelfde neer als regel één. Neem aan dat god bestaat: g, pas dan de necessity rule toe, concludeer N(g) en trek je aanname in, dan heb je g -> N(g). Dat is logisch gezien absurd. Je bewijst zo ook dat er kabouters bestaan en onzichtbare roze eenhoorns.
Kortom, het gaat direct bij de eerste stap de mist in. Ik vind het dan ook een beetje laakbaar dat het zo met logica gebracht wordt, terwijl het eigenlijk bij geen enkel systeem aansluit. Maar goed. We gaan verder.
Intuïstionisten nemen of-introductie, ofwel de uitgesloten derde, niet zonder meer aan. De introductie van de mogelijkheid ~N(g) in de tweede stap, vind ik dan ook betwistbaar. Het is mij niet evident dat Gods bestaan überhaupt bewezen of weerlegd kan worden. Misschien Is het wel onbeslisbaar of het noodzakelijk of niet noodzakelijk is dat Hij bestaat. (Maar, een normale modale logica bevat wel alle tautologieën uit de propositielogica, dus op zich vind ik de toepassing valide.)
Dan komen we bij ~N(g) -> N(~N(g)) – en dat gaat me eigenlijk ook wel wat te ver. Al om bovengenoemde redenen. Je hebt een sterkere logica nodig. Ng -> NNg is ook niet bruikbaar in deze logica, omdat iets wel bij toeval noodzakelijk kan zijn. Dat de som van de hoeken in een driehoek 180 graden is, is noodzakelijk bij ons, maar dat we een Euclidische geometrie hebben niet. Het is dus niet noodzakelijk dat de som van driehoeken noodzakelijk 180 graden is. Zeg dat P possible betekent, dan is een betere uitbreiding: p -> NPp. Dat p bestaat, betekent dat het noodzakelijk is dat het mogelijk is dat p bestaat.
Maar enfin. Ook de stap N(g) -> g is niet zonder meer geldig. Niet in alle logica's geldt die. Wel in de meeste overigens. (Oh, ik klik nu op de link en zie dat het S5 betrof… en waaruit regel 1 en 5 uit voorkomen, dat verklaart wel wat, maar niet genoeg, want S5 moet wel gerechtvaardigd worden! En stelling 1 en 5 ook.)
Maar laat ik het nog eens anders bekijken, en met het bewijs meegaan. Als het argument geldig is, dan moet ik er een waardering aan kunnen geven.
g --> N(g) is geldig als bijvoorbeeld God niet bestaat, en het ook niet noodzakelijk is dat hij bestaat. Dus 0 --> 0.
Dan, N(g) v ~N(g) is dan alleen geldig als ~N(g), dus we concluderen hier dat ~N(g).
Dan, ~N(g) --> N(~N(g)), en we zien dat dan ook moet gelden N(~N(g)), dat is geheel consistent met
N(g) v N(~N(g)) , want N(g) geldt niet, maar N(~N(g)) wel, dus deze stelling geldt ook. Dan de volgende afleiding, N(~N(g)) --> N(~g). Prima, dus we weten dat N(~g) nu geldt. Dan komen we bij: N(g) v N(~g), we wisten al dat N(g) niet geldt, dus moet N(~g) wel gelden!
En dan nemen we opeens aan dat ~N(~g). Die aanname is in tegenspraak met wat we al hebben! En uit een tegenspraak volgt alles, dus óók dat God bestaat, en zo lust ik er nog wel een paar.
Het argumetn werkt dus alleen lekker als je aanneemt dat g waar is! (En niet als je alleen aanneemt dat g -> N(g) waar is), je moet iets veel sterkers aannemen! En als je aanneemt dat g waar is, ja, dan loopt je argument als een trein en concludeer je dat g bestaat. Nou, knap hoor!
Ik vind dit gepruts met logica door mensen die er mee aanranzen echt verwerpelijk. Het lijkt indrukwekkend, maar dat is het niet. Het is domweg een foute redenering, wat ze ook zeggen. Sommige conclusies worden op grond van logica getrokken, sommige op grond van theologie,
maar samen zijn ze niet per se consistent.
Verder ken je het tegenargument wel. Namelijk, dat je dit ook kunt doen met een eilandje. Stel je het mooiste eiland voor dat je je kunt bedenken. Echt het perfecte vakantieeiland. Dan moet het bestaan, omdat als het niet bestaat, het niet perfect is? Of wat? Of het lekkerste snoepje! Het lekkerste snoepje moet wel bestaan omdat als het niet bestaat het wel, tja. Et cetera. Als je dit toepast op iets anders dan God dan rolt er de ene bizarre conclusie na de andere uit. En dan kun je wel zeggen dat het perfecte eiland niet goed gedefinieerd is. Want de ene wil een berg om te wandelen, en de ander wil een strand om aan te liggen, maar, dat dat bij God wel zo eenduidig is vereist weer theologische dogmata.
En dit hangt ook weer samen dat bestaan perfectie is. Als je dat loslaat, krijg je het argumetn van Gasking dat zegt.
1) Het universum scheppen en het leven op aarde is de grootste daad van creativiteit die we ons voor kunnen stellen.
2) We meten de grootsheid van iets aan de hand van de kwaliteit van het geleverde en de capaciteit van de maker.
3) Hoe minder de capaciteit van de maker, hoe groter de prestatie. Iemand zonder benen die de 100m binnen 10s aflegt, oogst meer bewondering dan iemand met. Een kind van 3 dat een symfonie componeert oogst meer bewondering dan een professionele componist die er al 5 op z'n naam heeft staan, et cetera.
4) Niet-bestaan is de grootste handicap die er is.
5) De grootste daad van creativiteit moet dus wel door iemand gedaan worden die niet bestaat. Immers, anders kan iemand die niet bestaat hetzelfde doen, en dat is dan nog knapper.
6) Als God de wereld dus heeft geschapen bestaat hij niet.
Nou, het gaat natuurlijk nergens over. Maar, de redenatie van Anselmus ook niet.
Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.