quote:
Nu al zijn eigen tribune
THOMAS RIJSMAN
Op sportpark Berg en Bos van AGOVV werd donderdag één van de tribunes omgedoopt tot de Klaas-Jan Huntelaartribune. Het pad naar de top begon voor Huntelaar in Apeldoorn. Letterlijk en figuurlijk.
De wedstrijdbespreking en de gezamenlijke maaltijd zijn bij AGOVV in dezelfde ruimte. Je komt er binnen door een schuifdeur, met meteen links daarvan een foto aan de houten wand. Het witte licht van twee tl-buizen aan het plafond reflecteert op het hoofd van de geportretteerde speler: Klaas-Jan Huntelaar.
Hij draagt nog het blauwe shirt van AGOVV, de club waar hij - na een moeizaam profdebuut bij PSV en De Graafschap - zijn doorbraak beleefde in 2003, hetzelfde jaar dat de club uit Apeldoorn zijn rentree maakte in het betaalde voetbal.
De spits trekt een zuur gezicht op de afbeelding, alsof de schaal fruit en de soep - gegoten in simpele stalen bakken - op de tafel voor de muur met foto, hem te min zijn.
Daar is geen sprake van, zegt Huntelaar nu, terugkijkend op zijn tijd bij de club waar alles klein en simpel is. ''Het is er juist leuk. Aan dingen die minder volmaakt zijn, heb je meestal mooiere herinneringen dan aan zaken die helemaal perfect zijn.''
Dus heeft de route van de kleedkamer naar het hoofdveld - bij AGOVV een wandeltocht van bijna twee minuten door het bos - wat Huntelaar betreft wel zijn charme. De KNVB heeft de kortste route - meteen rechtdoor tussen twee tribunes door - verboden uit veiligheidsoverwegingen: te veel mensen zouden zich zomaar aan de spelers kunnen vergrijpen.
Misschien heeft de voetbalbond gelijk: het bosrijke sportcomplex herbergt al genoeg loslopend wild, weet Huntelaar nog. ''Ik ging er lopen als ik geblesseerd was. Je kwam er allerlei beesten tegen: herten, wilde zwijnen. Tot een confrontatie is het gelukkig nooit gekomen.''
Huntelaar herinnert zich het kronkelpad naar het hoofdveld nog goed. Net als John Karelse, nu assistent-trainer van NAC, toen nog de geroutineerde keeper wiens spoor Huntelaar altijd koos op het pad richting het veld.
Karelse: ''Ik vond het eerder een aanfluiting. Eerst dat broeierige kleedkamertje. Als je vervolgens naar buiten stapte, en het regende, liep je zo een heel stuk door de modder. Ik kwam van Newcastle United, waar je door een tunnel van twintig meter heen moest en het geluid van 55.000 toeschouwers je tegemoet kwam.''
Huntelaar: ''In Apeldoorn hoorde je wat geroezemoes als je de kleedkamer uitkwam. Ze draaiden ook vaak muziek. Ik geloof altijd een nummer van de Haven zangers.''
Karelse: ''Bij AGOVV zag je de tegenstanders bedenkelijk om zich heen kijken. Ik betwijfel of Huntelaar daar zo gecharmeerd van was. Ik denk eerder dat hij die club bewust als springplank heeft gebruikt.''
Dat Huntelaar aan zorgvuldige carrierèplanning doet, zal hij nooit ontkennen. Een stapje terug om er later via Heerenveen naar Ajax twee naar voren te zetten, was een bewuste keuze. Maar op Sportpark Berg en Bos voelde hij zich oprecht thuis, zegt hij. Juist vanwege die ligging.
Zijn kleuterschool in Hummelo lag ook midden in het bos, net als het jeugdcomplex van PSV, waar hij in 2000 kwam te spelen. ''Mooi hè, die bomen,'' zegt hij dus, terugdenkend aan AGOVV en de route naar het hoofdveld.
Huntelaar: ''Dat stukje lopen hoorde er gewoon bij. Tijdens de wandeling naar het veld praatte je wat. Elkaar op scherp zetten. 'Er op!' 'Aanpakken'. De soort dingen die je in de kleedkamer ook zegt. Voor de rest liepen we gewoon naar het veld toe. Dat pad heb ik nooit als vreemd ervaren.''
''Dat nuchtere is typisch Klaas-Jan,'' vindt Christien Woordes, de oude kleuterjuf van Huntelaar. Ze herinnert zich een bescheiden jongetje. ''Hij zal de opening van zijn tribune wel eng gevonden hebben. Hij zat nooit op de voorste rij, maar had wel altijd zijn oren open. Hij wist heel goed wat hij wilde, maar zonder vervelend te worden. Een rustige jongen, al liet hij zich nooit aan de kant zetten. Hij had zijn 'koppie' wel.''
Karelse was niet zodanig onder de indruk toen hij Huntelaar voor het eerst trof bij AGOVV. ''Ik vond het een wat slungelige jongen. Hij lag ook vaak op de grond in het begin. Ik dacht: Dat wordt nog wat als hij onze doelpunten moet maken.''
Maar net als Woordes werd ook Karelse geconfronteerd met de onverzettelijkheid van de spits. ''Ik schopte hem wel eens expres tegen de benen, maar hij trapte gewoon terug. Hij was ook de enige van de twintig selectiespelers aan wie je kon zien dat hij baalde als een trainingspartijtje verloren ging. Hij is een typisch voorbeeld van een speler bij wie mentaliteit meer doorslaggevend is geweest dan het talent.''
De route naar succes ging voor Huntelaar via het Apeldoornse bospad - dat loopt langs bouwketen en schuren met gebladderde verf - en eindigt aan de rand van het hoofdveld, net onder het scorebord, met uitzicht op de tribune achter de goal aan de overkant: sinds donderdag de Klaas-Jan Huntelaartribune.
Huntelaar: ''Dat is wel apart. Meestal noemen ze een tribune pas naar je wanneer je wat ouder bent. Of overleden. Maar ik ben er wel blij mee. Het is toch een vorm van waardering.''
In het doel voor zijn eigen tribune scoorde Huntelaar in de wedstrijd tegen TOP Oss zijn eerste doelpunt (van de in totaal 26) voor AGOVV. Zijn eerste ook als
profvoetballer. ''Hij was nog mooi ook. Ik kreeg in het strafschopgebied de bal, die ik met mijn hak meenam. Ik zette mijn lichaam tussen de bal en een tegenstander en schoot met links in de hoek.''
Een week later tegen Heracles scoorde hij drie keer uit een strafschop. Huntelaar: ''Toen was ik ineens topscorer van de eerste divisie. Zo is het daar allemaal een beetje begonnen. Denk ik.''