Alsof ie niet is weggeweest
quote:
Verkerk speelt eindelijk pijnvrij
Ineens was Martin Verkerk er weer. In zijn woonplaats deed hij mee aan een toernooi. Eén rondje, toen lag hij eruit. Toch zit hij lekker in zijn vel en wil hij zich volgend jaar weer in de top-100 spelen.
Tennis En Anders Niet. Honderd jaar bestaat TEAN in Alphen aan den Rijn. De achtste editie van het internationale toernooi dat de tennisvereniging organiseert is naar challenge-niveau opgewaardeerd. Of erelid en plaatsgenoot Martin Verkerk niet wilde deelnemen?
„Ik had dit jaar geen tennisplannen meer; ik heb dit gedaan voor Alphen’’, stelt Verkerk (28). Dinsdagavond laat trad hij aan tegen de Fransman Prodon, nummer 188 op de wereldranglijst.
Het publiek is massaal opgekomen voor de terugkeer van de plaatsgenoot. Zijn de stoeltjes op de tribune om zeven uur nog onbezet, om acht uur, als Verkerk moet beginnen, is het bomvol in het intieme stadionnetje. En als de partij door uitloop pas anderhalf uur later begint, zijn al die mensen er nog steeds.
De lokale held speelde in juli in de Amerikaanse competitie. „Ik heb daar niet kunnen trainen; er was geen tijd voor. Je speelde en vloog dan naar de volgende wedstrijd. Ik heb vier weken in de lucht gezeten.” Hij keerde doodmoe terug naar huis. Daarna deed hij niets meer. Tot hij gevraagd werd voor het toernooi van TEAN, de club waar zijn carrière begon. „Ik heb zes dagen getraind.”
Vanaf het begin staan de toeschouwers achter de Alphense zoon. „Hij is een stuk magerder, mooi afgetraind’’, meent een vrouw in het publiek. Ondanks enkele snoeiharde aces – telkens beloond met een daverend applaus – levert hij de eerste set in (3-6). Als Prodon met een ace antwoordt, klinkt vanuit het publiek: „Hé, die slagen zijn voor Martin, hoor.”
In de tweede set komt Verkerk los. De gebalde vuist na een passeerslag, als zegegebaar in de lucht, zegt veel. „Jaah!’’, bij een break, zegt alles. De lach keert terug; Verkerk loopt als in trance op de achterlijn, serveert sterk, ace na ace, soms twee na elkaar. Hij wint de set (6-3).
’Aces zijn voor Martin.’ Hij zal er in de wedstrijd twaalf slaan. Het is niet genoeg. Verkerk speelt te gehaast, onrustig, slordig soms. Als Prodon het spel spreidt, blijkt dat Verkerk snelheid te kort komt. Zodra een deel van het veld openligt, is hij gezien.
Verkerk stond in 2003 in de finale op Roland Garros. Het is zijn grootste wapenfeit. Daar kun je even op teren, maar niet lang. Blessureleed bracht hem dertig maanden versukkeling: hij speelde niet of hij probeerde het en verloor. Dan zijn prestaties uit het verleden geen garantie, dan moet je helemaal opnieuw beginnen.
Prodon breekt hem in het begin van de derde set. Hij ziet de nederlaag aankomen, roept zichzelf tot de orde, slaat steeds met zijn racket tegen de hak van zijn schoen. Agitatie of concentratie? Of onbewust ritueel? Sommige slagen verraden nog de precisie van weleer, de klasse uit betere tijden. Maar na weer 3-6 gaat de winst naar Prodon. „Het ging helemaal niet zo slecht’’, zegt hij na afloop. „Die Prodon is zeker de zwaarste tegenstander op dit toernooi. Die zou in de top-50 moeten staan.’’
Verloren heeft hij, maar genoten. „Vooral omdat ik pijnvrij speelde. Ik genoot van mijn fysieke gesteldheid. Mijn benen en mijn schouder voelen goed. Ik had geen kramp. Ik heb laten zien dat ik het nog kan.”
Dat is goed nieuws. Momenteel doet hij alleen aan fitness. „In november ga ik op de baan trainen. In 2008 wil ik weer aan de bak. Ik wil nog twee jaar spelen en ik denk dat ik me in de top-100 kan tennissen.”
„Ik eet en leef gezond, ben weer een topsporter. Ik zit lekker in mijn vel, heb geen pijn, geen duizelingen, geen twijfels.’’ Zo klinkt hoop voor de toekomst. Want die staat voor hem vast. Tennis En Anders Niet. (Trouw)