Zijn tekentalent werd ontdekt na de ULO toen hij bij zijn vader begon te werken. Met een beurs ging hij een half jaar naar het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs in 1938. Daarna sloeg hij aan het zwerven. Toen hij in 1947 het aanbod van het Franciscanessenklooster in Heemskerk kreeg om in ruil voor kost en inwoning een enorme wandschildering te maken, ging hij daarop in. Omdat de zusters de wandschildering niet konden waarderen hebben ze het geheel laten overschilderen met witte verf. Hij behoorde bij de groep van de Vijftigers. Hij publiceerde toen regelmatig in het literaire tijdschrift Braak. Hij kreeg daar als bijnaam Keizer der Vijftigers. Zijn kunst, die vooral in het begin sterk beļnvloed was door Cobra, weerspiegelt een vrij pessimistisch wereldbeeld.
Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !