Een kijkje in de keuken door Rick Denkers uit Emmen
http://www.spanders.nl/artikelen/23juni.htmlquote:
Wat gebeurde er op 23 juni
De achtergronden achter de Düzgün Yildirim affaire
Rick Denkers
Op 23 juni jongstleden vond er een partijraad van de SP plaats. Een week voor aanvang van deze partijraad mocht ik als afdelingsvoorzitter Emmen de stukken schriftelijk thuis ontvangen. Mijn eerste constatering is dat ik in deze stukken het standpunt van het Hoofdbestuur van de SP mocht vernemen. Bij deze stukken zat niet een verweer van Düzgün. Ik kreeg dus als afdelingsvoorzitter slechts eenzijdige informatie, en daarmee is er in mijn ogen een flagrante schending van een van de fundamenten waarop het recht in Nederland is gebaseerd namelijk het recht van hoor en wederhoor. Uit contact met Düzgün Yildirim en zijn partner vernam ik dat zij wel degelijk een poging gedaan hebben om hun verweer bij de stukken gevoegd te krijgen. Dit werd echter geweigerd door Hans van Heiningen met de uitleg dat ‘de partijraad geen Düzgün-Yildirim-showtje moest worden’. Daarmee is de partijraad dus vitale informatie waarop en waarmee zij een afgewogen beslissing hadden kunnen maken onthouden.
Op de partijraad zelf werd door de vergaderingvoorzitter over het punt van de eerste kamerzetel de volgende vergaderprocedure voorgesteld: een eerste termijn voor Hans van Heijningen, de eerste termijn voor Düzgün Yildirim en dan de eerste termijn voor de zaal. Spreektijd zou twee minuten bedragen. Namens de gezamenlijke afdelingen in Drenthe hadden wij een voorstel geformuleerd:
“Gezien het belang van deze zaak voor de partij als geheel en de SP Overijssel in het bijzonder en omwille van een goede procedure vragen wij het partijbestuur en Düzgün Yildirim om terug te gaan naar de onderhandelingstafel en het zomerreces te gebruiken om in goede verstandhouding tot een gezamenlijke oplossing te komen en die in de partijraad van september te presenteren voor bekrachtiging”
Nog tijdens het uitspreken van mijn openingszin werd ik op de vingers getikt door de vergader-voorzitter, Rosita van Gijlswijk, die mij mededeelde dat het niet was toegestaan om namens andere afdelingen te spreken. Waarop dit gebaseerd was is volkomen onduidelijk, het is zeer ongewoon binnen een democratisch opererende partij dat er niet namens anderen gesproken mag worden; sterker, het is vanuit vergadertechnisch standpunt gezien zelfs efficiënt te noemen. De regel is ook nog nooit eerder toegepast.Tijdens mijn betoog van werd ik nog twee keer onderbroken door Rosita van Gijlswijk; de laatste keer was het om mij af te kappen. Daardoor werd ons de mogelijkheid ontnomen om ons voorstel in te dienen. In zuivere spreektijd had ik dus door het toepassen van deze ‘vergader-truukjes’ effectief niet meer dan een minuut. Ook greep Rosita van Gijlswijk niet in als ‘onafhankelijk’ vergadervoorzitter toen ik door sommige leden van de partijraad werd uitgejouwd.
Aan het eind van de eerste termijn van de zaal, gaf de vergadervoorzitter aan dat de mensen die nu achter de microfoon stonden als laatste het woord kregen en dat daarna zou worden overgegaan tot de tweede termijn. Tijdens het spreken van deze ‘laatste personen’ stonden er twee personen op die zich alsnog bij de rij voegden, te weten Thijs Coppus en Jan de Wit. Deze laatste is Tweede-Kamerlid van de SP.
Tot mijn verbazing kreeg de heer Coppus tóch het woord. En dat terwijl toch duidelijk gesteld was dat de ‘rij gesloten was’. Ook kreeg de heer de Wit het woord. En hóe: vier en een halve minuut. Daar waar de ‘gewone’ leden van de partij slechts twee minuten kregen.
Volgens aritkel 12, eerste lid van de statuten van de SP zijn lid van de partijraad de voorzitters van de afdelingsbesturen en de leden van het partijbestuur. De heer de Wit is geen van beiden. Toch kreeg hij, als niet-lid, na het sluiten van de spreektermijn het woord. Ik kan me indenken dat als spreekrecht zou zijn toegestaan aan niet-partijraadsleden dat er ook dan een aantal statenleden c.q. andere leden uit Overijssel het woord hadden willen voeren.
Nadat de eerste termijn was afgelopen stelde Rosita van Gijlswijk dat de tweede termijn zou bestaan uit de reactie van Hans van Heijningen, de reactie van Düzgün Yldirim, en de tweede termijn voor de partijraad. Dat is in Nederland ook de gebruikelijk vergadertechniek. Nadat Hans van Heijningen aan het woord was geweest kondigde Rosita van Gijlswijk plotseling aan dat Marga van Broekhoven de verklaring zou voorlezen die Düzgün op 29 januari, dus ruim vóór de partijraad van 17 maart ondertekend had. Een welbewust doorbreken van de eerder voorgestelde vergadervolgorde. Daarna mocht Düzgün Yldirim het woord nemen. Nadat deze was uitgesproken werd ‘opeens’ Tiny Kox aan het woord gelaten. “Omdat hij zichzelf moest kunnen verdedigen” was de motivatie van Rosita. Opnieuw doorbrak ze daarmee de afgesproken vergadervolgorde. Nadat Tiny Kox aan het woord was geweest gaf Rosita aan dat er gestemd zou gaan worden. U hoort het goed: geen tweede termijn dus voor de zaal!
En daarmee is aangetoond dat het hoofdbestuur er alles aan gedaan heeft om Düzgün Yldirim in een achterstandspositie te maneuvreren. Men lapt de regels van hoor en wederhoor aan zijn laars, men manipuleert een vergadering. Daarmee is wat mij betreft duidelijk dat de uitspraak van de partijraad een wassen neus is. Zeker omdat er gewogen werd gestemd. Aangezien de grote afdelingen zeer loyaal zijn richting de partijtop (Amsterdam, Rotterdam Utrecht en Groningen, de eerste twee hebben overigens een door de SP betaalde afdelingsvoorzitter) was daarmee feitelijk het pleit beslecht in het voordeel van het partijbestuur. Ook door het toepassen van het gewogen stemmen in plaats van een stem per afdeling, heeft men vanuit het partijbestuur comfortabel achterover kunnen leunen.
Dan inhoudelijk. Door het partijbestuur wordt het volgende gesteld in de stukken zoals die naar de leden van de partijraad is toegezonden:
“Het Partijbestuur betreurt deze beslissing ten zeerste, en wil dat er gehandeld wordt conform het op 17 maart jl. genomen unanieme besluit van de Partijraad, het hoogste democratische orgaan in de SP. Dat houdt in, dat er niet afgeweken wordt van de samenstelling en volgorde van de kandidatenlijst en dat de 12de zetel aldus naar Ineke Palm gaat. Het Partijbestuur vindt dat stemgedrag van SP-Statenleden niet mag leiden tot het ontkrachten van een besluit van de Partijraad.”
In dezelfde notulen van 17 maart, die op 23 juni werden goedgekeurd door dezelfde partijraad, zonder lezen we over dit onderwerp het volgende:
“Na de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november werd de verwachting over het aantal mogelijke zetels in de Eerste Kamer fors hoger. De commissie stond daarom onder grote druk om meer goede kandidaten te vinden. Er is gezocht naar goede teamspelers met zowel brede als specifieke deskundigheden. De lijst moet voldoen aan kwaliteitsnormen op alle terreinen, in het bijzonder voor de eerste 12 kandidaten. De rest van de lijst van 30 is aangevuld met goede en landelijk of regionaal bekende SP'ers.
Alle kandidaten waren akkoord met hun plaats op de lijst. Op de eerste drie plaatsen staan drie van de vier huidige Kamerleden onder aanvoering van lijsttrekker Tiny Kox. Met algemene waardering voor de kwaliteit van de aangemelde en aangezochte kandidaten besluit de Partijraad de voordrachtvolgorde van de commissie ongewijzigd over te nemen. De geheime, gewogen stemming heeft als resultaat dat alle 30 kandidaten gekozen worden, waarbij de lijsttrekker de meeste stemmen krijgt.”
Geen woord over het niet mogen afwijken van de kiesvolgorde! Geen woord dat de partijraad van de Statenleden verlangd werd dat zij conform de kieslijst zouden moeten stemmen! De partijraad heeft letterlijk besloten om de kiesvolgorde, zoals voorgesteld door de kiescommissie, over te nemen. Punt. Meer staat er niet.
Als er kennelijk een dergelijke afspraak gemaakt zou zijn, dan hadden we toch om zijn minst mogen verwachten dat dit onbetwistbaar vastgelegd zou worden in de notulen, die, ik zeg het nogmaals, goedgekeurd zijn. Niemand van de partijraad op 23 juni heeft deze kennelijke omissie gezien en het nodig gevonden deze aan te kaarten. De conclusie is dan ook volstrekt helder: een dergelijke afspraak is niet gemaakt.
Ook heeft de partijraad niet gesproken in termen van kandidaten en reserve-kandidaten. Dat staat er niet. En dat zou ook raar zijn, immers de verkiezingen voor de Tweede Kamer hebben nu eenmaal bewezen dat alle kandidaten op de lijst van een dergelijk niveau moeten zijn dat ze zitting moeten kunnen nemen.
Mijn conclusies op basis van de feiten zijn dan ook het volgende:
Düzgün Yildirim heeft rechtmatig zijn zetel gekregen. Dat is ook zo vastgesteld door de kiesraad.
Er zijn geen afspraken gemaakt door de partijraad die de Statenleden aan hun laars gelapt zouden hebben. Derhalve is het stemgedrag van de Statenleden rechtmatig.
Het principe van hoor en wederhoor is ernstig geweld aangedaan door het partijbestuur.
Het partijbestuur heeft door het toepassen van vergadertruuks en het naar eigen goeddunken veranderen van de vergadervolgorde de partijraad bewust gemanipuleerd.
De vergadervoorzitter heeft niet-partijraadleden het woord gegeven om het standpunt van de SP-bestuur te ondersteunen.
De Partijraad een tweede termijn is onthouden.
Het is onwenselijk en niet correct dat je in beroep moet gaan bij hetzelfde orgaan dat je heeft ‘veroordeeld’. De kans dat dat tot een ander beslissing zal leiden is zeer minimaal. Gesteld mag worden dat de beroepsprocedure van de SP dus niet onafhankelijk is.
En wellicht de belangrijkste: er is op 17 maart geen beslissing genomen zoals gezegd wordt door het partijbestuur. De aanleiding om van Düzgün Yildirim zijn zetel terug te vragen is dus onjuist.
Derhalve is mijn eindconclusie dat Düzgün Yildirim zich niet hoeft te houden aan een uitspraak van de partijraad, en hij zijn rechtmatig verkregen zetel dient te behouden. Ik zal hem daarin ondersteunen. En met mij velen.