In 1995 ging ik naar de middelbare school. Voor mij was dit een zeer vreemde en wilde omgeving, daar ik tijdens mijn basisschoolperiode zeer beschermd ben opgevoed. Ik ging naar een keurige basisschool en al mijn klasgenootjes kwam ik buiten de lokalen tegen op de tennis- en de hockeyclub. Eenmaal op de middelbare school kwam ik met hele andere mensen in aanraking. Jongens die op voetbal of rugby zaten, jongens die geen haar hadden en elke dag in hetzelfde trainingspak op school kwamen, meisjes die er zowat half naakt bij liepen in de schoolgangen en die hun tong in de mond van jongens stopten. Wat een rare situaties waren dat zeg. Ook de lessen waren anders. Biologie bijvoorbeeld ging (in tegenstelling tot de basisschool) niet meer over vogeltjes en eieren, maar over glucose en seks! Nou, daar had ik echt nog nooit van gehoord. Ik schrok toen ook wel toen ik iedereen om me heen allerlei seksverhalen hoorde vertellen waarin termen voorkwamen waar ik absoluut niet van wist wat ze betekenden. De biologieleraar vond dat we niet zo asociaal en grof over seks moesten praten (dat vond ik ook) en gaf voor straf iedereen (ook mij!) extra huiswerk op. We moesten (voor een cijfer!) op een nette manier uitleggen wat grove sekstermen betekenden. Tijdens de les heb ik de termen van m’n klasgenoten opgeschreven en thuis heb ik toen de Van Dale erbij gepakt. Uit de encyclopedie van mijn ouders heb ik toen nog plaatjes geknipt en die heb ik bij mijn huiswerk geplakt. Het geheel zag er ongeveer als volgt uit:
Pijpen (de ~, mv)
1 buis
2 elk van de beide delen van een broek die de benen bedekken => broekspijp
3 rookartikel bestaande uit een buis met een komvormige houder voor de tabak => tabakspijp
4 orgelpijp
5 stang of staafje
6 gang van een dassen-, vossen- of konijnenhol
7 [med.] pijpbeen
![]()
Beffen (de ~, mv)
1 om de hals bevestigde, over de borst neerhangende al of niet geplooide witte doek of strook, vooral zoals geestelijken, rechters en advocaten in ambtsgewaad dragen
2 lichte plek op de keel of borst van sommige dieren
![]()
Vinger(en) (de ~ (m.), ~en/~s)
1 elk van de vijf gelede grijporganen waarin de hand zich opsplitst
2 gedeelte van een handschoen dat een vinger bedekt
3 afdruk van een vinger => vingerafdruk
4 de breedte, de lengte of de dikte van een vinger
(Meneer Bekius, ik dacht altijd dat het meervoud van vinger met een s was (vingers), maar volgens de Van Dale kan het ook met ~en (de manier waarop mijn klasgenoten het zeggen), dus ik leer hier wel van hoor!).
![]()
(Op z’n) hond(jes) (de ~ (m.), ~en)
1 zoogdier van de soort Canis familiaris, vroeger tot huisdier gemaakt vanwege zijn talenten om te jagen en te waken => joekel
![]()
Aftrekken (ov.ww.)
1 (een getal, algebraïsche vorm) in mindering brengen op een andere
2 korten, inhouden
3 verwijderen door te trekkenIk was wel trots op mijn werk, maar van m’n biologieleraar kreeg ik slechts een 2 (voor de moeite) omdat ik de opdracht niet had begrepen. Ik was echt heel boos (ik had nog wel hele mooie plaatjes erin gedaan ook!) en heb die man toen echt uitgescholden waardoor ik een week geschorst werd. Nu, vele jaren later, snap ik eindelijk mijn leraar en wil bij deze alsnog mijn excuses aanbieden voor mijn gescheld. Helaas is hij al een aantal jaar dood, dus heeft hij er niets meer aan.