Rumi in de tijd en in deze tijd
Dr Frans E.J. Gieles, Rumi Symposium, Stichting Islam en Dialoog, Museum Orientalis, 26 mei 2007
Rumi
De geest komt van God en keert terug tot God.
Het huidige leven is slechts een moment ertussenin.
(Daglicht p 91; M II:12)
We zien het ook in het beeld van de rietfluit die terug wil naar haar rietbedding. Het terugverlangen naar God, bij Rumi “De Geliefde”, is een centraal thema in zijn werk. Ik noem dit thema een.
Het tweede thema is dat de mens, om God te ontmoeten, niet ver hoeft te reizen of lang hoeft te wachten. Als de mens stil is en zich van binnen ruimte schept kun je de stem van God horen en Zijn adem voelen.
De rietfluit is uit zichzelf niets. Het is de adem van de fluitspeler die de fluit tot leven brengt. Hiertoe moet de fluit niet verstopt zijn: hij moet hol zijn, leeg van binnen. Dit is de tariqa als het soefi pad tot God, de weg naar binnen, de weg van de spirituele kennis.
De geest van Jezus bevindt zich in je.
Roep hem te hulp, hij is een goede helper.
(Daglicht p 100; M II:450)
Dwazen vereren de moskee,
maar zijn er toch op uit diegenen in wier hart God woont af te maken.
Die moskee is de wereld van de dingen, dit hart is echt.
De ware moskee is niets anders
dan het hart van spirituele vorsten.
De moskee die het innerlijk gewaar-zijn is van de heiligen
is de plek waar eenieder kan aanbidden – daar is God.
(Daglicht p 174; M II:3108-3111)
Weet dat de spiegel van het hart oneindig is.
Of het spoor valt stil, of het brengt je op een dwaalspoor,
want het hart is bij God, ja, Hij is het hart.
(Daglicht p 80; M I:3488-3491)
Dat God zich in een spiegel laat zien in het derde thema. Wij kunnen Hem niet rechtstreeks zien, slechts in een spiegel. Maar onze spiegel is verbrokkeld en zo zien we steeds maar kleine stukjes die allemaal van elkaar verschillen maar waarachter zich een onzichtbare eenheid bevindt. Ook ons hart is zo’n spiegel; het gaat erom hem zuiver te houden.
Vind je de spiegel van het hart dof,
dan is de roest nog niet van haar oppervlak geveegd.
(Daglicht p 23; M I:34)
Men had immers stalen spiegels in die tijd, dus die kunnen gaan roesten.
Iemand met een leeg en zuiver hart
weerspiegelt beelden van de Onzichtbare.
Hij wordt intuļtief en kent onze diepste gedachten want
’de gelovigen zijn een spiegel voor elkaar’.
(Daglicht p 71; M I:3146-3147; Hadith.)
Rumi is geen eenling in de geschiedenis. Inhoudelijk leunt hij sterk op Ibn-Arabi. Ook al Ghazali, Ibn Sina en Ibn Tufayl liggen in deze lijn. Ibn Arabi is kennelijk geļnspireerd door Plotinus, die op zijn beurt Plato, Aristoteles en de gnostici nog eens goed las. Ook zijn bij Rumi gedachten te vinden die we bij Mani en het Manicheļsme, bij Zoroaster, in het boeddhisme, het hindoeļsme en de Tao terugvinden.
De drie thema’s
Ik herhaal even de drie thema’s, want die zullen steeds terugkomen:
1. De ziel komt van God en wil naar God terug.
2. Je kunt God nu al van binnen voelen mits je er ruimte voor maakt.
3. God openbaart zich in de veelvormige schepping als in een gebroken spiegel.
Ibn Arabi
“Zijn verschijning in zijn volle licht is zo sterk dat onze waarneming er niet tegen opgewassen is. Daarom kan deze verschijning ook een versluiering worden genoemd.”
(Al-half al-nur, De brief van het licht; Begrip 32-1, 2006, p 53)
De werkelijkheid is een veelvoudige afspiegeling van God waarachter ‘de eenheid van het Zijn’, al-wahdat al-wujud verborgen is. Om die te ontdekken moet je jezelf ontwikkelen en vormen, kennis opdoen, gerijpte ervaringskennis, hikma of ma’arifa. Dit vraagt op zijn beurt om zelfdisipline.
“De zelfonthulling van God stemt namelijk overeen met de mate en de aard van zijn [dwz: van de mens] kennis.”
“Het eerste wat u moet doen is kennis verwerven.”
“Voor u met de retraite begint moet u de zelfdiscipline beoefenen.”
(idem p 54 resp. 55)
Plotinus
Plotinus is de schakel, het scharnierpunt tussen de Griekse en de Arabische filosofie. Plotinus integreert de gedachten van Plato en Aristoteles – en Pythagoras – tot een geheel, het neoplatonisme, dat in de Arabische wereld goed viel omdat het goed te verenigen is met de islam. Ibn Arabi moet Plotiunus dus gekend hebben. Beide boeken komen inhoudelijk sterk met elkaar overeen.
Ook bij Plotinus zien we dat de ziel afkomt van God, dat hij tijdelijk in het lichaam verblijft en dat hij weer terug wil naar zijn oorsprong en naar zijn tweelingziel die in de geestelijke wereld is achtergebleven – een gedachte die we ook in de gnostiek terugvinden. Thema een dus.
Ook zegt Plotinus dat door rijping van kennis, door zuiver denken en mediteren – en door visioenen – God nu al te ontmoeten is. Thema twee dus.
En, zegt hij, achter de veelvormigheid van de wereld gaat De Ene of De Goede schuil: thema drie.
De gnostiek
De gnostiek of gnosis, zoals beschreven in de vele bij Nag Hammadi teruggevonden geschriften wemelt van dezelfde drie thema’s: de oorsprong bij en de terugkeer naar God, de mogelijkheid om door innerlijke schouwing tot gnosis, tot ware kennis te komen en zo de goddelijke vonk in de mens – elke mens - te ontdekken en te doen ontvlammen, en eenheid achter de veelheid van de schepping. Deze kennis is de mens, als een goddelijke vonk, al bij de geboorte in aanleg gegeven. Het gaat erom de vonk niet te doven maar tot een lichtende vlam te ontwikkelen.
Het onderstaande citaat wordt ook door moslim schrijvers wel geciteerd omdat het overeenkomt met de opvatting in de Qur’an dat ieder mens ‘verlicht’ geboren wordt. Moslims zeggen dan: ‘als moslim’ geboren wordt. De gnostici zeggen “in het licht” of ‘met de goddelijke vonk’.
Als zij [kinderen, FG] geboren worden zijn zij in het licht, zodat zij hen kunnen zien die hen hebben voortgebracht. Het is de Vader die alles voortbracht.
Als een klein kind, als een druppel van een bron,
als een bloesem van een wijnstok,
als een bloem, als een aanplant,
[…] hebben zij behoefte aan kennis
voor hun groei naar volmaaktheid.
(Drievoudige verhandeling; De Nag Hammadi geschriften; Slavenburg & Glaudemans, herziene uitgave Deventer 2005, p. 153)
Bronnen van de gnostiek zijn o.a. Zoroaster en Hermes Trismegistos, mythische grootheden van wie de uitspraken later op schrift gesteld zijn en waarin we de drie thema’s ook weer aantreffen.
Zoroaster
“Geen woorden vermogen die godservaring te beschrijven. Er zij slechts ruimte voor de heilige stilte, waarin alleen het ruisen van Uw waarheid hoorbaar zij en slechts zichtbaar in de zin van Uw oneindige goedheid. Moge die zon ons hart verlichten.”
(Witteveen p 168; Gatha’s 1967, Yasna 43, 15-16)
“Nu weet ik dat die heerlijkheid reeds hier en nu verwerkelijkt kan worden, wanneer de mens zich zonder ophouden openstelt voor de waarheid en zich onafgebroken laat bezielen door de machtige stroom van het zuivere denken.”
(Witteveen p 105; Gatha’s 1967, Yasna 51: 17, 18)
“Mogen onze gedachten, woorden en daden gedragen worden door goedheid, opdat ze eeuwigheidswaarde krijgen en de adem van de Heer erin bespeurbaar zij.”
(Witteveen p 98; Gatha’s 1967, Yasna 24, 1)
Hermes Trismegistes, Corpus Hermeticum
“De goddelijke geest leeft in de mens. De geest, Tath, is uit het wezen van God zelf ontstaan. […] De geest is niet afgescheiden van […] God, maar komt […] uit hem voort, zoals het zonlicht uit zijn bron.”
“Doordat Hij alle dingen een uiterlijke verschijningsvorm geeft, wordt Hij zelf door alle dingen heen en in alles zichtbaar.”
“Heilig zijt Gij, van wie de hele natuur een beeld is geworden.”
“Het vermogen Hem te kennen, Hem te willen kennen, daar op te hopen, is de rechte eigenlijke weg die leidt tot Het Goede. En die weg is ook gemakkelijk, want op je reis komt Hij je overal tegemoet en openbaart Hij zich aan je geestesoog waar en wanneer je het niet verwacht, als je waakt, slaapt, vaart, reist, ‘s-nachts, daags, als je spreekt of zwijgt – overal. Want er is niets wat Hij niet is.”
(Witteveen pp 11, 12; Corpus 13-1, 5-2, 1-31 en 11-21)
We zitten met Zoroaster en Hermes al ver terug in de geschiedenis. We kunnen verder teruggaan om in het boeddhisme, het hindoeļsme en de Tao dezelfde drie thema’s weer aan te treffen – maar dit doen we nu niet, we keren nu terug naar Rumi en reizen dan naar onze eigen tijd.
Het derde thema: de spiegel
Kijken we nog even naar het derde thema, de gebroken spiegel waarin wij slechts bij stukjes en beetjes een glimp van De Ene kunnen opvangen. Dit heeft een consequentie, namelijk dat wij diversiteit positief moeten waarderen en verschillen tussen mensen moeten accepteren. Er zijn nu eenmaal verschillende paden naar De Ene: As-shari’a, het volgen van de wetten, al-ma’rifa, innerlijke groei, en at-tariqa, kennis.
Ook betekent het dat wij ons best moeten doen om de stukjes van de puzzel aaneen te voegen tot een completer beeld, ofwel dat wij kennis moeten zien te verwerven. Op zijn beurt vraagt dit om zelfdiscipline en andere deugden – en het vraagt om een dialoog. Met deze gedachten zitten we al volop in de hedendaagse Gülen, maar we keren eerst nog even terug naar Rumi, om daarna met een vaartje naar het heden te gaan.
Rumi 2
Elk moment bevat een honderttal boodschappen van God.
Op elke roep ‘O Heer’ antwoordt hij honderdmaal: ‘Ik ben hier’.
(Daglicht p 45; hadith)
Elke profeet en iedere heilige bewandelt een weg,
maar ze leiden alle tot God.
Alle wegen zijn eigenlijk één.
(Daglicht p 69; M I:3086)
God heeft gezegd: Als een ezel beladen met boeken.
Kennis die niet van Hem afkomstig is, is een last.
Ze gaat, net als de make-up van een vrouw, niet lang mee.
Draag je last goed, dan wordt hij van je schouders gelicht
en vervangen door spirituele vreugde.
Pas op: draag deze last niet zelfzuchtig.
Beheers je, stijg op en berijd
het gelijkmatig stappend strijdros van kennis.
Laat de last vallen.
(Daglicht p 79; M I:3448-3452; Qur’an 62:5)
Laten we God om hulp vragen om onszelf te beheersen,
want wie het aan zelfcontrole ontbreekt, ontbeert Zijn Genade.
(Daglicht p 24; M I:78)
Na Rumi vinden we een dergelijk gedachtegoed terug bij de Katharen, bij de Rozenkruisers, bij Erasmus en Spinoza – en in onze tijd bij Gülen. In een boekje “Voorlopers in de vrede” (Celik e.a.; Damon 2005) worden o.a. Rumi, Erasmus en Gülen genoemd en wordt met name gewezen op de overeenkomst tussen Erasmus en Gülen.
Rumi schrijft in gedichten en beelden, Gülen schrijft essays, in feite een grote verzameling, elk met ongeveer de omvang van een goed krantenartikel, dus wel goed leesbaar – mits de vertaler zijn in onze westerse ogen soms wat overdadige oosterse taalgebruik wat inbindt en zo toegankelijker maakt voor de westerling. Specifiek voor Gülen is zijn nadruk op het belang van goed onderwijs – let wel: geen godsdienstonderwijs in dogma’s, maar gewoon: breed onderwijs en opvoeding van de hele jonge mens. Ook bij Gülen stoort het niemand dat hij moslim is; hij zegt gewoon verstandige dingen en bouwt zo een brug.
Zijn belangrijkste pleidooi is dat voor de dialoog. Hij schrijft niet ‘Hebt u zin in een dialoog? ‘, maar hij schrijft over ‘De noodzaak van de dialoog’ – met name die tussen de Abrahamitische ofwel monotheļstische godsdiensten. Hij beroept zich hierbij veelvuldig op de islam, die hij een godsdienst van vrede en verdraagzaamheid noemt. Hiermee corrigeert hij het bijzonder eenzijdige beeld dat de moderne media van de islam schetsen, en beeld dat niet gebaseerd is op gedegen studie en kennis, maar slechts op spectaculaire daden van enkele verdwaalden die de islam niet kennen, niet snappen en verkeerd gebruiken.
De genoemde schrijvers hebben doorgaans dikke en moeilijk leesbare boeken geschreven waar een ‘gewoon’ of jong mens in deze tijd moeilijk doorheen komt. Rumi daarentegen schrijft geen theologie maar gebruikt beelden in korte teksten die ook voor de moderne lezer zeer toegankelijk zijn. De ‘theologie’ die hierachter ligt is islamitisch, maar merkwaardigerwijs heel goed te volgen en heel aanvaardbaar voor de hedendaagse christen. Hij vermijdt de wettische kanten van de islam, maar hij haalt de universele spirituele en vredelievende kanten eruit en brengt die op aansprekende wijze naar voren. Rumi kan zo de oosterse en de westerse cultuur met elkaar verbinden – en beide culturen kunnen van elkaar leren, wat Gülen ook zegt.
In het huidige consumentisme en oppervlakkige vermaak, een tijd ook van heftige tegenstellingen en onverdraagzaamheid, snakt de mens naar vrede, diepgang en spiritualiteit, ook de jongeren. Dit is de waarde van Rumi en Gülen voor onze tijd.
Wat we dan overhouden is een voortdurend pleidooi voor brede kennis, voor tolerantie en wederzijds begrip, ofwel een dialoog. Voor zo’n dialoog raadt hij aan de stekelige verschilpunten, de dogma’s en de wetten ofwel ‘het heilige eigen gelijk’ even rustig te laten liggen en ons te concentreren op de vele overeenkomsten tussen religies en culturen. Dit is wat we vandaag doen.
Literatuur
Rumi
“M” verwijst naar de Masnavi.
Roemi, Daglicht; Een dagboek van spirituele leiding; bloemlezing uit de Masnavi; Camille & Kabir Helminski, Sipko A, den Boer & Aleid C. Swierenga; Synthese, Den Haag 2003.
Roemi, Juwelen; Een dagboek met 365 fragmenten van wijsheid; bloemlezing uit de Masnavi; Camille & Kabir Helminski, Sipko A, den Boer & Aleid C. Swierenga; Synthese, Den Haag 2001.
Roemi, Liefde is de weg; kwatrijnen van Djelal-oed-din Roemi; Sipko A den Boer & Aleid C. Swieringa; Servire & Kosmos-Z&K Uitgevers, 2002.
Rūmi, Poet and Mystic, 1207-1273; Reynold A. Nicholsin, London 1965—1968.
Een karavaan ui Perziė; klassieke Perzische poėzie; J.T.P de Bruijn, Bulaaq, 2002.
Ibn Arabi
Williiam C. Chittick, The Self-Disclosure of God; Principles of Ibn al-Arabī’s Cosmology; State University od New York Press, Albany, 1998.
Nico Landman & Bernd Radtke, Ibn Arabi, een tipje van de sluier; De brief van het licht; Begrip 32-1, 2006, p 53
Ibn Arabi, Ibn Siena, Ibn Tufayl e.e.:
Michel Leezenberg, Islamitische filosofie; een geschiedenis; Bulaaq 2002.
Frans E. J Gieles, Islam, spiritualiteit, vrijheid en engagement; in: 'Spiritualiteit, vrijheid en engagement', door Titus Rivas & Bert Stoop, 2006
<
http://www.human-being.nl/Bibliotheek/islam.htm >
Ibn Tufayl, Hayy ibn Yaqzan; een filosofische allegorie uit Moors Spanje; Remke Kruk, Bulaaq 2005.
Plotinus
Plotinus, Enneaden; Rein Ferwerda, Damon 2005.
Gnostiek, gnosis
Jacob Slavenburg & Willem Glaudemans, De Nag Hammadi Geschriften; een integrale vertaling van alle teksten uit de Nag Hammadi Codices en de Berlijnse Codex; volledig herziene druk, Ankh-Hermes 2005 ev.
Frans E. J. Gieles, Gnosis: vrijgekomen kennis die vrij kan maken; In: 'Spiritualiteit, vrijheid en engagement', door Bert Stoop en Titus Rivas, (Red),
Athanasia Producties, Nijmegen, 2006.
<
http://www.human-being.nl/Bibliotheek/gnosis.htm >
Hermes Trismegistes, Corpus Hermeticum, & Zoroaster
Jacob Slavenburg, De Hermetische schakel ; Ankh-hermes 2003
H.J. Witteveen, Tot de Ene; de weg van het universeel soefisme; Ankh-Hermes 2006
De gatha’s van Zarathoestra, G.J.A. van Dantzig; Kluwer 1967.
Gülen
Gurkan Celik, Voorlopers in de vrede; Damon 2005
M. Fethullah Gülen, essays, perspectives, opinions, compiled by The Fountain, he Light Inc. 2002 – Binnenkort in het Nederlands bij Stichting Islam & Dialoog.
M. Fethulah Gülen, De smaragden van het hart; basisconcepten van het Sufisme; Stichting Islam & Dialoog 2002.
M. Fethulah Gülen, [De] Profeet Mohammed, aspecten uit zijn leven; Stichting islam & Dialoog 2004.
M. Fethulah Gülen, Toward a Global Civilization of Love and Tolerance; The Light 2004.