quote:
Alves, de killer van het seizoen
Door EDDY VAN DER LEY
HEERENVEEN - Afonso Alves kroonde zich in zijn eerste seizoen bij SC Heerenveen met 34 doelpunten (in 31 wedstrijden) tot de onbetwiste topscorer van de eredivisie. Het doelpuntenbombardement leverde hem de interesse op van Europese topclubs en een uitnodiging voor het Braziliaanse elftal. Interview met ‘de schutter van het seizoen 2006/2007’.
Je bent topscorer van Nederland, maar de Gouden Schoen moet je met minimaal verschil aan Francesco Totti of - mogelijk – Ruud van Nistelrooy laten. Welk gevoel overheerst?
,,Als ik alle wedstrijden had gespeeld en niet geblesseerd was geraakt, was ik waarschijnlijk wel topscorer van Europa geworden. Maar zo gaan die dingen in de voetballerij. Het is natuurlijk jammer om op het laatste nippertje nog voorbijgestreefd te worden, maar ik ben blij met mijn doelpunten en mijn seizoen bij Heerenveen.’’
Terugkijkend op dat seizoen: wie was je moeilijkste tegenstander?
,,Dan kan er maar één zijn: mijn landgenoot Alex van PSV. Hij is één brok dynamiet, een fantastische voetballer.’’
Maar je scoorde wel tegen hem, in Eindhoven nog wel.
,,Misschien was het zelfs wel mijn mooiste treffer van het seizoen. Ik ontsnapte aan Alex, passeerde ook mijn andere landgenoot Gomes en schoof de bal in het doel terwijl ik bijna op de achterlijn stond. Lekker doelpunt, maar zonder rendement, want we verloren met 3-1.’’
Wie was je gemakkelijkste tegenstander?
,,Ik heb respect voor iedere opponent, dus namen zal ik nooit noemen. Wel opvallend was dat de Nederlandse verdedigers nooit echt vat op me kregen, ook niet in de eindfase van de competitie, terwijl ze me toch al kenden.’’
Leg uit.
,,Nou ja, op een gegeven moment moet je toch weten wat mijn kwaliteiten zijn. Dat ik wat nonchalant lijk, me een beetje laat terugvallen, alsof ik niet in de wedstrijd zit, maar dan opeens voor de goal opduik en scoor.’’
Een beetje als Romario.
,,Inderdaad. Net als hij oog ik een ‘beetje moe’, maar dat is schijn en heeft niets met de werkelijkheid te maken. Ik speel maar een spelletje.’’
Misschien ben je wel te goed voor de Nederlandse competitie.
,,Wat is ‘te goed’? Dat kan ik moeilijk van mezelf zeggen. Ik heb het aardig gedaan, dat wel. Maar ik kan beter.’’
Over Romario gesproken, en de andere ex-PSV’er Ronaldo. Jij scoorde meer dan zij ooit deden in de Nederlandse competitie.
,,Dat geeft mijn titel extra glans, want in Brazilië zijn ze gek op cijfertjes en statistieken. Ik ben trots dat ik zo veel heb kunnen scoren. Maar zonder mijn medespelers in Heerenveen was me dat niet gelukt. Het spel was grotendeels op mij afgestemd en daar ben ik iedereen dankbaar voor.’’
Je scoorde ook veel uit vrije trappen. Daar had je geen medespelers bij nodig. Waar komt dat specialisme vandaan?
,,Dat is een combinatie van talent, kracht, techniek en veel oefenen, heel veel oefenen. Ik ben lange tijd centrale verdediger geweest, maar door mijn vrije trappen en schoten van afstand scoorde ik toch vaak. Dat komt me nu goed van pas.’’
Afonso Alves als centrale verdediger...
,,Gek idee, hé. Maar inderdaad: lange tijd liep ík achter spitsen aan, hoewel ik wel erg offensief was ingesteld. Pas rond mijn veertiende, vijftiende jaar ben ik door mijn trainers omgeturnd tot aanvaller.’’
De bekroning voor het goede seizoen mag er zijn: de gedroomde selectie voor de Goddelijke Kanaries.
,,Fantastisch. Als jongetje zag ik Brazilië op tv wereldkampioen worden en droomde ik ervan zelf ooit deel uit te maken van de ‘Seleçao’. Dat is nu een feit. Aan mij de taak om mezelf in de oefenwedstrijden tegen Engeland en Turkije aan te prijzen voor de Copa America.’’
Je loopbaan zit in een stroomversnelling. Waar eindigt dit?
,,Moeilijk te voorspellen, maar ik brand van ambitie. Mijn loopbaan is pas echt geslaagd als ik met Brazilië wereldkampioen ben geworden.’’
In dat kader: zie je jezelf volgend seizoen nog bij SC Heerenveen spelen?
,,Zeker wel. Feit is dat ik een meerjarig contract heb en de interesse van andere clubs nog niet concreet is. Ik hoor natuurlijk veel geruchten, maar ik houd me het liefst bij de feiten. Zoals iedereen wil ik graag in één van de grote Europese competities spelen. Barcelona en Real Madrid zijn mijn droomclubs, maar of dat haalbaar is, zal de toekomst uitwijzen. Het woord is simpelweg aan mezelf.’’