Sorry voor de lap tekst, maar ik
moet dit posten.
WENEN, 26 MEI. Ajax heeft de Europa Cup gewonnen. Maar niet op de wijze waarop de club in heel Europa bekend wil staan. Ajax won van AC Milan met 1-0, dankzij een doelpunt van invaller Patrick Kluivert, vijf minuten voor het einde. Het was de eerste keer in de finale dat een Ajacied gericht op doel schoot. Ajax was bijna een wedstrijd lang gedwongen geweest te vechten tegen zijn eigen nervositeit, tegen het fysieke voetbal van Milan, maar vooral tegen de tactische discipline van het beste Europese team van de laatste jaren. Milan legde de vaak verholen tekortkomingen van de Nederlandse kampioen bloot. In de eerste helft raasden de Italianen in een zeldzaam hoog tempo over de Ajacieden heen. Maar het voetbal van Milan was te veel op kracht gebaseerd, temeer omdat een individualist als sterspeler Savicevic wegens een blessure op de valreep ontbrak.
De beste kans van Milan kwam uit de mooiste aanval, aan het einde van de eerste helft. Maar het harde schot werd door de alerte doelman Van der Sar met de vuisten tot corner verwerkt. Verlegen vluchtte Ajax naar de kleedkamer. Juist daar nam de wedstrijd een wending. Als eerste nam Frank Rijkaard het woord. Een kwartiertje zeiden ook andere spelers elkaar daarna de waarheid.
De wil om te winnen, de overtuiging dat Milan te verslaan is, zoals tweemaal eerder dit seizoen is gebleken, en het leiderschap van Frank Rijkaard maakten van Ajax vervolgens uiteindelijk weer een ploeg die ook kon winnen. Bovendien putte de Nederlandse kampioen langzaam moed uit de terugval van de vermoeide Italianen. Toch wist Ajax zich aanvankelijk nog geen raad met het inzicht en de agressie van Milan.
Het ontbrak de finale aan grote voetballers, aan individualisten. Het was een finale tussen twee teams waarvoor speldiscipline het hoogste goed was. Gelukkig voor Ajax en de liefhebbers van artistiek voetbal kwam even na rust Kanu in het veld, een achttienjarige Nigeriaan die zijn fabelachtige balvaardigheid nog niet helemaal heeft onderworpen aan het teambelang. Kanu liet tenminste wat zien. Ook Kanu kon de patstelling echter niet doorbreken.
En toen kwam Kluivert als de laatste gok, de eveneens achttienjarige pinchhitter. Maar dat hij scoorde, dat Ajax nog scoorde was het resultaat van het stuwende werk van Rijkaard. Hij moest en zou winnen, tegen zijn oude club, in zijn Europese afscheidswedstrijd en in het stadion waar hij in 1991 Milan met een doelpunt tegen Benfica de Cup schonk. Rijkaard dwong het geluk af. Hij passte op Kluivert, in de hoop de bal terug te krijgen om zelf te kunnen scoren. Maar Kluivert kon dat niet en tikte de bal, als was het een wanhoopspoging, in het doel.
Ajax-trainer Van Gaal toonde na afloop diep respect voor Milan. "Milan beïnvloedde ons zelfvertrouwen nadelig. Dat beschouw ik als een verdienste van die ploeg." Capello zei: "We hebben veel meer kansen gehad dan Ajax, maar we hebben verzuimd te scoren."
Niet de sterkste won, maar de meest fortuinlijke. Zo eindigen de meeste finales.