Melusine | zondag 22 april 2007 @ 22:13 |
In de hoop dat iemand hier misschien meteen weet wat ik bedoel en ik niet zelf op een ellenlange zoektocht hoef: weet iemand misschien in welk(e) werk(en) Nietzsche het met name over spel heeft gehad? Dus het spel als in de spelende mens (heeft dacht ik ook te maken met de Dionysische mens? Sorry, ben niet heel goed thuis in Nietzsche) en het leven als spel. Ook de namen Heidegger en Baudelaire ben ik in dit verband tegen gekomen... iemand die me naar specifieke stukken kan verwijzen? Andere denkers zijn ook welkom uiteraard. Ik weet al van Homo Ludens van Huizinga, maar ben dus op zoek naar andere theorieën over spel, het level als spel, de mens als spelende mens, etc. Ik ben aan het schrijven over spel als motief in het werk van een schrijver, en heb wat citaatjes/ideeën nodig om de discussie een soort kickstart te geven... ![]() | |
TheMagnificent | zondag 22 april 2007 @ 22:19 |
Ik ken alleen het werk 'Also sprach Zarathustra' van Nietzsche. Ik weet niet of het daarin over spel gaat, maar je kunt eens kijken. | |
Melusine | zondag 22 april 2007 @ 22:44 |
Dank je, maar dat heb ik wel gelezen (ooit). Net als Ecce Homo, Der Antichrist en nog wat losse flarden. Het punt is meer dat ik geen tijd heb om alle belangrijke werken van meerdere filosofen door te ploegen voor iets dat iemand anders me misschien zo weet te vertellen... vandaar dat ik hoop dat er hier iemand rondloopt die in een keer zegt: "oh ja, dan moet je dat en dat werk hebben". Maar toch bedankt ![]() | |
PopeOfTheSubspace | dinsdag 24 april 2007 @ 00:39 |
Ik weet cultuurfilosofen over het fenomeen spel.. Veder heeft Wittgenstein in zijn Philosophische Untersuchungen het 'spel' gebruikt als uitleg bij het begrip 'familiebegrip' Ik zal even voor je kijken welke die andere is die ik in mn hoofd heb | |
PopeOfTheSubspace | dinsdag 24 april 2007 @ 00:44 |
Ik kan het zo niet vinden. Ik weet uit mijn hoofd wel dat door sommigen de mogelijkheid tot spel als voorwaarde tot menwlijkheid wordt gezien. Wanneer moet je t weten? Als het kan vraag ik het donderdag, als je t eerder moe5 weten laat me even weten/ | |
teknomist | dinsdag 24 april 2007 @ 00:45 |
Wat versta je precies onder 'spel'? Een goede definitie van het onderwerp is belangrijk voor een gezonde discussie. | |
Melusine | dinsdag 24 april 2007 @ 09:50 |
Zie OP - ik zoek o.a. naar verwijzingen naar de spelende mens (ipv bijvoorbeeld de werkende mens), verwijzingen naar het leven zien als spelen, etc. Ik ben me er terdege van bewust dat ik moet definiëren wat ik onder spel versta in deze context, maar dat is iets dat 1. ik ga uitwerken tijdens het schrijven en 2. waarvoor ik teksten van filosofen juist zou willen gebruiken. A la "Nietzsche zegt bla bla in zijn werk bla bla bla, maar bla bla". Ya dig? Oh en 3 - het is niet per se handig nu een definitie te geven waardoor mensen misschien voor mij gaan bedenken waar ik wat aan heb en waaraan niet. Want daar heb ik zelf misschien andere ideeën over. Die gezonde discussie komt er zeker wel, maar misschien niet op Fok maar gewoon in mijn scriptie. ![]() Bedankt in ieder geval voor de hulp! Pope, het heeft geen haast. Ik ben idd ook references tegengekomen naar het spel als voorwaarde of zelfs als invulling/manier/doel van het leven. Las ergens dat iemand het hele leven als een spel zag (ik verwoord het nu even heel dom, het was natuurlijk wat beter verwoord, maar ik kan het stuk niet meer vinden, was lang geleden). Als je nog iets weet hoor ik het graag! Niemand die overigens weet waar en hoe Nietzsche de tegenstelling Apollonische/Dionysische mens heeft uitgelegd, en waar/hoe het element spel daarbij aan bod komt? | |
PopeOfTheSubspace | dinsdag 24 april 2007 @ 09:52 |
Euhm ![]() Overigens denk ik dat het wel duidelijk is wat je met 'spel' bedoelt: je bedoelt 'spel'. | |
Melusine | dinsdag 24 april 2007 @ 09:53 |
Sorry nee, heb net even ge-edit! Geen afwijzing. ![]() | |
PopeOfTheSubspace | dinsdag 24 april 2007 @ 09:55 |
quote:Oja ik zie het. Achjka ik be een gevoelig mens. : p Ik zal t donderdag vragen. | |
Forkbender | dinsdag 24 april 2007 @ 15:40 |
--> WFL? Misschien heb je daar meer succes. | |
Melusine | dinsdag 24 april 2007 @ 20:55 |
Hmm, dank je, dat is geen slecht idee! Ik had hem zonder na te denken hier gezet vanwege de literatuurkritische hoek, maar daar zitten ongetwijfeld meer mensen die dit weten. Umm... MOD? ![]() ![]() | |
PopeOfTheSubspace | dinsdag 24 april 2007 @ 20:56 |
Ik betwijfel het, om eerlijk te zijn. | |
ExperimentalFrentalMental | woensdag 25 april 2007 @ 10:28 |
Nietzsche voelde zich aangetrokken tot de Griekse tragedie. De tragedie is de manifestatie van het dionysische. Dit betekent in de eerste plaats dat de tragedie een kunstvorm is, waarin op voorbeeldige wijze Ja wordt gezegd tegen het leven. Zij getuigt, dat zelfs het lelijke en disharmonische, de pijn, het lijden, de ondergang en vernietiging van schoonheid onlosmakelijk tot het leven zelf behoren en een verheerkijking opeisen. De tragedie is bij uitstek de esthetische rechtvaardiging van het leven, in haar toont zich op schitterende wijze de kracht alles te kunnen affirmeren. De ontdekking van de dyonisische geest is voor Niezsche tevens de ontdekking van het raadsel van de gedaanteverwisseling , dwz het raadsel van het toneelspel. Dyonisos is de naam voor de kracht die dwingt tot gedaanteverwisseling. Gedurende lange tijd zag Nietzsche in de symbiose van metafysica en kunst een wedergeboorte van de dyonisische geest. Uitgangspunt voor Nietzsche is, dat de religieuze en metafysische sfeer waarbinnen de kunst tot bloei kan komen is verdwenen. Gezien deze situatie kan de kunstenaar ofwel terugkijken naar een voorbije glorietijd en het oude conserveren teneinde ons er aan te herinneren, ofwel het diepzinnige en mysterieuze huichelen om achtenswaardig te blijven en niet ontheiligd te worden.. Nieztsche geeft in deze tijd duidelijk de voorkeur aan de kunstenaar die een nostalgische hang naar volmaakte en harmonieuze schoonheid heeft. De kunst is niet in het leven van de vrije geest geïntegreerd. De wil tot waarheid blijft tegenover de wil tot schijn staan. De kunstenaar is de hofnar van de vrije geest... In "Menschliches, Allzumenschliches en Die Fröliche Wissenschaft" is echter ook een ander visie te vinden: een voorzichtig spreken over levenskunst. Niet de levenswijsheid van de vrije geest, maar een wijze van het leven die zelf kunst is, waarin kunstenaar-zijn en mens-zijn één zijn, maar het leven een continue schepping Juist omdat de kunst de affirmatie van de schijn is, kan zij het inzicht in de alomtegenwoordige waan en leugenachtigheid verlichten. Onze identiteit, ons karakter wordt in een lange geschiedenis gevormd, maar is nooit gegeven. Ofwel worden we gevormd, ofwel vormen we onszelf. De moraal en de samenleving zijn een harde en lange leerschool waarin de mens een karakter wordt ingegerift. Maar we kunnen ook onszelf disciplibneren en stileren... Stileren, een karakteristieke vorm geven, zijn bij uitstek activiteiten van de kunstenaar. Wanneer het bewustzijn in staat is vele rollen te kunnen spelen, wordt de mens een toneelspeler. Het bewustzijn een Niemand te zijn blijft echter hinderlijk meespelen Men heeft rollen nodig omdat men zich naakt, dwz als Niemand niet uithoudt. Maar men maakt gebruik van rollen waarvan de status door anderen is vastgelegd. De moderne mens weet dat hij rollen speelt die hem niet op het lijf zijn geschreven. Men kiest een rol om een bepaalde status te representeren, om goede sier te maken. De moderne mens aapt na en maakt daarbij gebruik van de oppervlakkige uitwendige vorm. In het 'theater van de ijdelheid' is echter iedereen slaaf, hoewel eenieder zich een vrije mens waant. Immers men is afhankelijk van de rollen die door anderen zijn vastgesteld en vergeet maar al te graag de lange tucht die voor deze vaststelling nodig is geweest. Tevens is men afhankelijk van de mening van anderen over zijn spel: de ijdele toneelspeler gelooft alleen in zichzelf wanneer hij goed overkomt. Wanneer deze toneelspeler genoeg krijgt van de noodzaak te huichelen, ontlaadt zich zijn haat tegen alle vomen en rollen, tegen de facades, tegen de anderen en zichzelf in een tomeloze woede: alles moet kapot. De dyonisiche roes is echter geen woeste ontkenning van irrationele driften, maar een opgewonden zijn van alle menselijke vermogens: zowel de vermogens tot opnemen, alsook de vermogens tot vormgeven en mededelen zijn in hoogste staat van paraatheid gebracht.. Onze lotgevallen affirmeren, alles wat ons toevalt scheppend opnemen...dat is levenskunst. Wellicht komt in het kader van deze dyonisische levenskunst ook hjet toneelspel weer in een ander daglicht te staan. Wij moderne mensen hebben blijkbaar het vermogen toneel te spelen. Levenskunst impliceert dit vermogen rollen te spelen scheppend te affirmeren. En in deze affirmatie zal ons spel veredeld worden. Want hierin zijn we kunstenaars: we schenken uit een stromende kracht, we overweldigen iedere rol die zich aandient, en jagen het belangrijkste naar de oppervlakte zodat de rol tot leven wordt gewekt. Iedere rol die zich aandient wordt geaffirmeerd in het Ja van een schepping. In deze dyonisische levenskunst gaat het er niet zozeer om WÁT er wordt getoond en gespeeld, maar DÁT er wordt getoond: het is het vieren van het spektakel. Nu speelt men uit overstromende kracht, niet, zoals in het theater van de ijdelheid, om een manco, een kwelling of zijn zelfhaat te verhullen. Nu viert men zijn vermogen tot toneelspel, en voelt men zich niet langer gedwongen te spelen teneinde zijn zelfrespect niet te verliezen. [ Bericht 0% gewijzigd door ExperimentalFrentalMental op 25-04-2007 11:36:17 ] | |
Cutebutpsycho | maandag 30 april 2007 @ 23:30 |
tvp | |
PopeOfTheSubspace | dinsdag 1 mei 2007 @ 10:51 |
O sorry, vergeten... Dan wordt t volgende week. |