Nietzsche voelde zich aangetrokken tot de Griekse tragedie. De tragedie is de manifestatie van het dionysische.
Dit betekent in de eerste plaats dat de tragedie een kunstvorm is, waarin op voorbeeldige wijze Ja wordt gezegd tegen het leven. Zij getuigt, dat zelfs het lelijke en disharmonische, de pijn, het lijden, de ondergang en vernietiging van schoonheid onlosmakelijk tot het leven zelf behoren en een verheerkijking opeisen. De tragedie is bij uitstek de esthetische rechtvaardiging van het leven, in haar toont zich op schitterende wijze de kracht alles te kunnen affirmeren.
De ontdekking van de dyonisische geest is voor Niezsche tevens de ontdekking van het raadsel van de gedaanteverwisseling , dwz het raadsel van het toneelspel. Dyonisos is de naam voor de kracht die dwingt tot gedaanteverwisseling.
Gedurende lange tijd zag Nietzsche in de symbiose van metafysica en kunst een wedergeboorte van de dyonisische geest.
Uitgangspunt voor Nietzsche is, dat de religieuze en metafysische sfeer waarbinnen de kunst tot bloei kan komen is verdwenen. Gezien deze situatie kan de kunstenaar ofwel terugkijken naar een voorbije glorietijd en het oude conserveren teneinde ons er aan te herinneren, ofwel het diepzinnige en mysterieuze huichelen om achtenswaardig te blijven en niet ontheiligd te worden..
Nieztsche geeft in deze tijd duidelijk de voorkeur aan de kunstenaar die een nostalgische hang naar volmaakte en harmonieuze schoonheid heeft.
De kunst is niet in het leven van de vrije geest geďntegreerd. De wil tot waarheid blijft tegenover de wil tot schijn staan. De kunstenaar is de hofnar van de vrije geest...
In "Menschliches, Allzumenschliches en Die Fröliche Wissenschaft" is echter ook een ander visie te vinden: een voorzichtig spreken over levenskunst. Niet de levenswijsheid van de vrije geest, maar een wijze van het leven die zelf kunst is, waarin kunstenaar-zijn en mens-zijn één zijn, maar het leven een continue schepping
Juist omdat de kunst de affirmatie van de schijn is, kan zij het inzicht in de alomtegenwoordige waan en leugenachtigheid verlichten.
Onze identiteit, ons karakter wordt in een lange geschiedenis gevormd, maar is nooit gegeven. Ofwel worden we gevormd, ofwel vormen we onszelf. De moraal en de samenleving zijn een harde en lange leerschool waarin de mens een karakter wordt ingegerift. Maar we kunnen ook onszelf disciplibneren en stileren... Stileren, een karakteristieke vorm geven, zijn bij uitstek activiteiten van de kunstenaar.
Wanneer het bewustzijn in staat is vele rollen te kunnen spelen, wordt de mens een toneelspeler. Het bewustzijn een Niemand te zijn blijft echter hinderlijk meespelen
Men heeft rollen nodig omdat men zich naakt, dwz als Niemand niet uithoudt. Maar men maakt gebruik van rollen waarvan de status door anderen is vastgelegd. De moderne mens weet dat hij rollen speelt die hem niet op het lijf zijn geschreven. Men kiest een rol om een bepaalde status te representeren, om goede sier te maken. De moderne mens aapt na en maakt daarbij gebruik van de oppervlakkige uitwendige vorm.
In het 'theater van de ijdelheid' is echter iedereen slaaf, hoewel eenieder zich een vrije mens waant. Immers men is afhankelijk van de rollen die door anderen zijn vastgesteld en vergeet maar al te graag de lange tucht die voor deze vaststelling nodig is geweest. Tevens is men afhankelijk van de mening van anderen over zijn spel: de ijdele toneelspeler gelooft alleen in zichzelf wanneer hij goed overkomt.
Wanneer deze toneelspeler genoeg krijgt van de noodzaak te huichelen, ontlaadt zich zijn haat tegen alle vomen en rollen, tegen de facades, tegen de anderen en zichzelf in een tomeloze woede: alles moet kapot.
De dyonisiche roes is echter geen woeste ontkenning van irrationele driften, maar een opgewonden zijn van alle menselijke vermogens: zowel de vermogens tot opnemen, alsook de vermogens tot vormgeven en mededelen zijn in hoogste staat van paraatheid gebracht..
Onze lotgevallen affirmeren, alles wat ons toevalt scheppend opnemen...dat is levenskunst.
Wellicht komt in het kader van deze dyonisische levenskunst ook hjet toneelspel weer in een ander daglicht te staan. Wij moderne mensen hebben blijkbaar het vermogen toneel te spelen. Levenskunst impliceert dit vermogen rollen te spelen scheppend te affirmeren. En in deze affirmatie zal ons spel veredeld worden. Want hierin zijn we kunstenaars: we schenken uit een stromende kracht, we overweldigen iedere rol die zich aandient, en jagen het belangrijkste naar de oppervlakte zodat de rol tot leven wordt gewekt. Iedere rol die zich aandient wordt geaffirmeerd in het Ja van een schepping.
In deze dyonisische levenskunst gaat het er niet zozeer om WÁT er wordt getoond en gespeeld, maar DÁT er wordt getoond: het is het vieren van het spektakel. Nu speelt men uit overstromende kracht, niet, zoals in het theater van de ijdelheid, om een manco, een kwelling of zijn zelfhaat te verhullen. Nu viert men zijn vermogen tot toneelspel, en voelt men zich niet langer gedwongen te spelen teneinde zijn zelfrespect niet te verliezen.
[ Bericht 0% gewijzigd door ExperimentalFrentalMental op 25-04-2007 11:36:17 ]
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...