quote:
Luuk te Boekhorst wil vooral zichzelf blijven
Als een komeet gaat de carrière van Luuk te Boekhorst (19). Twee jaar geleden speelde de Ulftenaar nog in de B1 - junioren van SDOUC in zijn woonplaats. Nu is hij de vrijetrappenspecialist bij De Graafschap en maakt hij zich op voor de play - offs tegen VVV Venlo.
Het kan raar lopen. Niet Viod B1 is meer de tegenstander. Luuk te Boekhorst speelt komende vrijdag op een uitverkochte Vijverberg tegen VVV. Met als inzet promotie naar de eredivisie. „Spelen in De Kuip en in de Arena. Het lijkt me geweldig.“
Het verhaal van Luuk te Boekhorst leest als een spannend jongensboek. Hij was twaalf jaar oud toen hij als D-pupil van SDOUC door De Graafschap werd uitgenodigd voor enkele proeftrainingen. De verdediger werd afgewezen. Drie jaar later mocht hij weer naar sportpark Zuid in Doetinchem om er mee te trainen. Wederom was het oordeel negatief. „We blijven je volgen, zeiden de mensen bij De Graafschap tegen me. Op dat moment dacht ik niet dat ik nog bij De Graafschap terecht zou komen. Ik zette vanaf dat moment m’n zinnen op het eerste elftal van SDOUC, al bleef ik natuurlijk wel stiekem hopen op een nieuwe kans.“
Te Boekhorst werd bij SDOUC als een groot talent gezien en maakte in het seizoen 2003/2004 als B-junior vervroegd de overstap naar de A-jeugd van de Ulftse club. Het werd een prachtig seizoen. Hij promoveerde naar de landelijke derde divisie én aan het einde van het seizoen plofte er opnieuw een uitnodiging van De Graafschap op de deurmat. Hij werd door Andries Ulderink, trainer van Jong De Graafschap, geïnviteerd voor enkele proeftrainingen.
Ulderink zag het wél in Te Boekhorst zitten en zo trok de centrale verdediger met de prachtige traptechniek in juli 2004 voor het eerst het shirt van De Graafschap aan. Hij weet nog wel waar en tegen wie. „Dat was een oefenwedstrijd met Jong De Graafschap in Nijmegen tegen NEC. Ik viel in de tweede helft in.“
Nuchter als hij is, liet Te Boekhorst zich niet gekmaken in het profmilieu. Hij paste zich ogenschijnlijk moeiteloos aan het hogere niveau aan en speelde vorig seizoen zijn wedstrijden - als eerstejaars A-junior - in het beloftenteam. En op zaterdag speelde hij vaak in de A1 om een steentje bij te dragen aan de promotie naar de eerste divisie.
Helemaal vanzelf ging het overigens ook niet. „In het begin moest ik aan het grote aantal trainingen wennen. En ik wilde fitter worden, dus ben ik een kilo of zeven afgevallen.“ Geen chips en patat meer, maar groenvoer. Het tekende de ambitie van Te Boekhorst. En dat werd uitbetaald. Dit seizoen begon hij, nog steeds als A-junior, opnieuw in het beloftenteam. De vorige trainer Gert Kruys zag hem niet staan, maar toen die tijdelijk vervangen werd door Andries Ulderink, begon de opmars. De Ulftenaar werd in de thuiswedstrijd tegen Emmen (0-1) door Ulderink voor de leeuwen geworpen en scoorde bijna tijdens zijn debuut.
Daarna werd het even stil, omdat de nieuwe trainer Jan de Jonge nog geen goed beeld had van de spelers in het beloftenteam. „Maar in januari werd ik gevraagd om elke maandag en dinsdag met het eerste mee te trainen. Ik zou dan niet meer op maandagavond met de beloften spelen, maar zaterdag in de A-junioren.“ Op winderige bijvelden kwam Te Boekhorst echter nooit in actie. Het ging begin van dit jaar slecht met het eerste elftal na nederlagen tegen Eindhoven en Excelsior. En greep De Jonge in. Op een koude vrijdagavond in februari debuteerde Te Boekhorst in het basiselftal van De Graafschap. In Velsen-Zuid tegen Stormvogels/Telstar. „Echt zenuwachtig ben ik vooraf niet geweest. Ik was er wel mee bezig natuurlijk, maar heb er niet van wakker gelegen.“
Daarna volgde een prachtige serie, want de Achterhoeker heeft nog geen wedstrijd verloren vanaf het moment dat hij een basisplaats heeft. „Zes wedstrijden hebben we vanaf dat moment gewonnen en vier gelijkgespeeld“, somt hij op. Om er haastig aan toe te voegen: „Maar we doen het met z’n allen hoor.“
Te Boekhorst is snel gewend geraakt aan het profvoetbal. „In het begin keek ik er erg tegenop, maar je merkt snel dat je dat ook niet te veel moet doen. Natuurlijk heb ik wel respect voor iedereen. En ik ben blij dat ik goed opgevangen ben door mijn medespelers. De oudere jongens, zoals Reinier Robbemond en Joost Volmer, praten veel met me en geven goede tips. En de trainer is duidelijk en geeft me ook vertrouwen. Vanaf het eerste moment mag ik veel spelhervattingen nemen.“
Corners en vrije trappen van de zijkanten, hij neemt ze allemaal. Alleen uit een directe vrije trap - zijn handelsmerk bij Jong De Graafschap - heeft Te Boekhorst nog niet gescoord. „Jhonnie van Beukering en ik moeten uitmaken wie ze neemt. Helaas krijgen we nauwelijks vrije trappen op gevaarlijke plekken.“
Veranderd is hij niet. „Waarom? Ik kom nog elke week bij SDOUC om naar het eerste elftal en de A-jeugd te kijken. Daar spelen m’n vrienden. Ik merk wel dat mensen vaker naar me toekomen nu om een praatje te maken. Dat is leuk, maar ik blijf mezelf. Een grote auto? Nee, die hoef ik niet. Ik ben tevreden met m’n Citroën C1. En ik blijf ook gewoon naar school gaan. Je kunt ook zo maar ernstig geblesseerd raken en dan is alles ineens anders.“
Op verzoek van Tiemie