Dag 6: WenenDag vijf was een goede voorproef van Wenen, wat zeker naar meer smaakte. Dat deed het ontbijt in het hotel ook voldoende, waardoor ik weer een goede basis heb kunnen leggen voor een dag vol sightseeing. De weerberichten waren helaas niet zo best. Het zou de hele ochtend regenen en nog wat door druppelen in de middag, pas daarna zou het droog zijn om tegen de avond zonnig te worden. Gelukkig viel het mee toen ik naar buiten ging, het was weliswaar flink bewolkt en grijs, maar wel droog. Ik wilde die dag beginnen door het andere grote paleis te gaan zien, Schloss Schönbrunn. De enige grote bezienswaardigheid die echt buiten het centrum ligt. Het Wienerwald ligt namelijk buiten Wenen en Prater ligt tegen het centrum.
Om naar Schönbrunn te gaan nam ik nog een Big Bus, waarvoor ik vandaag nog een ticket had. Niet omdat dat de beste optie was om er te komen, maar wel omdat ik daardoor ook nog andere delen van Wenen zou zien, waar ik niet zo snel voorbij zou lopen. Zo lag niet ver van mijn hotel (waar een van de hop on hop off haltes lag van de Big Bus blauwe route) het Heeresgeschichtliches Museum. Het museum voor militaire geschiedenis. Het schijnt een interessant museum te zijn om te bezoeken, zelf had ik daar dan weer wat te weinig tijd voor, maar ook van buiten is het al zeer de moeite waard. Het is namelijk een flink gebouwencomplex met een opmerkelijke bouwstijl. Misschien dat een bezoekje er bij een volgende keer Wenen er wel inzit.
Ondertussen ging de bus weer verder die daarna langs de zuidkant van de binnenstad reed, waaronder diverse plekken waar ik later die dag nog zou komen. Om vervolgens richting het paleis te gaan. Daarbij reed de bus een groot deel door Mariahilf, een van de opkomende wijken van de stad. Waarbij uiteraard ook enkele kerken niet konden ontbreken. Zo zag ik de Mariahilferkirche, waar de klokken net aan het luiden waren, omdat we er op een heel uur langs kwamen. En ook nog een andere opvallende kerk, de Kirche Maria vom Siege. Een uit de kluit gewassen bruine kerk met een grote 24-zijdige koepel. Het is een van de vele gebouwen die beschadigd raakten tijdens WOII, maar in tegenstelling tot de meesten slechts beperkt hersteld, waardoor de kerk koepel half op instorten staat. Zonde want het is een mooie en opvallende kerk.
Kirche Maria vom SiegeUiteraard niet zo opvallend als het Schönbrunn paleis is, waar ik niet veel later aankom. Je kunt er namelijk ook niet heen, want is zo ontzettend groot dat je bijna niet weet waar je kijken moet. En waar je kookt het is allemaal even statig en mooi. Zeker door die opvallende gele kleur. Samen met Versailles in Parijs denk ik het meest in het oog springende paleis van Europa dan wel de wereld. En bij sprookjesverhalen komt het beeld van dit paleis ook al snel op. Al komt ook wel een beetje door de Sissi films waarin het paleis zo’n prominente rol speelde. Niet dat ik mij (kan herinneren) de films ooit daadwerkelijk gezien te hebben. Maar fragmenten heb ik vaak genoeg voorbij zien komen.
Schloss Schönbrunn In veel van die beelden waren toch ook vooral de paleistuinen te zien. Deze lagen aan de achterzijde van het paleis en wilde ik ook graag zien. Ik besloot linksom te gaan, om zo ook al een deel van het rond het paleis gelegen park te kunnen bewonderen. Daarbij kwam ik nog voorbij de Obeliskbrunnen. Een vijver, met bescheiden fontein en een obelisk in het midden. En ook de heuvel die naar Gloriette leidde. Zo was er zelfs in het vlakke Wenen nog wat te klimmen. En net zoals de andere tochten heuvelop was ook deze de moeite waard, want het uitzicht was wederom geweldig. Wat ook gezegd kan worden van deze Gloriette, wat eigenlijk staat voor een klein gebouw op een hoger gedeelte in een tuin.
GlorietteDe Gloriette in het Schönbrunnpark is de grootste in zijn soort en bijzonder fraai om te zien. En is sinds 1775 op deze plek te vinden en werd volledig verwoest tijdens WOII, maar in tegenstelling tot de Maria vom Siege wel helemaal herbouwd. Maar het belangrijkste van deze plek is natuurlijk het uitzicht. Vanaf hier kun je een behoorlijk deel van Wenen zien. Met name dan de westkant van de stad, maar ook wel een deel van het centrum. Waarbij enkele van de beroemde kerken al te ontwaren waren. Het scheelde dat het weer wat meer aan het opknappen was en er al voorzichtig wat blauwe lucht te zien was. Maar mijn ogen zelf waren toch vooral gericht op het beeld beneden, je kijkt hier namelijk direct op het paleis met de weelderige paleistuinen ervoor.
Uitzicht op Schloss Schönbrunn vanaf GlorietteNa een tijd te hebben rondgekeken ben ik daar naar beneden gaan om deze tuinen en de achterzijde van het paleis van dichterbij te bekijken. Op de heuvel was het verder gezellig druk en bij de grote fontein onderaan de heuvel was het zelfs erg druk. Zodanig druk dat mensen zich aan het verdringen waren om een foto te kunnen maken. Nou ja, een foto, meerdere foto’s en vooral van zichzelf. Ik ben daar doorgelopen naar de tuinen toe, waarbij je een veel beter hebt van de overdadige fontein die deze tuin kent. Hier was het minder druk, en kon je linksaf slaan om de dierentuin van Wenen te bezoeken (Tiergarten Schönbrunn). Maar ook daarvoor was mijn tijd in Wenen wat te kort.
Wel ben ik nog verder doorgelopen naar het paleis zelf. Het landgoed waarop het paleis zijn plek kent is al sinds 1569 in handen van de Oostenrijkse adel toen Maximilian II het kocht. Hij zette er al een flink landhuis meer, maar het volledige paleis kreeg zelf wat later volledig vorm. Eerst werden de bossen die nu het park vormen vooral gebruikt als jacht- en speelterrein voor de Oostenrijkse royals. Zo rond het midden van de achttiende eeuw kreeg het Schönbrunn paleis de vorm die het nu nog heeft. De trappen en het platform aan de achterzijde kun je gewoon vrij op, wat ik ook gedaan heb om de tuinen weer wat beter te kunnen zien. Vanaf hier zie je de heuvel en de Gloriette ook goed liggen.
Uitzicht op Gloriette en paleistuinen vanaf Schloss SchönbrunnNa best wel een tijd rond het paleis te verblijven, moest ik toch eens door, want er was nog meer te zien in de stad. Vanaf daar ben ik met de metro richting de binnenstad gegaan om het museumkwartier te bezoeken. Deze ligt aan de rand van de oude binnenstad, waar ik de avond ervoor al met de bus langs was gekomen. Toen heb ik het allemaal wat vluchtiger kunnen zien, nu was het tijd om wat uitgebreider de boel te verkennen. Het officiële museumkwartier zelf is niet zo bijzonder om te zien, daar gaat het vooral om wat er binnen te vinden is. Maar de gebouwen eromheen zijn zeker wel de moeite waard. In mijn vorige verslag noemde ik al het Volkstheater, maar met name het deel tegenover het museumkwartier spreekt tot de verbeelding.
Hier liggen twee grote, prachtige en oude musea pal tegenover elkaar op het Maria-Theresien-Platz genoemd naar Maria-Theresa van Oostenrijk die in de achttiende eeuw veertig jaar lang koningin was van Hongarije en Bohemen. In het midden van het flinke plein staat ook een mooi standbeeld van haar. Zij wordt aan beide kanten geflankeerd door de musea. Als je met je gezicht richting de binnenstad staat is dat links het Naturhistorisch Musem en rechts het Kunsthistorisch Museum. Beide musea zijn aan de buitenkant identiek en werden ook tegelijkertijd, in 1889 opgeleverd. Om geen van de musea te kort te doen, kies ik er voor om van beide hieronder een foto te plaatsen.
Kunsthistorisches MuseumNaturhistorisches MuseumVanaf dit plein loop je aan de overzijde van de straat een poort (Äußeres Burgtor) door die je de oude binnenstad inbrengt. Ook hier kom je weer uit op een plein, het Heldenplatz. Waar je eigenlijk alle kanten op kunt om wat bijzonders te zien. Kijkend richting de binnenstad ligt aan je linkerhand de Volksgarten en staat er het Erzherzog Karl – Reiter standbeeld. En rechts kijk je op de enorme gecombineerde gevel van Weltmuseum Wien en de Neue Burg, een vleugel van het immense Hofburg paleis. Zo is eigenlijk bijna elke bezienswaardigheid in Wenen van forse proporties, elke gebouw is van flinke proporties. Het Hofburg paleis kent daarbij dezelfde bouwstijl als de twee musea uit de vorige alinea. En heeft meerdere vleugels, met elk zijn eigen bestemming. Zo zijn er veder nog het Sissi Museum, de Imperial Treasury van Wenen en de Österreiches, de Nationale Oostenrijkse bibliotheek, de Spanische Hofreitschule en nog veel meer te vinden.
Een vleugel van paleis HofburgEn dan staat het Mozartdenkmal (standbeeld van Wolfgang Amadeus Mozart) ook nog in een parkje aan de zijkant van het paleis. Kortom er is genoeg te zien. Zowel van buiten als van binnen. En van binnen zelfs als je alleen maar het paleis doorsteekt naar de oude binnenstad. Want het paleis heeft namelijk meerdere zeer fraaie koepels. De grootste kom je langs als je onder het paleis doorloopt. Deze koepel is zowel van binnen als buiten erg mooi en moet je eigenlijk wel gezien hebben als je in Wenen bent. Eenmaal weer buiten aangekomen, kun je de grote en kleine koepels beter bewonderen. Deze zijn een opvallende mix van groen en goud.
Koepel binnenin Hofburg PalacePaleis HofburgOp het plein aan deze zijde van het paleis is buiten Hofburg nog veel meer te zien. Zo is deze Michaelerplatz vernoemd naar de Sint-Michaelkirche. En ook het Looshaus staat hier. Een gebouw wat het speerpunt is van het Weense modernisme. En veroorzaakte nogal wat opschudding toen het begin vorige eeuw werd gebouwd. Want het botste nogal met de heel andere, meer historische, stijl van de rest van de binnenstad. En dan nog het meest bij keizer Franz Joseph I, die wilde nooit en te nimmer langs het gebouw lopen en sommeerde zelfs om de ramen van zijn kamers in Hofburg dicht te timmeren, zodat hij het nooit hoefde te zien. Grappig dat dit gebouw zoveel reacties opriep, want zelf vind ik het eigenlijk bijzonder onopvallend. Behalve van binnen, want daar is het wel weer prachtig.
Hofburg zelf is dan weer totaal niet controversieel. Maar beiden behoren tegenwoordig bij de stad alsof ze er altijd hebben gestaan. En vooral Hofburg past heel erg bij het beeld van wat er van Wenen wordt opgeroepen. Dat laatste kan vooral gezegd worden van de Fiakers. Als je traditionele plaatjes van de stad ziet, dan zie er altijd wel een koets met voorgespannen paarden op staan. Momenteel zijn ze vooral populair bij toeristen en dan met name voor verliefde stelletjes die een romantisch ritje door de stad willen maken. Zelf behoor ik niet tot die laatste doelgroep en zal je mij dan ook niet zo snel in deze Fiakers zien rondrijden. Maar voor de sfeer helpen de rondrijdende koetsen zeker.
Een FiakerDie koetsen reden dan vooral rond in het oude centrum, waar ik mij nu ook bevond. Daar staan zoals ik eerder al zei meerdere kerken en andere historische gebouwen. Zo is niet ver van Hofburg het joodse museum van Wenen te vinden en ook de Peterkirche is er slechts een paar honderd meter ver. Aangezien ik die nog niet in het daglicht gezien had, loop ik die kant op. En ook in het licht is het een opvallende en mooie kerk. Haaks aan de kerk ligt Graben, een van de beroemdste straten van Wenen. Hier staan veel van de grote winkels en staan meerdere fonteinen en standbeelden. Ook de Wiener Pestsäule staat in deze straat. Deze opmerkelijke zuil is een herdenking aan de zwarte plaag.
PeterskircheVia Graben loop ik verder de binnenstad in waar ik stuit op een manifestatie van mensen met vlaggen en waar muziek wordt gespeeld. Het blijken mensen te zijn die aandacht willen vragen voor de problemen in Syrië door middel van vlaggen van het land met de tekst Free Syria. Deze betoging heeft een bescheiden omvang en verloopt zonder problemen. De groep mensen staat aan de rand van het plein waar de Stephandsom staat. Net zoals de Peterskirche had ik die nog niet overdag gezien. En ook deze stelde nu zeker niet teleur. Waarbij wat ik in mijn vorige dagverslag al zei, ook nu van toepassing is. Als je een foto neemt van de kerk lijkt het wel alsof deze bewerkt is. Maar ook voor deze foto was dat niet nodig (inmiddels was het prachtig weer). Het blijft voor mijzelf zo een aparte kerk.
StephansdomVoorzijde StephansdomBuiten deze twee, zijn er nog meerder kerken in de oude binnenstad te vinden. Eigenlijk alle kanten op loop je er wel tegen een aan. Als je rechts afslaat vanaf de Stephandsdom kom je onder andere uit bij de Jesuitenkirche, vlakbij de universiteit van Wenen en een Grieks orthodoxe kerk die in de Griekse wijk staat. Vooral die kerk valt op door zijn bouwstijl en daarmee ook een kijkje aan de buitenzijde waard. Dat is niet van toepassing op de Kirche am Hof, die linksaf van de Stephandsom ligt. Vanaf de buitenkant valt de kerk totaal niet op, maar van binnen juist des te meer. Dit komt door het hoge altaar van de kerk. Sowieso is een groot deel van binnen open tot aan het gewelfde plafond. Waarmee het van binnen absoluut een aanrader is om te bezoeken.
Niet heel ver daarvandaan staat ook nog de Maria am Gestade, een katholieke kerk. Op deze plek waren al in de negende eeuw diverse kerken te vinden, alvorens in 1414 deze er werd gevestigd. Het was vooral een kerk die zich richtte op de vissers die over de Donau voeren (daarmee loopt de rivier dus door alle drie de steden waar ik deze reis kwam). Het gebouw is flink ingeklemd tussen andere panden, waardoor je wel even moet zoeken om het te vinden. Maar de opvallende kerktoren wijst daarbij wel behoorlijk de weg. Ondertussen vond ik het tijd om de randen van de binnenstad weer eens op te zoeken. De bustocht de avond ervoor had mij nieuwsgierig gemaakt naar dit deel van het oude centrum.
Maria am GestadeZo kun je aan die kant bijvoorbeeld het statige parlementsgebouw van Wenen vinden, maar die lag dus zoals ik al beschreef helaas in de steigers. Het Oostenrijkse nationale theater van Wenen (Burgtheater), daar vlakbij, was wel nog vrij van herstelwerkzaamheden. Al sinds 1741 worden hier de grote theatervoorstellingen gegeven. Het was een van de locaties die werd ingenomen door de nazi’s om antisemitische producties te laten vertolken tijdens de oorlogsjaren. En is tijdens die oorlog zoals vele gebouwen beschadigd bij bombardementen. Het is een van de vele grote theaters en muziekgebouwen van de stad. Wenen heeft dan ook een zeer grote muzikale en culturele historie. Vele belangrijke componisten komen uit de stad of hebben er gewoond.
BurgtheaterVoor zover er al niet genoeg zeer opvallende gebouwen in de stad staan, vindt je tegenover het Burgtheater het Wiener Rathaus. Ook dit stadhuis van Wenen is heel erg groot en is een architectonisch hoogstandje. Voor het stadhuis ligt het Rathausplatz, waar nu vele eet- en muziektentjes stonden. Voor een goede snack of wat cultuur kon je hier dus wel terecht. En vlak voor het Rathaus zelf stond een enorm scherm met daaromheen flinke tribunes. Deze zomer was er namelijk een outdoor Film festival dat hier gehouden werd. Vreemd genoeg bleek, na bestudering van het programma, het merendeel van de dagelijkse avondprogramma’s helemaal niet uit filmvertoningen te bestaan. Ik gok dat nog niet eens kwart daaronder viel. De meeste waren theatervorstellingen of muziekoptredens. Terwijl ondertussen dat enorme witte doek juist het Rathaus aan het oog onttrok.
Wiener RathausDat gold dan weer niet voor de zij en achterkant van dit enorme gebouw. En ook deze kanten zijn zeker fraai, al is dat wel iets minder dan de voorkant. Dat kan niet gezegd worden van de nabijgelegen Votivkirche. Waar ik de avond ervoor al langs was gekomen. Nog steeds was het jammer dat deze aan de voorzijde deels gerenoveerd werd, waardoor een metershoog reclamebord het zicht ontsierde. Maar desondanks is de kerk van de voorkant werkelijk prachtig. Zowel bij het vallen van de avond of gewoon vol in de zon. De zijkant is wel helemaal vrij van steigers, al staan er wat bomen die het zicht niet helemaal vrij maken.
VotivkircheDe kerk doet heel erg denken aan de Sagrada Familia in Barcelona, wat niet heel vreemd is, want dat is net als deze een zogeheten votiefkerk. Een kerk die door die door de ontwerper bedacht is als dank aan god voor het overleven van een grote ramp of om een grote wens in vervulling te laten gaan. In dit geval was het een mislukte aanslag op keizer Franz Joseph die de bouw inleidde. Overigens was zijn familie blijkbaar een dankbaar doelwit, want de minder gelukkige Franz Ferdinand (in dagverslag 5 al kort besproken) was zijn neefje. Daarmee is de kerk ook relatief recent, in 1879 werd deze opgeleverd. Je kunt het gebouw gratis bezoeken, maar zelf nam ik even plaats op een bankje aan de achterzijde van de kerk. Een kant die net zo mooi is als de andere zijdes.
VotivkircheDeze pauze was een welkome afwisseling, want ik was het lopen ook wel even zat. Wat het ook wel een geschikt moment maakte om nog één keer op een Big Bus te stappen. In dit geval de rode route, die er hier vlakbij stopte. Bij deze route reed je vooral langs een wat ander deel van Wenen. Namelijk dat aan de andere kant van de Donau. In die richting zijn de kerken wel wat minder talrijk, maar net voordat we het water over gingen passeerden we er nog een met een bijzondere stijl. Dit was de Franz von Assisi Kirche, welke ook nog onder diverse andere namen te boek staat. En ook deze heeft een link met keizer Franz Joseph, want werd gebouwd om het vijftigjarige jubileum van zijn regeringsperiode te vieren, waar ook tweede naam voor de kerk, Kaiserjubiläumskirche vandaan komt. De laatste benaming, Mexikokirche ist ontleent aan het plein Mexikoplatz, de locatie van het bouwwerk.
Franz von Assisi KircheAan de andere kant van de Donau reed de bus een rondje, waarbij je onder andere langs de Donauturm (TV toren) kwam. Je kunt hier nog omhoog om een vrij uitzicht te hebben over de stad. Verder in dat deel ligt ook nog het internationale zakencentrum van Wenen. Rond deze plek staat een van de dependances van de Verenigde Naties. Daarmee is dit deel van de stad vooral een stuk moderner dan de andere kant van Wenen. Het is vooral ook de plek waar er steeds hoogbouw bij komt voor woningen. Na deze ronde keerde de bus weer terug over de Donau naar het meer historische deel. Uiteindelijk ben ik uitgestapt bij de Staatsoper.
De avond begon tegen die tijd wel al voorzichtig te vallen. Maar voordat het donker was, wilde ik nog een plek bezoeken. Dit was wel wat te ver om te lopen en viel ook ver buiten de route van de Big Bus, dus gekozen voor een gewone stadsbus. Want die stopte vlakbij de locatie waar ik wilde zijn. Ik heb het in dit geval over het Hundertwasserhaus. Eerder heb ik al meerdere malen het woord opvallend laten vallen als het gaat om gebouwen in de stad, maar eigenlijk is er geen van die bouwwerken die dat predikaat zoveel verdienen als dit Hundertwasserhaus. Al is in tegenstelling tot die bezienswaardigheden het woord mooi weer niet van toepassing. Toch is het een opkomende bezienswaardigheid van de stad. Terecht, want het is iets wat je gezien moet hebben.
HuntdertwasserhausTot en met de jaren vijftig was dit nog een onopvallend complex aan sociale huurwoningen. Na die periode raakte het behoorlijk in verval, totdat kunstenaar Friedenreich Hundertwasser het als zijn kunstproject ging zien. Hij was iemand die een hekel had aan rechte lijnen en de reguliere opvattingen in de architectuur van die tijd. Daarom wilde hij een gebouw ontwerpen wat totaal los stond van elk traditioneel idee van stijl en comfort. Hoewel de controverse in het begin hoog was, kreeg het project een cultstatus. En niet veel later werd het door steeds meer toeristen omarmt. Enkele straten van het Hundertwasserhaus ligt nog een gebouw wat door hem ontworpen is. Tegenwoordig huist hier KunstHausWien, geweid aan zijn ontwerpen. En ook wisselende collecties van andere moderne kunstenaars en ontwerpers worden hier getoond.
KunstHausWienNiet lang nadat ik hier langsgekomen was begon het al wat minder licht te worden. Veel van de dingen die ik wilde zien had ik inmiddels wel bezocht. Alleen Prater had ik nog niet bezocht (ik was er slechts voorbijgekomen met de bus de avond ervoor). Omdat er geen ideale OV verbinding vanaf het KunstHausWien daarnaartoe is, ben ik te voet er naartoe gegaan. Wat op zich nog best te doen was, want na een kwartiertje stond ik al bij de ingang van het pretpark. Zozeer als de paleizen en Stephandsom bij Wenen horen, wordt ook Prater vaak in een adem genoemd als bezienswaardigheid. Het park bestaat dan ook al heel lang en al sinds 1766 doet het dienst als amusementspark. En in 1873 vond de Wereldtentoonstelling er plaats. Net zoals bijvoorbeeld Tivoli in Kopenhagen en Linnanmäki in Helsinki (waar ik vorig jaar nog langskwam) is de entree gratis, maar betaal je per attractie.
PraterDat betekend niet dat je goedkoop uit bent als je meerdere attracties wilt gaan ervaren. Want de prijzen zijn fors en je moet dus per keer betalen. Het voordeel is wel dat je er gewoon naar binnen en rond kunt lopen. En daardoor wat van de sfeer kan proeven. En hoewel het een hoog kermisgehalte heeft, vind ik het wel wat hebben. Sowieso is er genoeg te beleven. Van simpele attracties als botsauto’s, draaimolens en kartbanen tot meerdere grote achtbanen en een reuzenzweefmolen. Nou heb ik geen hoogtevrees, maar die zweefmolen zou voor mij toch wel een beetje te gortig zijn. Al komt dat ook wel omdat ik zweefmolens altijd verschrikkelijk heb gevonden (achtbanen daarentegen zijn wel aan mij besteed). Deze zweefmolen is een meter of 75 meter hoog, al is het daarmee niet de hoogste attractie, want een ervan reikt zelfs tot 90 meter hoogte.
PraterDe meest populaire en bekende attractie staat direct aan het begin van het park. Dit Wiener Riesenrad was vanaf de opening in 1897 al een publiekstrekker, want het was jarenlang het grootste reuzenrad ter wereld (pas in 1985 verloor het deze status). Het kreeg nog eens een extra boost nadat het een voorname rol speelde in de klassieker The Third Man uit 1949 en ook in James Bond film The Living Daylights was het Wiener Riesenrad te zien. Tel daarbij op dat het uitzicht vanuit het reuzenrad prachtig zal zijn, en je kunt je zo wel voorstellen dat hele drommen toeristen decennia lang er nog op af zullen komen. Zelf ben ik niet er in geweest, omdat ik zag dat de cabines vrij vol waren en ik het geld het op dat moment niet waard vond.
Wiener Riesenrad in PraterWiener RiesenradIk heb nog een tijd rondgelopen in Prater om wat sfeer te proeven, voordat ik weer richting de binnenstad vertrok om nog wat te gaan eten. Daarna ben ik naar mijn hotel gegaan. De tweede dag Wenen zat er daarmee op. De volgende dag zou ik in de ochtend vertrekken richting Praag. Waardoor dat ook het eigenlijke einde van mijn bezoek aan de Oostenrijkse hoofdstad betrof. Ik was verrast over hoe goed de trip naar de stad mij bevallen is. Van te voren wilde ik er zeker graag heen, maar had ik niet verwacht dat ik de stad zo tof zou vinden. En dat zijn eigenlijk toch wel de leukste dagen. Als je verwachten worden overtroffen. Kortom als je denkt om Wenen eens te bezoeken, twijfel niet, gewoon gaan.
Buren wordt doorgeschoven naar morgen.
Mensen vinden wel héél snel iets. Vaak met een minimum aan kennis en een maximum aan oordeel.