TS maakte zojuist weer even z'n nachtelijke wandelingetje. Normaal gesproken is dat een klein blokje om, een klein half uurtje, maar deze nacht voelde alles anders dan gewoon. Er hing een broeierige klamme lucht, en TS was nog niet uitgestapt. Met flinke pas zette TS zijn wandeling voort en kwam uit op een donkere onverlichte hoofdweg. Met enige angst voor het onbekende in de benen nam de twijfel toe.
Dit leek het juiste moment om toch maar een eind aan de wandeling te breien, en rechts omkeert te maken. Toch bleef dat ongemakkelijke maar toch ook ergens wel fijne gevoel in TS' hoofd spoken. Opeens zag TS een klein bospaadje, iets verderop aan de overkant van de hoofdweg. Doordat het zich schuin aan de hoofdweg bevond was er niet direct te zien hoe lang het pad was, en of hier wel iets van verlichting aanwezig was. De angst die TS er immers bijna van weerhield om verder te lopen, was voornamelijk ontstaan door de kille donkere hoofdweg.
Hierop besloot TS een paar stappen richting het donkere bospaadje te zetten, om meer zicht te krijgen op het vervolg ervan. Tot zijn vreugde zag hij nu dat er in de verte een klein stuk pad was verlicht. Waardoor, was nog niet goed te zien. De dikke bebossing om het bospad leken het overgrote gedeelte van de lichtbron te bedekken, waardoor het pad op dat kleine stukje na, zo zwart als de nacht was. Toch heeft deze schimmige verlichte plek in de verte, TS doen besluiten om het pad te betreden en op onderzoek uit te gaan. Wat was deze lichtbron? Waarom is juist daar alleen licht te zien? Het was één groot mysterie, en daar houdt TS wel van.
Voorzichtig zette TS kleine stapjes, om steeds een stuk dieper in het bospad te verdwalen. Het begon steeds donkerder te worden, en de terugweg was haast niet meer te zien. Ook leek het even of de lichtbron steeds verder weg lag, dan TS aanvankelijk gedacht had. TS had namelijk al een flinke wandeling achter de rug, en begon de gelopen afstand nu wel te voelen. Gelukkig zakte dit gevoel al snel weg, toen het duidelijk was dat de lichtbron wel degelijk dichterbij kwam, en het steeds beter te zien was wat er zich achter de bladeren verscholen had.
Een klein oud, houten hekje, vastgeschroefd aan een paar rottende schuinstaande houten paaltjes scheidde de weg tussen het bospad, en een klein, door sfeervolle lantaarns verlicht weilandje. TS voelde de warmte van het weilandje afstralen, en zijn mond viel open van blijdschap. Na de ietwat enge en spannende tocht over de hoofdweg en het bospad waar geen einde aan leek te komen, stond er een idyllisch plaatje op hem te wachten.
Tot zijn verbazing kwam er een grote donkere verschijning uit de schaduw lopen. TS schrok zich rot, zette direct een paar flinke stappen naar achteren, en verschool zich achter de dichtstbijzijnde struik. Een luid gestamp en gezucht was te horen. Was het schijn? Leek het allemaal te mooi om waar te zijn? Leefde er een monster in het eerst zo liefelijk ogende weiland? TS moest snel een keuze maken, rennen, of blijven. Rennen, of blijven. De nieuwsgierigheid nam de overhand en TS besloot zich - nog steeds zittend achter een grote struik - zo stil mogelijk te blijven verschuilen. Voorzichtig trok hij een aantal takjes weg om gedeeltelijk vrij zicht te krijgen op het gammele hekje. Wat als TS het 'monster' had gestoord? Zou het van woede dwars door het hekje heen rennen, en alles wat los en vast zit overhoop halen, inclusief TS en z'n struikje?
Het gestamp kwam dichterbij. Langzaam kwam er achter de bossages rondom het hekje, een silhouet tevoorschijn. TS kon nog niet goed plaatsen wat hij zag. Hij besloot de takken nog iets verder uit z'n zicht te trekken, en boog zijn hoofd iets naar voren om beter zicht te krijgen. Alle angst en onzekerheid verdwenen als sneeuw voor de zon, toen bleek waar al deze eerst zo agressief klinkende geluiden vandaan kwamen. Het was een dier! En niet zomaar eentje, het was een koe! Opgelucht kwam TS achter het struikgewas tevoorschijn, en liep voorzichtig richting het hekje.
Toen TS eenmaal het hekje genaderd was, viel hem iets op. De koe had een heuse nametag om haar hals. TS stak zijn hand uit om de koe een aai over d'r kop te geven, en tegelijkertijd een poging te doen om de nametag te lezen. "BERTHA-9 | 2014" stond er op het metalen plaatje gegraveerd. "Bertha", dacht TS. "Dus jij bent Bertha, aangenaam, ik ben I!" Fluisterde hij vervolgens, en hij gaf Bertha nog een aai over d'r kop. Bertha moest wel een heel bijzondere koe zijn, met haar eigen mooie privé weide, zo sfeervol verlicht, en haar eigen gegraveerde nametag. Bertha zag er ook goed verzorgd uit, en had flinke bakken voer en water verderop in de schaduw staan. Bertha leek mijn aanwezigheid wel te waarderen, ze bleef namelijk erg nieuwsgierig en aanhankelijk bij het hekje staan, en gaf zelfs kopjes.
TS besloot nog een paar flinke aaien over Bertha's kop te geven, en wou er toen weer vandoor gaan. Toen TS echter wegliep, begon Bertha te loeien. Ze is eenzaam, en wil niet alleen gelaten worden. TS dacht; "Daar weet ik wel wat op.", en beloofde Bertha zo snel mogelijk weer terug te komen. Al snel vond TS zijn weg terug richting huis, en sloop z'n schuurtje in, op zoek naar gereedschap. Na het nodige verzameld te hebben in een grote tas, liep TS gehaast terug naar Bertha. Bertha stond nog steeds braaf voor het hekje te wachten. TS pakte een handzaag uit z'n tas en begon er heftig op los te zagen. Hij trapte het hekje in, en liet Bertha los. Bertha durfde helemaal niet door het hekje naar buiten, aan de weide was ze veel te gewend geraakt. Toch besloot ze uiteindelijk de stap naar buiten te zetten, en liep weg.
Bertha heeft niet veel later voor veel rumoer gezorgd op de hoofdweg. Twee auto's moesten uitwijken voor Bertha, en zijn total-loss in de sloot beland.
Bertha zelf is getroffen door een derde auto, en heeft het helaas niet overleefd.
Ze is 5 jaar geworden.
Moraal van het verhaal: Blijf met je smerige poten van andermans bezit af.
[ Bericht 0% gewijzigd door I op 19-07-2018 07:23:26 ]