quote:
Wie nog gelooft in de ‘omerta’ van het wielrennen, luistert beter even naar de podcast van de Nederlandse renner Laurens ten Dam (37). De wegkapitein van Tom Dumoulin gooit daarin zijn hele leven op tafel, ook in deze Giro: intieme details over dopingcontroles, over ‘wijndagen’ en de ‘3.000 calorieën-regel’. “Strava, Instagram, de podcast. Ik wil helemaal transparant zijn.”
Over Laurens ten Dam van Team Sunweb kan je honderd en één verhalen vertellen. Negende in de Tour de France van 2014, achtste in de Vuelta van 2012, de rechterhand van Tom Dumoulin in deze Giro. Hij is vader van twee, heeft zijn eigen koffiemerk, zijn eigen gravelrace en is behalve een goede vriend en trainingsmaat van Niki Terpstra ook nog hoofdredacteur van het fietsmagazine Bicycling.
Maar dit gaat over de podcast, zijn allernieuwste hobby. Sinds 17 maart zet Ten Dam geregeld afleveringen online. De show heet Live Slow, Ride Fast, het devies waarnaar hij probeert te leven. In deze Giro doet hij opnames op de rustdagen, afgelopen maandagochtend nog op zijn hotelkamer. Met Het Nieuwsblad als vlieg-op-de-muur.
Ten Dam zit achter een hip, zilveren microfoontje. Op het bureau staat een zak koffie van zijn eigen merk. Er ligt ook een boekje naast hem: Gele trui tegen wil en dank, een verhaal uit 1981 over de fictieve Nederlandse renner Bart Roest.
Ten Dam converseert over de telefoon met zijn vaste sidekick Stefan Bolt. Hij vertelt alles wat hem in deze Giro al is overkomen. Het gaat over de passage door de onverlichte tunnel in de rit naar Praia a Mare: “Alsof je aan zeventig per uur met honderd auto’s naast elkaar rijdt, helemaal in het donker.” Het gesprek gaat naadloos over naar een ruzie met FdJ-renner Steve Morabito, die dan nog historische banden zou hebben met de Calabrische maffia. Ook een aanrijding met een kat komt aan bod: “Het was een witte. Ik hoorde van de renners achter me dat ze er niet heel goed vanaf is gekomen.”
Ten Dam neemt zijn podcast best ernstig. Halverwege zet hij de opname even stil om interviewer Bolt een standje te geven: “Stefan, effe dit, effe dat, effe zus, effe zo. Dat komt toch niet over bij de luisteraar? Wel scherp blijven, hoor.”
***
“Om acht uur ’s ochtends zat ik met de deur open te kakken. De dopingcontroleur keek mee. Pas nadat ik mijn reet had afgeveegd, kwam er ook genoeg urine uit. Hij maakte ook nog een opmerking over de geur. Hoort er ook bij. Profrenner zijn: living the dream.”
Bovenstaand fragment komt uit één van de eerste podcasts. “Dat soort dingen wil ik ook vertellen”, zeg Ten Dam. “Gêne heb je als wielrenner sowieso niet meer. Niet nadat je honderd keer in je blote kont door een bus hebt gelopen.”
Hij vertelt in al zijn podcasts heel open: over de Nederlandse journalist Thijs Zonneveld, die hij ervan verdacht epo te gebruiken voor een ‘journalistiek experiment’. Of over de omstreden dokter Andrei Mikhailov, die hem bij Unibet in 2006 vertelde dat hij zo veel natuurlijk talent had dat epo niet hoefde.
“Ik wil gewoon zo transparant mogelijk zijn”, zegt Ten Dam. “Ik was één van de eerste renners op Strava. Ik heb al mijn data van de Tour erop gegooid, met powerfiles en alles. Ik ben ook actief op Zwift (een digitaal fietsplatform, nvdr.), waar fans met me kunnen meerijden in morningrides. Ik denk altijd maar: was ik een kleine jongen en kon ik om zeven uur ’s ochtends een ritje maken met Michael Boogerd of zo, dan was ik wel een uurtje later op school geweest. Idem voor Instagram en Twitter.”
***
“Ik heb met de ploeg afgesproken dat ik mijn ‘wijndagen’ mag hebben. De dag voor de rustdag, de dag van de rustdag en de dagen dat we winnen. Jammer dat ik in Israël al een paar dagen ben kwijtgespeeld. Die wijn daar was niet lekker. Baal ik van.”
In zijn podcast praat Ten Dam veel over dingen die officieel niet bij het wielrennen horen. Over barbecueën, over wijn drinken, en ook heel vaak over bier. Brengt zoveel openheid hem nooit in de problemen bij Team Sunweb, een ploeg van kadaverdiscipline? “Neen, want ik presteer gewoon goed. En met alcohol doe ik het rustig aan. Ik heb mijn 3.000 calorieën-regel: als ik train, houd ik goed mijn wattagemeter in de gaten. Zodra ik 3.000 kilocalorieën heb verbrand – drie tot vier uur trainen – mag ik ’s avonds een biertje drinken. Als het er 4.000 zijn, zelfs twee. Een Orvalletje of een Kwaremont, daar heb ik een kratje van staan. En ja, ik hou van barbecueën. In de zomer doe ik dat zeven op zeven. Ik ben een buitenmens. Maar kijk, ik ben ook de enige renner van de ploeg die na de Waalse Pijl met de fiets naar het hotel gaat. Dan heb ik 270 kilometer gereden en mag ik de dag nadien heus wel een barbecuetje hebben omdat mijn oudste jarig is. Ik wil in de podcast ook open praten over die dingen.”
***
“Sunweb is als ploeg heel erg weg van ‘protocols’. Zo heb ik nu het wegkapitein-protocol gekregen: de ploeg wil dat ik mijn huiswerk doe. Liever een uurtje minder trainen, maar dan wel de tegenstanders en het parcours bestuderen.”
In deze Giro is Ten Dam naast ‘podcaster’ ook gewoon wegkapitein van favoriet Tom Dumoulin. “Het gaat goed. Op Gran Sasso kan ik tot de laatste vier kilometer bij hem blijven. Ik ben nu zevenendertig, maar ik overweeg om er nog een jaar bij te doen. Als ik stop, zal de podcast wel doorgaan. Dan doe ik het zoals Armstrong: elke dag een nieuwe aflevering. Ik vind het gewoon gaaf.”