Column:Wat doen activistische beroepsslachtoffers bij gebrek aan echte vijanden en conflicten?
Ze vallen woorden aan. Het woord op zich wordt vijand, ongeacht zijn betekenis.
Het woord moet verdacht gemaakt, het moet angst inboezemen, twijfel zaaien bij hen die nog hun mond durven te openen om iets te zeggen dat niet past in het straatje van de nieuwe inquisiteurs.Deze mechanismes van totalitaire terreur zijn volop in werking. Vreesden we een paar jaar geleden dat de ironie dood was, omdat letterlijklezers en beroepsbeledigden speelse taaltwisten niet wilden begrijpen, nu blijkt dat we destijds nog op rozen zaten. Lui die geen humor begrijpen, die hadden zelf pech, nietwaar? Dwazen naar wie niemand luistert. Maar nu gaat het niet eens meer om de gelaagdheid van de ironie. Nu staat willekeurige taal terecht, zonder deugdelijk argument. Al het menselijke, gelaagde, genuanceerde, ambigue, onzekere, poëtische in de taal moet weg. Taal is munitie geworden van klassenvijanden en onderdrukten en slechts de voorraad van de laatsten deugt. En de dwazen die zulke zuiveringen voorstaan worden beloond.
Malle beschuldigingIn Duitsland haalt de Berlijnse Alice Salomon Hogeschool een gedicht van de gevel omdat het seksistisch zou zijn en aanstoot zou geven. Studenten hebben erover geklaagd en dat had effect. Het korte gedicht van Eugen Gomringer is in het Spaans, de vertaling is van mij, hier gaat het om: ’Lanen/lanen en bloemen/bloemen/bloemen en vrouwen/lanen/lanen en vrouwen/lanen en bloemen en vrouwen en/een bewonderaar.’ Je moet een gestoorde beledigingsmaniak zijn om je onveilig te voelen door deze verzen. Toch is die malle beschuldiging door de schooldirectie beloond met censuur: het gedicht wordt witgekalkt. De dichter wordt vertrapt, de zieke hater krijgt gelijk. Fijn pedagogisch voorbeeld, zeg. Daarmee staat ook vast dat op die school de woorden lanen, bloemen, vrouwen en bewonderaar fout zijn omdat ze tot sociaal leed leiden. Je reinste nachtmerrie, deze aanval op een lieflijk gedicht. Hoe in die school nog de aangeboden cursus creatief schrijven wordt gegeven, is me een raadsel. Als de school haar eigen censuurcriteria toepast, dan is elke woordcombinatie suspect. Dan krijgt elke halvegare gelijk die tijdens de les opstaat en roept dat Goethe een witte privilegeviezerik is die met de strofe ’Oh Mädchen, Mädchen/Wie lieb ich dich!/Wie blickt dein Auge!/Wie liebst du mich!’ in Mailied een verkrachting vereert. Je kan het zo gek niet verzinnen, het wordt gepikt. De angst is sterker dan het verstand.
ZelfpromotiepraatjesOok in Nederland. Hier heeft de klopjacht op het woord ’blank’ een mijlpaal bereikt nu de NOS overstapt op het woord ’wit’. NOS-directeur Marcel Gelauff maakte bekend dat de taalcommissarissen van de publieke omroep besloten ’blank’ in de ban te doen vanwege de ’te positieve connotatie’. Blank, dat vindt ook Gelauff persoonlijk, roept associaties op met schoon en rein, wit ’is gewoon een kleur’. Van taal heeft deze Gelauff weinig kaas gegeten. Inderdaad staat blank voor iets positiefs als ook voor ’helderwit, lichtgekleurd’ (’Dikke Van Dale’, 2008), maar het woord komt evengoed voor in uitdrukkingen die naar narigheid en mankementen verwijzen, zoals overstroming en scheel zien. En dan de NOS-favoriet ’wit’, gekozen omdat het puur kleur zou zijn, zonder positieve connotaties die naar klinken naast zwart. Nou, de taalpolitie van de NOS had dat stiekeme ’wit’ beter mogen natrekken. Want dat grossiert in zelfpromotiepraatjes ten opzichte van zwart. In tegenstelling tot zwart, zijn witte praktijken legaal en dus beter en zijn het de wittebroodsweken die met liefde geassocieerd worden. In tegenstelling tot zwart, vliegt de witte duif voor vrede; zitten de witte netten vol vis en is de oogst rijk als ’de landen alrede wit’ zijn. Ook barst je van het privilege als je wit bij iemand bent of witte vrienden, en als je een wit voetje haalt – allemaal verbroedering en gunsten. Niks neutraals bij dat ’wit’, dat evengoed een boodschapper van narigheid kan zijn: sla de Dikke er maar op na.
AchtbaanMaar dat laat de taalcheck-commissarissen van de NOS koud. Daar hebben ze nu eenmaal de oekaze uitgevaardigd dat het als neutraal gepresenteerde ’wit’ minder schuldig is ten opzichte van ’zwart’. Maakt niets uit wat in het woordenboek staat. Dat de huidige connotaties van ’wit’ als omschrijving van mensen extreem negatief zijn, ontgaat ze ook. Daar wijst de loeischerpe journalist Jan Dijkgraaf op. In The Post Online noteert hij welke associaties ’wit’ in die context oproept: ’Wel namelijk met slavendrijvers, racisten, xenofoben en meer van die beschrijvingen die een belediging voor de overgrote meerderheid van de blanke Nederlanders zijn. En die framing van ’blanken’ neemt de NOS dus officieel over. ’Witte mensen’, meneer Gelauff, is de oorlogstaal van activisten.’
Waarom maken we deze taalverdomming mee?
Omdat dit de culturele achteruitgang is in een land waar rechts-extremisme wel streng bestreden wordt, maar dezelfde heldere criteria van verzet ontbreken als het om de intolerantie van links-extremisme gaat: dat geniet sympathie, wordt overgenomen. En dat nodigt die radicalen uit om nog meer eisen te stellen, de ene krankzinniger dan de andere. Het hellend vlak is van gisteren. We bevinden ons nu in de engste achtbaan van de politieke correctheid, waarin alles meteen over de kop gaat. © Hoe activisten de taal verminken.[ Bericht 0% gewijzigd door #ANONIEM op 26-01-2018 18:42:30 ]