Lieve FOK!'ertjes,
Voor vanavond heb ik een halve kip gekocht bij een man op de markt. Toen ik de kip ging kopen, hingen er alleen maar hele kippen aan het spit. Omdat ik een halve kip wilde, ging de man recht voor mijn ogen een kip door midden knippen. Hij zij nog: 'Zo, dan leg ik 'm effe op z'n ruggetje, dan gaat ie zo door midden!'
Ondanks dat de kip heerlijk rook, werd ik een beetje onpasselijk van het schouwspel. Die arme kip heeft ooit geleefd, maar het lot besliste anders. Nu belandde 'ie op z'n ruggetje in een zakje dat te verhitten is tot 120 graden celsius.
Ik voel me een slecht mens. Ik ben degene die er aan bijdraagt dat kippetjes aan het spit worden geregen en door midden geknipt in een papieren zakje belanden, ergers op een markt in een nietszeggend dorp. Wat een tragedie...
Klacht: de oven is nog niet voorverwarmd voor mijn kip!
Ook zag ik, dat al het zwoegen, alsook alle bekwaamheid in het werk, louter naijver is van de een op de ander; ook dit is ijdelheid en najagen van wind.