De wezens die er wonen zijn de zogenaamde Sisianoq , oftewel de levenden . Ze zijn een ondersoort van de elfen die zich nds eonen lang om een of andere reden hebben afgescheiden van alle andere elfen . Zodoende hebben ze zich verder ontwikkeld
, ze zijn middelang enbben lang blond tot donkerblond golvend haar , ze hebben og steeds spitse oren maar die oren zijn nu van een hele dunne soort huid
Ook hun zintuigen zijn veranderd , niet in scherpte
-want die was altijd al supriem- maar in aantal ,
het zijn er zes . Hun zesde zintuig is die van het paranormale bereik , wat ze er mee kunnen en hoe het werkt is tot op de dag een van de best bewaarde geheimen gebleven . Ook opvallend is hun gaven met planten en dieren te kunnen communiceren ( lees : niet spreken maar communiceren in beeld en geluid )
Gegroet Jalat , welkom in Teranoq .
Normaal staan wij niet toe dat vreemdelingen onze stad zelfs maar ontdekken .Dus moet je wel door een vriend gezonden zijn daar je anders nooit de weg had kunnen vinden .
* De oude Vrouw wenkt hem mee te komen
* Stilletjes vroeg hij zich af of de persoon in het bos van Herne ook van dit volk afkwam, maar deze persoon had een ander structuur, de figuur in het bos was ruwer, dit figuur was fijn, precies accuraat, en onsterfelijk leek wel, toen de vrouw zich omdraaide en Forau in zijn ogen aankeek.
* Het leek alsof de vrouw schrok, en Forau vroeg zich af of de vrouw zijn ware aard had geraden, hij hoopte van niet. Onverstoord begon de vrouw op een heldere zuivere pure stem "Welkom in Teranoq, de stad van de Sisianoq" en de vrouw deed een houten deur open.
De wereld die aan Forau zijn ogen blootgesteld werd was ongelofelijk in de puurste zin van het woord, elfen liepen overal in groene en grijze kledij, bomen leken actief te leven, en huizen leken te ademen, dat een dergelijke stad zo verborgen kon blijven in de bomen verbaasde Forau mateloos terwijl hij de houtbewerkingsmethode probeerde te onrafelen, het lukte hem niet.
Komt nader vreemdeling , je roep is je voor uit gesneld .
* Aarzelend gaat Forau zitten , nog onzeker door de dreigende elfenwachters
Mijn naam is Tarinath ( Sterrevuur ) ik ben de koning van de Lethanoq . Mijn excuses voor de botte ontvangst maar wij Lethanoq zijn de omgang met andere wezens onwend .
Je eer en moed zijn zelfs onder de Lethanoq bekend . Laten we tot zaken komen . De dreigende aanwezigheid van de Invasion Troopers -onze erfvijanden – is een groot gevaar voor dit wonderschoon eiland . Alleen zijn wij Lethanoq machteloos tegen de technologische tegenstand van de Troopers . De experimenten in de Grotten van Fok! zullen zeker niet onbenut gelaten worden door zijn generaal Dr_tekno . Het gevaar van volledige bezetting van deze wereld is te groot om genegeerd te worden .
* Een bode beent de cirkel van elven binnen en fluistert Tarinath wat in zijn oor , Tarinath kijkt heel bedenkelijk en fronst zijn wenkbrauwen
Hhmm , we hebben een probleem met een van de plaatselijke heersers , Lord Dreamer genaamd . Hij is een beetje trots in de omgang met andere wezens . Misschien komt dat ook omdat wij nog steeds niet kunnen omgaan met mensen . Kom laten we samen naar hem toe gaan om over een mogelijke alliantie tegen de Invasion Troopers te praten .
* Tarinath zegt wat in het elfs tegen een man en de man loopt naar een gebouwtje toe
* Forau hoopte dat hij enige indruk had gemaakt met zijn statements, maar had het idee dat het de elfenvrouw bitter weinig interesseerde, of ze deed gewoon alsof ze het niet snapte, maar dat leek Forau zeer onwaar. Hij stapte op, en wou weglopen door uit de kring te lopen en naar huis te gaan, hij liep de wachters voorbij en voelde dat ze hem volgde, met hun ogen, alsof ze zelfs in hun achterhoofd zaten. "Blijf zitten!" beval de vrouw "Je kan hier niet van weglopen en doen alsof er niets aan de hand is, je weet zelf ook wel beter." En daar had ze gelijk in, Forau wist dat er iets gaande was waar hij niet uit kon blijven, maar hij had werkelijk geen idee wat.
* Terwijl Forau weer rustig plaatsnam sprak hij met rustige stem "Waarom zou ik u vertrouwen, een van uw afgezanten komt mijn terrein opgegalopeerd en schiet een pijl rakelings langs mijn trouwste dienaar, als ik er bij was had ze dood kunnen zijn." sprak hij, en wist dat het zo was, Ruggiero was hem zeer dierbaar. "En die Lord Dreamer waar u over spreekt, ik heb nog nooit van hem gehoord, maar u zegt dat u hem als bondgenoot wilt, maar als hij zo invloedrijk is als u zegt, waarom hebt u hem dan zelf niet benaderd? En waarom doet hij zelf niets als hij..." Forau's stem stokte in zijn keel, zijn ogen werden groot en hij had moeite te ademen, hij realiseerde zich plotseling dat hij in het Bos van Herne bijna aangevallen was door misschien wel een soortgelijke van hen, maar hij had geen dreiging gevoeld van de persoon. Toen keek Sterrevuur diep in de ogen van Forau en hij voelde een zekerheid dat dit volk vredelievend was, zoals hij, maar wanneer het er op aankwam bereid was de wapens op te pakken en te vechten voor hun vrijheid. Forau stond op, in volle zekerheid en met het volste vertrouwen "U kunt op mijn hulp rekenen, ik alleen ben meer waard dan 100 voetsoldaten uit de legers van verre landen, ik zal kijken of ik Lord Dreamer over kan halen." Forau stond op om weg te lopen, maar Sterrevuur hield hem tegen "Wacht" sprak ze zacht, bijna fluisterend "Ik meot je nog iets geven wat je van pas kan komen" en ze wenkte haar dienaar.
Forau vroeg zich af wat hem van pas zou kunnen komen, behalve aarde uit zijn geboortegrond, maar dat had hij genoeg.
Een dienaar kwam terug met een voorwerp in zwart flueel gehuld, en Forau kon niet zien wat het was...
Dit , is een Thenamoh . Een voorwerp gemaakt van zuiver Mithril en gereinigd door Zon , Maan en sterren .
Zodra je ook maar bang bent , je zelfvertrouwen kwijt bent of je zwak voelt zowel lichamelijk als geestelijk kan je door louter aanraken van de Thenamoh je je zelf sterk maken . De werking van het voorwerp is beperkt tot degen met een goede bedoeling , zodra het in kwade handen valt zal zijn kracht omkeren tegen de kwade figuur . Wees er dus voorzichtig mee , want we hebben er maar twee . Deze is genaamd Yslathog de andere die in handen is van goede vrienden heet Marothak
Ga nu met de zegen van de zon en de maan over je
Ze liepen richting een koepelvormig gebouw met een soort galerij met allerlei belangrijke mensen eromheen.
Toen de bode door de elvenmenigte manouvreerde gingen de elfen vol ontzag opzij."Dus toch de bode van de Koning zelf" bedacht de elf. "Hij zal dit nieuws niet leuk vinden zeker nu een van de Thenamoh's in gevaar is. Maar onze eed is luid en duidelijk"
Twee Mortagh's opende de grote deuren, en sloten ze weer achter de twee elfen. Binnen in het gebouw was een soort rondlopende galerij en midden in het gebouw ging het langzaam via trappen omlaag. Dit was de plaats waar de Raad van de Hoge Elven vergaderde. De enige aanwezige waren een paar Methalomens en de Koning zelf. De bode liep naar de koning toe en fluisterde hem iets in zijn oor.
1 Een dwazige verstrooide geleerde die in de kruinen van de bomen de sterren bestudeerde. Hij ontwierp de raarste en nutteloze voorwerpen, toch had hij af en toe zijn heldere momenten.
2 De persoonlijke raadgeefster van de koning, hoe oud ze was wisten zelfs de oudste Methalomens niet meer.
3 De persoonlijke bode van de Koning.
4 Adviseur van de Koning op het gebied van de Jacht (vreemd genoeg maakt dit elfenvolk geen onderscheid tussen jacht en oorlog. Zowel taalkundig als redekundig zien de elfen daar geen verschil in)
5 De clanleiders van de verschillende elfen-clans (Methals) .
Terwijl de Koning met de Methalomens besprak wat te doen werd de Raad in de raadszaal verzameld. De Raad bestond uit alle personen die ook maar iets te betekenen hadden in Teranoq. Er waren veel elfen maar ook enkele dwergen, dwergen, en zelfs een paar mensen. Er werd veel en lang gesproken tussen de Koning en de Methalomens , sinds elvenheugnis is er geen contact meer geweest met de rest van de wereld. Nu stond men op het punt niet alleen het contact te vernieuwen maar zelfs deel te worden van deze wereld.
Tot een besluit gekomen betraden de Koning en de Methalomens de Raadszaal, Voor de Koning en ons volk klonk het door de raadszaal . De Koning nam plaats in een soort troon versierd met Vargon veren, de Methalomens zaten aan weerszijden van hem. Met een vermoeid gebaar gaf de Koning aan dat de jachtleiders met hun uitleg konden beginnen.
De jachtleider Tastowan stond op en begon te spreken. "Onze vijanden groeien steeds sterker. Het kasteel van Lord Dreamer word aangevallen door de troepen van die verraderlijke Valheru. Hij-Die-Zonder-Mond-Spreekt is gewekt door Dr_tekno, hij heeft de poort van Hador geopend. Black Riders zijn al door de poort gekomen en binnen afzienbare tijd zullen meer en meer troepen van de Zwarte Meester volgen. Ook al zijn er veel helden uit lang vervlogen tijden aanwezig om aan de zijde van het goede te vechten, ik noem Lord Dreamer, Bar_the_Grey, Atrimar, portier, Naru, Forau_Diavolina, Daron, het is niet genoeg tegen de overmacht van het Zwarte. Zelfs de Vrouwe is verzwakt en kan weinig hulp bieden. Ik vraag daarom aan deze Raad om hun steun, we hebben troepen en wapens nodig willen we iets kunnen doen."
Het raadslid Nasta stond op "Mag ik de jachtleiders verzoeken de volgende vraag te beantwoorden" Even leek de Koning te aarzelen "Spreek Nasta"
"Ik zou graag van de jachtleiders willen horen of het bij deze ene Valheru blijft. Niet dat ik zo laf ben dat ik ze niet aan kan maar als je ziet wat een doorgedraaide Valheru al aanricht vraag ik me af of er niet meer overlevende Valheru zijn"
Langzaam knikte Tastowan "We kunnen de raad niet verzekeren of er meer Valheru zijn. Grimmig keek Tastowan de diverse raadsleden aan Maar Volgens mij maakt het weinig uit of dit eiland door een of meer Valheru wordt vernietigt "
Geschrokken ging Nasta weer zitten.
[Dit bericht is gewijzigd door Lethanoq op 07-02-2003 15:35]
Met een boze blik stond de Koning op "Legomar,als half-elf zou jij toch beter moeten weten. Wij elven hebben ons al veels te lang als buitenstaanders beschouwd, we dachten dat dat wat in de rest van de wereld gebeurde ons niks aan ging. Nu komen we tot de ontdekking dat als de Valheru aan de macht komt ook wij in gevaar komen"
Zwijgend ging Legomar weer zitten. Twee raadsleden, Gandorath en Twilo, de twee beste vrienden van Mathany stonden op en verzochten de Koning om spreektijd. Zwijgend knikte de Koning de twee toe, ook de Koning was een goede vriend van Mathany, hij vermoedde ook ongeveer wat de twee wouden weten. Koning aankijkend begon Twilo te spreken "Onze vriend en mede-elf is op dit moment vlakbij de strijd, ook hij strijd mee voor een beter toekomst. Tegen de dreiging van een nieuwe verslaving door de Valheru. Voor de toekomst van zijn kind, gedragen door Sisanday.
Zou het niet heel wrang zijn als Mathany ons om hulp vraagt en wij de hulp aan een mede-elf en bloedsbroeder zouden weigeren omdat we ons zelf niet in gevaar willen brengen. Ieder van ons weet dat Mathany vele malen zijn leven heeft gewaagd voor ons volk ten tijde van de Valheru."
Weer stond de Koning op "Ik denk dat een stemming over dit onderwerp nutteloos zou zijn" instemmend gemompel klonk door de raadszaal, alleen Legomar keek grimmig voor zich uit.
De Koning hief zijn staf "De raad heeft besloten!" en de raadszaal stroomde leeg.
Samen met de jachtleiders, de Methalomens en de generaals van de Mortaghs ging de Koning naar het naast de raadszaal gelegen vertrek om verdere details van deze oorlog voor te bereiden. Ondertussen stuurde Tastowan verkenners over het hele Eiland heen om te zien hoe de situatie daar was
Beste Elvenvriend, wees niet bevreesd. Dit is de stem van Questor Bar the Grey, Dienaar van de Vrouwe. Ik heb een verzoek aan U. Breng deze steen met boodschap naar uw koning, dit is van groot belang. Helaas had ik zelve geen tijd om een audentie aan te vragen bij uw Heer. Wees daarom zo vriendelijk hem deze boodschap te overhandigen met de meeste hoogachting. Of zoals de elven zouden zeggen: Sweet water and light laughter.
* De verkenner draaide zich om en ging in snelle pas met de steen in zijn rugzak op weg naar zijn heer om hem op de hoogte te brengen van zijn bevinding.
'Oké, wat hebben we aan troepen en materiaal?' Tastowan pakte een perkament van de stapel af en keek even kort. 'Aan beroepssoldaten hebben we nooit te kort gehad, maar ik vrees dat we nu niet genoeg hebben. Dan zullen we uit de bevolking moeten rekruteren.'
Op dat moment werd er op de deur van de raadskamer geklopt, aarzelend trad er een wachter binnen. 'Ik heb hier een bode van de Meesters, hij zegt dat het dringend is.' 'Goed laat maar binnenkomen.' De bode trad binnen en gaf hijgend een opgerold perkament aan de Koning. Geschrokken las de Koning de boodschap. 'Goed, het volgende heeft een van de Meesters mentaal van een verkenner opgevangen. Broedermoord, Elven doden Elven las de Koning hardop voor. 'Volgens dit bericht werd er daarna door deze verkenner niks meer medegedeeld, we kunnen dus rustig aannemen dat deze dappere elf dood is. Als we dit slim spelen kunnen we de elvenbevolking op onze hand krijgen en dan hoeven we niet gedwongen te rekruteren'
Vredelievend als ze waren bewogen de logge Vargos zich over de kruinen heen, je kon je haast niet voorstellen dat eennmaal in de lucht verheven door de meters lange vleugels deze wezens ware aanvalsmachines waren. Op hun rug konden ze naast hun berijder 10 á 20 boogschutters bevinden die zich schuil konden houden achter de vele schubben en uitsteeksels die een Vargos bezat. Ook de berijder zat veilig achter de nek van de Vargos, hij zat zo dat hij alleen van boven beschoten kon worden maar kon toch goed zicht over de omgeving houden.
Toen de berijders eenmaal op de nekken van de Vargos zaten waren de Vargos helemaalin de macht van de Vargosrijders. Na een korte wenk van de verantwoordelijke jachtleider klommen er honderden Mortagh elite boogschutters met bogen en pijlenkokers uit een kruin omhoog. Op de kruin aangekomen verspreide ze zich en klommen op de aanwezige Vargos.
Ongeveer 120 getrainde Vargos waren uitgekozen voor deze opdracht. Op de Vargos zaten 2400 elite boogschutters, een gevaarlijk wapen. De Vargos zelf hadden ook hun wapens, Antimagie bollen die ze met zeer hogen snelleheid gericht uit diverse lichaamsopeningen konden wegschieten die elke vorm van magie neutraliseerde, zelfs magische wapens werden ordinaire stukken metaal. Mensen die magie bezaten werden geplaagd door onelfelijke lichaamspijnen en verloren elke vorm van rationeel denken. OOk vuur werd bestredenn met enorme luchtvlagen die de reusachtige vleugels verspreidde, ook al waren de Vargos zelf imuun voor vuur, hun berijders waren dat helemaal niet.
De jachtleider die verantwoordelijk was voor de Vargos klom op de sterkste en oudste vargos -ook een aanvoerder dus- en gaf het sein om te vertrekken.
Met oorverdovend kabaal stegen alle 120 Vargos tegelijk op van de kruin. Langzaam versnelde de logge beesten -die eenmaal in de lucht helemaal niet log waren- en koersde richting het slagveld
* Uren en uren vloog Abbadon over het bos, na de vlucht uit het elfenbos...Af en toe gingen zijn gedachten naar Werik en de elf, die hij in het bos achter had gelaten om Nyphai te kunnen beschermen...Hoe zou het ze vergaan?...Het feit dat hij gevlucht was zat hem niet lekker. Nog nooit was de vroegere generaal van de hemelse legioenen een gevecht uit de weg gegaan, maar hij twijfelde er niet aan dat hij zijn kans om de duistere magiërs te bevechten nog wel zou komen.... Zo ver het oog reikte strekte het bos zich onder hem uit, en het leek alleen maar dichter te worden....van de elfenstad waar de twee naar zochten was nog niets te zien toen Abbadon neerstreek op een open plek om wat te rusten...Onmiddelijk vloog een kleine vlinder op vanuit de beschutting van zijn vleugels en transformeerde in haar eigen vorm... Misschien dat Abbadon nu wat uitleg zou kunnen krijgen over de situatie waarin hij zo plotseling verzeild was geraakt...
"He dat is vreemd, ik ben nog nooit in dit deel van het bos geweest. Daarbij heeft Devok me al zo vaak weg gestuurd om het een of het ander te doen. Nou jah als ik hier rechdoor ga dan kom ik volgens mijn kompas weer in Teranoq uit."
En Uthar liep verder en verder, op een geven moment werd het wel erg donker.
"Hmm, ik kan maar beter even mijn toorts aansteken, het word hier steeds donkerder en de loopruimte word steeds kleiner. Ik heb eigenlijk niet het gevoel dat ik de juiste kant op ga. Nou jah, op een gegeven moment moet ik wel ergens uit komen."
Met een flinke teug uit zijn veldfles dronk Uthar zichzelf wat moed in, hij wou het niet toegeven maar hij was eigenlijk best wel bang.
".... dus op advies van de Questor wilde ik hier naar toe gaan. Die engerd van een Tarran heeft mijn nieuwe amulet gestolen en de broedersteen bevindt zich hier. Het zal mij ook niets verbazen als die dwaze tovenaars ook achter deze aan zullen gaan. Ik moet opschieten, maar ik heb ook hulp nodig..."
* Als Abbadon haar verhalen overpeinst reikt nyphai met haar vermoeide geest uit naar dit magische gebied. Ze verbindt haar zelf met de natuur en voelt dan de aanwezigheid van de steen. Ook voelt ze dat de elven weten van hun aanwezigheid. Ze herinnert zich de woorden en het rijmpje van de Questor en pakt haar harp. Zachtjes begint ze te spelen en zingt dan het rijmpje
"With power and might, let the light conquer fright. So we can win the fight by routing the night."
Ondertussen verder op
"Ik zit nu echt in moeilijkheden, die rotbomen houden me gewoon tegen"
Angstig begint Uthar om hulp te schreeuwen maar in deze wildernis hoort natuurlijk niemand hem.
Al snel raakt Uthar in paniek, gillend en tegen de planten en bomen trappend probeert hij aan de steeds snel dicht groeiende planten en lianen wildernis te ontkomen.
het enigste wat er gebeurt is dat de lianen zich strak om zijn armen en benen wikkelen en hem stevig vast houden.
"Help! Help! Iemand help mij!" met alle kracht die Uthar nog in zijn lichaam heeft probeert hij zo hard mogelijk te schreeuwen in de hoop dat iemadn hem hoort.
Het geluk is met hem, de wind die tussen de bomen door waait voert zijn geroep mee......
Abbadon gebaart Nyphai om door te spelen en hem langzaam te volgen...voorzichtig lopen de twee resigenoten verder het bos in, het vreemde pad volgend. De magie die hier door het land stroomt lijkt krachtiger te zijn dan in de rest van het bos...en het heeft de duidelijke signatuur van elvenmagie. Het lijkt erop dat ze op het goede pad zitten!
Rustiger nu, lopen de twee verder het bos in, totdat Abbadon opeens stilstaat....hoorde hij daar iets?...Ja, daar hoort hij het weer...een kreet om hulp!...Snel trekt Abbadon zijn zwaard en rent in de richting van het geluid, op de voet gevolgd door de nymph...
".... dus op advies van de Questor wilde ik hier naar toe gaan. Die engerd van een Tarran heeft mijn nieuwe amulet gestolen en de broedersteen bevindt zich hier. Het zal mij ook niets verbazen als die dwaze tovenaars ook achter deze aan zullen gaan. Ik moet opschieten, maar ik heb ook hulp nodig..."
Verbaast ziet de retriever inene het bos uiteenwijken nadat de Nymph een wijsje heeft gezongen. Dan ziet hij deengel wegrennen naar aanleiding van een vage hulpkreet. De retriever beseft dat hij de twee niet veel verder het bos in moet laten gaan omdat dat zijn dood wel eens kan worden. Het bos leeft en de elfen zullen ondertussen ook wel van zijn komst weten. Voordat het pad zich weer kan sluiten sprint de retriever onhoorbaar achter de Nymph en de engel aan.
Dan bereiken de engel en de Nymph de man in nood die steeds verder verstrikt raakt in de takken en lianen van het bos. Op het moment dat de Engel en de Nymph de man willen bevrijden houdt deze inene op met bewegen en kijkt met verschrikte ogen richting de Nymph en de elf. Verbaasd kijken deze elkaar aan. Zo eng zien ze er toch niet uit? Dan beseffen ze dat hij niet naar hun kijkt, maar naar iets wat er achter hun bevind. Langzaam draaien ze zich om.
[Dit bericht is gewijzigd door Tarran op 10-06-2003 12:05]
"Oh nee niks daarvan hier komen vies, misselijk beest dat je bent! Ik ben het spuugzat met jullie soort. Nu wordt het persoonlijk..."
* Gepaard met vele scheldwoorden loopt de nymf op de retriever af. Aangewakkerd door haar sterke emoties en aangesterkt door de magie van dit elvengebied wordt haar magie zichtbaar. Een blauwgroene aura van magie omringd de nymf en met een handbeweging schieten er takken en bladeren naar de retriever. De objecten raken hun doel, maar ketsen af tegen het pantser van de retriever. Het beest gromt zachtjes en vanuit zijn dikke onderlijf komen er enkele groene draden. De nymf probeert deze behendig te ontwijken, maar voelt dan een brandend gevoel om haar enkel. De retriever heeft de nymf te pakken en sleurt haar aan de enkel naar zich toe. Langzaam buigt het beest zich over de nymf heen en maakt zich gereed om haar verder in te spinnen.
Vanuit haar ooghoek zit nyphai dat Abbadon haar te hulp wilt schieten en verliest hem uit het oog als ze eenmaal onder de retriever ligt. Ze kijkt op en ziet dat de buik van het beest onbeschermd is. Haar beide benen beginnen te branden en ze beseft dat ze nu snel moet handelen. Nog kwaad als ze is roept ze al haar krachten aan en vanuit de grond schieten er dikke boomwortels de lucht in. Ze boren zich door het zachte vlees en gifgroen bloed druipt uit het lichaam van de retriever. De wortels beginnen door het giftige bloed van het beest langzaam weg te branden en nyphai kan nog net zichzelf wegrollen voordat het levenloze lichaam naar beneden stort. Dan verliest de nymf langzaam het bewustzijn als het verlammende gif zich vanuit haar benen verder door haar lichaam verspreid.
Snel rent Abbadon op de bewusteloze Nymph af en tilt haar op. Onmiddelijk valt de wond in haar benen op...retrievergif werkt zeer snel dus haast is geboden...Abbadon legt de nymph neer tussen de wortels van een oude boom en roept zijn magie op....De kracht van het omliggende bos stroomt door hem heen en voegt zich bij de natuurlijke magie van de nymph om het gif te bevechten....langzaam maar zeker wordt het gif teruggedrongen....Met zijn mes maakt Abbadon een kleine snee vlakbij de wond, en terwijl hij met zijn magie op het gif inwerkt begint een zwarte substantie met een sissend geluid uit de nieuwe wond te lopen...langzaam krijgen Nyphai's benen weer hun normale kleur, terwijl Abbadon met een laatste magische aanraking haar wonden weer sluit....Abbadon schuift een paar losse haren uit haar gezicht terwijl hij ziet hoe haar ademhaling weer rustig wordt. Ze zal over enige tijd wel weer wakker worden....
rustig staat de gevallen engel op en loopt naar de elf, die nog steeds in het struikgewas gevangen zit.....
[Dit bericht is gewijzigd door Abbadon op 10-06-2003 13:11]
Na enige tijd krijgt Nocens het ontzettend warm en het zweet breekt hem uit. Als hij op staat om zijn mantel af te doen wordt hij duizelig en leunt tegen een boom aan. Het voelt alsof zijn maag samentrekt en een sterke misselijkheid komt op. Nocens buigt zich voorover en begint een dik, zwarte vloeistof op te geven. Na wat een eeuwigheid leek te duren gaat Nocens in het gras liggen om bij te komen en vermoeid als hij is wordt hij overmand door een diepe slaap. Een diepe slaap die hem zoete dromen over Avalon brengt.
Dromen doet hij wel....al zijn het geen gewone dromen.
Als kind was Uthar naar Teranoq gezonden om als leerling bij de grote wijze Devok in de leer te gaan. Maar als elf uit het Buitenbos werd hij door iedereen met de rug aan gekeken, zelfs Devok was overtuigd van de geringere intiligentie van de Buitenelven.Toch had hij hier zo zijn vrienden gevonden, Mathany de grote elven krijger en zijn beide vrienden Gandorath en Twilo, ook Mathany's vrouw Sisanday hadden hem als hun eigen zoon opgevoed. Zodra hij bevrijd was van de smerige en zware klusjes die Devok hem op droeg ging hij naar Mathany's huis toe. Mathany en zijn vrienden hadden hem veel geleerd wat een normale elf ook zou leren. In zijn dromen hoort hij zijn levensvriendin Domanasa bij zijn afscheid uit het Buitenbos."Amin harmuva onalle e' cormamin."* De wijze raad van zijn moeder "Uuma ma ten rashwe, ta tuluva a lle."** en de woorden van zijn trouwe vriend Kalijano "Uuma quena en'mani lle ume, ri'mani lle umaya. Uma ta ar'lava ta quena ten'irste' ."***
* Ik zal jouw schat in mijn hart bewaren.
**Ga niet op zoek naar moeilijkheden, het komt wel naar jou toe.
***Praat niet over wat je hebt gedaan of wat je gaat doen. Doe het en laat het voor zichzelf spreken.
Met gemak tilt Abbadon de bewusteloze gedaante op en brengt hem naar de plek waar ook Nyphai ligt te rusten....
Met behulp van zijn magie trekt de gevallen engel een grote cirkel om de slapenden heen, waar hij runen van bescherming omheen tekent...Vervolgens zoekt hij de rust van zijn meditatie weer op, zijn zwaard op zijn knieën en hoewel zijn ogen gesloten zijn, zijn zijn overige zintuigen gespitst en verbonden met de magische beschermingen die zich door middel van de runen in een grote cirkel uitstrekken...niemand zal hen onopgemerkt kunnen naderen....
[Dit bericht is gewijzigd door Abbadon op 16-06-2003 14:44]
Aangesterkt door haar korte meditatie springt nyphai op en even verderop ziet ze Abbadon in een meditatie zitten. Stilletjes loopt ze iets dichter naar hem toe en gaat dan in kleermakerszit op het gras zitten.
Zo, die hebben we niet meer nodig en nu weet de Naamloze dat ik vrij ben. Daar ga ik later nog wel achter aan, maar eerst op zoek naar onze vriend Bar. Op naar Chaos Mountain en wie weet kom ik broer lief ook nog wel tegen.
"Nyphai....het is....goed te zien dat het weer beter met je gaat....ik ben blij dat mijn inspanningen voldoende waren...de elf is helaas bewusteloos, maar ook hij is voorlopig buiten gevaar....
misschien heb je nu tijd om me te vertellen wat je allemaal overkomen is..."
* Met een afwachtende glimlach kijkt Abbadon Nyphai aan en na een korte stilte begint ze te spreken over haar zoektocht naar een magisch amulet....
"...en om die reden zijn we nu bij de elvenstad gekomen"
* Even is Abbadon stil....een nobele queeste, de zoektocht naar het amulet...dan staat hij op...het is beter om de stad in te gaan, nu ze weten dat ze de grens ervan bereikt hebben, en het ook duidelijk is dat er op ze gejaagd wordt.... Alsof hij niks weegt legt Abbadon de nog immer bewusteloze elf over zijn schouder en begint te lopen...op enige afstand gevolgd door Nyphai...het terrein is hobbelig en na enige tijd klinkt opeens een korte plof achter hem....als hij omkijkt ziet hij Nyphai een kleine buidel oppakken die blijkbaar uit een jas- of broekzak van de elf gevallen is.....
"Dit is wat ik zocht, de broedersteen van mijn gestolen amulet...."
nyphai pakt haar dolk en met de punt daarvan snijdt ze in haar vinger. Het bloed druppelt op de steen en wordt onmiddellijk naar binnen gezogen. De steen begint te gloeien en een amber gloed omringt de nymf. Abbadon zet een stapje achteruit en laat bijna van verbazing de elf vallen.
"Dit is waarom de elf gevangen werd door de planten. Hij mocht Teranoq niet verlaten vanwege de steen."
"hmmm....het lijkt erop dat het Lot ons een handje helpt...."
* Voorzichtig legt Abbadon de elf op de grond....dit betekend dat ze de stad helemaal niet in zullen hoeven...op zich heel mooi, maar Abbadon voelt zich wel verantwoordelijk voor hetgeen er met de nog immer bewusteloze elf gebeurd...Hij kan hem niet zomaar achterlaten en weg gaan alsof er niets gebeurd is...
"Wat wil je nu doen, Nyphai? Ik wil in ieder geval deze elf veilig binnen de stad brengen...maar daarna lijkt het me verstandig zo snel mogelijk verder te reizen....we worden waarschijnlijk nog steeds gevolgd..."
* Abbadon wacht op haar antwoord...dit is haar queeste, en hoewel hij zich als haar beschermer heeft opgeworpen zal zij voorlopig de keuzes moeten maken.....
Kom....Kom verder vreemdelingen...Treed binnnen in het rijk van de Sisianoqu...Ik heb in jullie harten gekeken.....Pure goedheid zal beloond worden....Kom...
* Normaal zou er neimand op deze geluisen in de zachtjes waaiende wind gelet hebben...maar tot nu toe heeft het nog niet gewaaid sinds Abbadon en Nyphai het rijk van de Lethanoq binnengetreden waren...
"Humm... heb jij dat ook gehoord? Lijkt erop dat de keus voor ons gemaakt is. Is sowieso wel zo netjes om de elf terug te brengen. Die kan je toch ook niet zo maar op de grond laten liggen..."
Ze wijst vervolgens naar een pad wat nu zichtbaar wordt en huppelt er vrolijk naar toe. Leuk nog meer elven ontmoeten!
Abbadon pakt de elf weer op en gooit deze voorzichtig over zijn schouder.
Na een korte wandeling houdt Nyphai voor hem plotseling stil, en enkele tellen later ziet Abbadon waarom. Het lijkt erop dat ze de Elven-stad gevonden hebben.....
Verbaasd keken Abbadon en Nyphai naar dit bouwwerk (als het dat was...) Als je goed keek lag er een glinsterende zachtjes gonzende groene gloed over de muur, waarschijnlijk was de muur iets magische ofzo.
Achter Abbadon en Nyphai klonk opeens een zacht ruisen... Geschrokken draaide het tweetal zich om en staarde in paniek naar de weg die ze net hadden afgelegd. Langzaam aan maar steeds sneller wordend sloten de bomen zich achter hun weer aaneen en niks duidde erop dat daar ooit een vlakke en brede weg gelopen had, dwars door het bos.
Een zacht gefluit achter hun trok hun aandacht weg van het allesverslindende woud... Tot hun verbazing zagen ze drie elvenruiters en een wolf achter hun staan. Twee van de elvenruiters waren mannelijk en hadden lang en blond haar dat in vlechten naar benden hing, ze hadden lichtgroene kleding aan van onbekend materiaal en waren op een pijl en boog over hun schouder ongewapend. De gezichten van de twee ruiters stonden vriendelijk en uitnodigend wat raar was als je wist dat de Sisianoq haast nooit hun gevoelens aan de buitenwereld toonde. De derder ruiter was een vrouw die er globaal gezien uitzag als een elf maar tot hun verbazing bijna pikzwart haar had. Aan een lichte bolling in haar eveneens lichtgorene kleding was te zien dat ze een kind droeg. verder was ze ongewapend en lachte hun al even vriendelijk toe als de twee andere ruiters. de wolf die naast de vrouw stond kwispelde tot hun grote verbazing met zijn staart, hij was op en top wolf maar toch vriendelijk gezind tegen zowel elf als andere wezens ?
"Gegroet reizigers" Zei de de vrouw met een glimlach.
Achter hen stond een drietal elven, dat hen vriendelijk begroette...
Abbadon maakte een kleine buiging in de richting van het drietal, terwijl Nyphai de begroeting beantwoordde met woorden van gelijke strekking...
Met een zachte plof valt de steen op de grond. De steen geeft geen gloed meer af en ziet er dof uit. Nyphai is verdwenen, verdwenen naar haar thuisland waar er een oorlog woedt en haar hulp nodig is.....
The End
|
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |