10 juli 2009 | Het Financieele Dagblad
Door: Meij, A.;Metze, M.
Marcel Metze en Adriaan Meij
Goed voor vertrouwen in bankwezen en politiek als DNB-president consequenties trekt
Laks, lankmoedig, halfhartig en twijfelend noemde de Tweede Kamer het optreden van de Nederlandsche Bank in de kwestie Icesave. Hoeveel aansporing heeft president Nout Wellink nog nodig voor hij eindelijk aftreedt? Icesave is maar één reden.
Wellink heeft breed gefaald in zijn kerntaak als toezichthouder. Hij is medeverantwoordelijk voor een ongekende crisis die belastingbetalers wereldwijd honderden miljarden kost, en die miljoenen wereldburgers dieper in de armoede stort. Het is, zowel voor het vertrouwen in het bankwezen als voor het vertrouwen in de politiek, dringend noodzakelijk dat hij die verantwoordelijkheid neemt. Zo niet, dan dient minister Bos hem heen te zenden.
Nergens kwam Wellinks falen pregnanter aan het licht dan in het programma Pauw & Witteman van afgelopen mei. In een lang interview kapittelde de bankpresident iedereen, van de vorige ceo van Royal Bank of Scotland tot de IJslandse bankiers en autoriteiten, en de credit rating bureaus die hun zegen hadden gegeven aan de riskante subprime-hypotheken. Zijn eigen handen waste hij in onschuld. Helaas kreeg hij die kans, P&W verzuimden de écht belangrijke vragen te stellen. Wellink zei dat hij geen reden had gezien om de acquisitie van ABN Amro door RBS, Banco Santander en Fortis te blokkeren. 'Als een bank te veel betaalt, moet hij dat zelf weten.' Het duo had natuurlijk moeten riposteren: maar als een 'systeembank' te veel betaalt voor een andere 'systeembank', dat is dat toch een 'systeemrisico', en dus uw zaak?
Een andere vraag had moeten zijn: wie heeft eigenlijk besloten om grote delen van het toezicht op banken - en met name op hun risicobeheer - afhankelijk te maken van die credit rating agencies? Dat waren toch de Wellinks, de presidenten der centrale banken van de G-20 landen? Wisten zij werkelijk niet dat deze bureaus zich laten betalen door de bedrijven die zij beoordelen - en dus verre van onafhankelijk zijn?
Wellinks grootste fout betreft de erosie van de kapitaaldekking. Banken hebben thans een eigen vermogen van nog geen 10%. Hun analisten beschouwen bedrijven met zo'n laag eigen vermogen als insolvabel, onvoldoende in staat hun schulden af te lossen. Zelf achtten ze zich boven die regel verheven, met instemming van Wellink.
De DNB-president is niet de enige die dit heeft laten gebeuren. Hij heeft een heel gezelschap collega's, verzameld in het Basel Comité. Dat heeft decennialang veel te slappe richtlijnen voor het bankentoezicht uitgevaardigd. Maar die richtlijnen zijn geen wetten, Wellink had in eigen land scherpere regels kunnen stellen. Zijn Spaanse collega deed dat wel, zodat Spaanse banken veel beter door de crisis komen, net als trouwens de Italiaanse en Scandinavische banken, die allemaal voorzichtiger beleid voerden.
Wellink en veel van zijn collega-centrale bankiers valt te verwijten dat zij tal van signalen en waarschuwingen hebben genegeerd. Wij noemen Yale-hoogleraar Robert Shiller, superbelegger Warren Buffett, voorzitter David Walker van de Amerikaanse Rekenkamer, en de Nederlandse topaccountant Jules Muis, voormalig controller bij de Wereldbank. Hij negeerde zelfs zijn eigen waarschuwingen.
Op internet circuleert een brief uit 1995 (!) waarin Wellinks collega De Swaan (toen directeur bij DNB, later verkast naar ABN Amro) de bankdirecties waarschuwde dat de bovenmatige risico's van financiële derivaten zelfs het voorbestaan van hun instellingen konden bedreigen. Ondanks deze profetische brief werkte Wellink als bankpresident in 1997, 2002 en 2003 juist mee aan invoering van soepeler regels door minister Zalm, zo berichtte NRC Handelsblad onlangs, regels die het parlement overigens zonder discussie heeft laten passeren.
De DNB-brief van 1995 stelde expliciet: 'degenen die belast zijn met de dagelijkse leiding van de instelling dienen een goed inzicht in de risico's samenhangend met het gebruik van derivaten te hebben' en 'alle geledingen van de instelling die met derivaten van doen hebben, moeten de voor hen relevante aspecten van de wijze van risicometing kennen en begrijpen'.
Het excuus dat de kredietcrisis is uitgebroken omdat bankiers zelf hun geavanceerde producten niet meer begrepen, is dus niet valide. Zij hadden die kennis wél moeten hebben. En Wellink had hen daar aan moeten houden. Het argument dat het hem en zijn DNB aan wettelijk instrumentarium ontbrak, is uiterst zwak. Als Wellink zijn taak niet naar behoren kon uitvoeren had hij om meer bevoegdheden moeten vragen of opstappen.
Wij verwachten van onze toezichthouders dat zij riskante ontwikkelingen niet alleen doorzien maar er ook - met rechte rug - tegenwicht aan bieden en er tijdig op ingrijpen. Dat heeft Nout Wellink niet gedaan. Zelf wil hij vanaf 2011 nog wel een volgende termijn van zeven jaren als DNB-president volmaken. We kunnen er echter niet zomaar op vertrouwen dat hij in de toekomst meer inzicht, doortastendheid en verantwoordelijkheidsgevoel ten toon zal spreiden. De conclusie is duidelijk: wij moeten op zoek naar een nieuwe toezichthouder voor ons bankenstelsel.
Marcel Metze is journalist, historicus en auteur van o.m. 'De Geur van Geld'. Adriaan Meij is onderzoeksjournalist en directeur van AME Research.