quote:
Robin Haase kent geen twijfel
DEN HAAG - Zijn voetenwerk zou te beperkt zijn voor grastennis. Toch bereikte hij als junior de finale op Wimbledon. Zijn spel zou het meest geschikt zijn voor de snelle indoorbanen. Toch behaalde hij zijn beste resultaat, een halve finale op de ATP-Tour, juist op gravel. Robin Haase kent de vooroordelen maar vindt zichzelf vooral een allrounder. De powerhitter debuteert vanaf zondag in het hoofdtoernooi van Roland Garros.
Haase ligt ver voor op het tien jaar geleden door toenmalig technisch directeur Hans Felius van de KNLTB opgezette opleidingsplan. Hij kent de ijkpunten uit zijn hoofd: ,,Op je achttiende je eerste ATP-punt pakken, op je negentiende de top 700 bereiken, op je twintigste de top 400. Op je 21e de top 200, en op je 22e de top 100.’’ Haase werd vorige maand 21 en staat deze week 58e op de wereldranglijst.
Verbazing over de sprongen die hij maakt, kent de zelfverzekerde Haase niet. Hij is overtuigd van zichzelf en spreekt dat ook uit. ,,Er zijn genoeg insiders die voorspellen dat ik dit jaar mijn eerste ATP-toernooi ga winnen. Waarom niet? Ik won dit jaar een challenger in het Amerikaanse Sunrise met een topbezetting. Dat was eigenlijk al een halve ATP-zege.’’
Hij klopte er in de finale Sebastien Grosjean. Het was een prettige revanche voor zijn nederlaag op de Australian Open, waar de Fransman hem de weg naar de derde ronde versperde. Was het zijn mooiste zege van dit jaar tot nu toe? ,,Nee. Van Baghdatis winnen vroeg in het jaar, van Ljubicic winnen in Australië, van Murray in Rotterdam, van Safin, een van mijn idolen, in Valencia. Hoe moet ik daaruit kiezen?’’
Haase, deze week nog actief in het toernooi van Pörtschach, deed het de afgelopen weken noodgedwongen rustig aan. Hij kwam geblesseerd terug van het toernooi van Barcelona. ,,Mijn knie was overbelast. Dat kwam eigenlijk omdat mijn bekken vast zat. Dat is verholpen, maar ik heb na Barcelona vier dagen even helemaal niets gedaan.’’
,,Het gaat snel, dat besef ik wel. De eerste keer dat ik in de Daviscup uitkwam tegen Tomas Berdych, ging ik er in drie sets af, een jaar later won ik van hem. Ik heb zulke grote stappen genomen.’’ Het veranderde zijn status. Het verwachtingspatroon wordt groter en groter. ,,Na het wegvallen van Raemon Sluiter ben ik opeens de nummer één van het Nederlandse tennis, de enige top-100-speler ook. Maar het is nog onmogelijk voor mij om week in, week uit goed te presteren. De verwachtingen zijn vaak wat onrealistisch. In andere sporten heb je in een jaar een EK en een WK. Wij beginnen met Australië, dan wil ik goed zijn in Rotterdam, in de Daviscup, op Roland Garros, op Wimbledon en ga zo maar door.’’
Maar verbaasd over zijn opmars? Nee. Bij zijn debuut in 2006 op de ATP-Tour verloor hij in Rosmalen pas na drie sets van de Spanjaard Ferrero. Hetzelfde jaar won hij zijn eerste challenger, het niveau net onder de ATP-reeks, in Nashville. Het jaar erop won hij zijn eerste ATP-wedstrijd (in Rotterdam, tegen de Kroaat Karanusic) en meteen erna weer een challenger, nu in Wolfsburg. ,,En ik won voor het eerst van een top-10-speler, van Berdych in Montreal. Dat zijn belangrijke momenten. Dat je weet dat je van een top-10-speler kunt winnen.’’
Zeker om naar tennis te kijken, vindt Haase gravel de ideale ondergrond. ,,Lange rally’s, af en toe een dropshot ertussen. Gras vind ik ook leuk, maar na drie, vier weken heb ik het wel weer gezien. En de hardcourts worden wel steeds trager maar het blijft toch vaak een beetje saai.’’
Hij heeft geen grote historie met Roland Garros. Speelde er één keer als jeugdspeler (,,Verloren van de nummer drie van de plaatsingslijst.’’) en strandde vorig jaar in de kwalificaties: 11-9 in de derde set tegen de Serviër Pashanski. ,,Was balen, ik was teruggekomen van 5-2 achter.’’ (ANP)
Zenuwen kent hij zelden. Tegen Macedonië, eerder dit jaar in de Daviscup, voelde de Hagenaar wat spanning. ,,Ik had zeven maanden niet op gravel gespeeld en moest tegen een jongen die zo veel zachter slaat dan andere tennissers.’’ Naar Roland Garros, dat zondag begint, vertrekt Haase onbevangen. ,,Je moet ook een beetje geluk hebben met de loting. Ik ga ook zeker niet roepen dat ik wel even de derde ronde haal. Loot je meteen Nadal dan ben je toch kansloos.’’