quote:
“Toen ik het googelde, werd ik bang”: topdarter Michael Smith doet verhaal van falend lichaam en waarom het WK winnen het “ergste” was wat hem kon overkomen
Michael Smith blijft in het sukkelstraatje. De ex-wereldkampioen darts zakte na zijn wereldtitel stelselmatig weg en kreeg bovendien af te rekenen met een vervelende blessure: artrose. In een gesprek met Online Darts is de 34-jarige Engelsman echter strijdvaardig.
Bully Boy miste deze zomer voor de eerste keer in dertien jaar de prestigieuze World Matchplay. Op de wereldranglijst is Smith weggezakt naar de 21ste plaats. Dit jaar was er wel een kwartfinale op de UK Open en enkele halve finales op de vloer, maar de Brit nam ook een noodgedwongen pauze. Om zich fysiek en mentaal te resetten door alle tegenslagen. Zijn pols en schouder vormen een groot probleem, net als zijn linkervoet.
“Het was zwaar, maar ook goed om even afstand te nemen”, aldus Bully Boy, die een deel van zijn woning het voorbije jaar liet ombouwen tot een dartszaal om te trainen. “Na mijn vakantie kreeg ik de MRI-resultaten terug. De diagnose: ernstige artrose. Het klinkt verschrikkelijk, ik kan het zelf niet eens goed uitspreken. Voorlopig staan injecties in schouder en pols op het programma. In het ergste geval heb ik ooit een nieuwe schouder nodig, maar dat zou pas na mijn carrière zijn. Voor nu moet ik het doen met injecties. Een nieuwe schouder betekent opnieuw leren darten. Toen ik het googelde, werd ik er eerlijk gezegd bang van. Cortisone-injecties, PRP-behandelingen, en dan dat vooruitzicht van een operatie waarbij ze spieren doorsnijden… Daardoor raakte ik in paniek. Maar zolang ik nog actief ben, stel ik die stap uit. Misschien als ik 45 of 46 jaar ben.”
WK-triomf
Smith speelt dus ook gewoon door de pijn. Dat is fysiek zwaar, maar ook mentaal.
“Het is zwaar om te zien dat je zakt op de ranglijst”, klinkt het. “Natuurlijk heb ik nog resultaten gehaald, maar het is niet het met niveau dat ik normaal hoor te halen. Ik blesseerde mezelf op eerste Kerstdag en sindsdien is het een gevecht geweest. Ik gooi nog steeds wedstrijden met gemiddeldes boven de 100, zelfs 110 tegen Luke Humphries, maar daarna kelder ik terug naar de 80 en 90. Het ontbreekt simpelweg aan consistentie. En dat zit niet alleen in mijn schouder, maar vooral in mijn hoofd. Ik ga een wedstrijd in met de gedachte: ‘Als mijn schouder of pols het maar niet begeeft.’ Dat breekt je gewoon. Voor het laatste vloertoernooi kon ik nauwelijks op mijn linkervoet staan. Eerst dacht ik aan jicht, maar het hield weken aan. Mijn voet zwol op als een ballon. Bloedtesten, röntgenfoto’s, antibiotica, pijnstillers... Niets hielp. Nu praten ze zelfs over steroïden. Het zou ook artritis in mijn voet kunnen zijn. Mijn lichaam lijkt het gewoon op te geven.”
“Eerlijk gezegd is het ergste wat me is overkomen het WK winnen”, aldus Smith met een opvallende quote. “Het is alsof mijn lichaam daarna zei: ‘Je hebt het eindelijk gedaan, nu kun je stoppen met vechten.’ Maar dat kan en wil ik niet. Ik heb die vechtersmentaliteit opnieuw nodig. Het is niet dat ik slecht speel, maar slecht plannen na mijn wereldtitel heeft me de das omgedaan. Ik focuste me te veel op tv-toernooien en te weinig op een heel jaar. Mensen vergeten dat ik in twee toernooien 820.000 pond verloor. Alleen al na mijn vroege uitschakeling op het WK kelderde mijn ranking met 485.000 pond. Ik heb dit jaar grotendeels opgegeven om alles op orde te krijgen. Vanaf december wil ik weer opbouwen, een behandeling ondergaan en hopelijk een paar zeges pakken op het WK. Dan klim ik zo terug de top 10 in, of hoger. Het is een vicieuze cirkel allemaal, maar toch zal het me niet stoppen. Dit is de eerste keer dat ik écht geblesseerd ben. Ik heb eerder gespeeld met een gebroken hand en polsproblemen, maar nu betaal ik daar de prijs voor. Als ik nog eens wereldkampioen word, zal dat nog belangrijker voelen dan de eerste keer. Ik geloof dat ik het opnieuw ga doen. Het draait alleen om geduld hebben, en dat is niet mijn sterkste punt. Maar ik heb verliezen vaker overwonnen. Dit is gewoon weer een obstakel. De pijn zit er nog, mijn pols blijft een beperking, maar ik moet me aanpassen.”