quote:
Amper 150 spelers in heel het land, maar toch is Belgische curlingploeg op weg naar Europese top
De Belgische curlingploeg bij de mannen is goed op weg om te promoveren naar de hoogste Europese divisie. Een stap dichter bij de ultieme ambitie: een selectie voor de Olympische Winterspelen. En dat met amper 150 curlers in ons land. “Ze spelen iedereen van het kastje naar de muur.”
10-4 tegen Nederland, 7-3 tegen Spanje, 13-2 tegen Israël, 12-2 tegen Slovakije, 9-5 tegen Finland en 9-2 tegen Hongarije. De Red Rocks, dat zijn de Belgische curlers, vegen één voor één de vloer aan met hun tegenstanders op het EK in Finland. Europees kampioen gaan ze niet meteen worden. De Belgen komen voorlopig nog uit in de B-divisie, maar door hun zegereeks staan ze wel op het punt om te stijgen naar de hoogste divisie. Nog één wedstrijd winnen, zaterdagochtend, en de promotie is een feit.
“Ze spelen momenteel iedereen van het kastje naar de muur”, zegt Andres Frederix, operations manager bij Curling Club Zemst, waar de nationale ploeg zijn thuisbasis heeft. Het vijftal bestaat uit een mix van ervaring en jong talent en speelt al een paar jaar samen. “De vorige jaren zijn ze ook al in de play-offs geraakt, maar toen liep het uiteindelijk nog mis. Nu is de hoop groot dat het wel lukt. Iedereen voelt: dit is een heel goede ploeg. Dat zeggen ook de tegenstanders.”
Assistent-coach Gery Hermans is niet verrast: “Spanje (nummer 18 op de wereldranking, red.) en Finland (nummer 16, red.) waren de sterkste tegenstanders, dat wisten we op voorhand, maar we wisten ook dat we kans hadden om hen te kloppen. Deze groep heeft echt wel kwaliteit.”
Initiaties
Opvallend, want curling blijft een nichesport in ons land. In totaal zijn amper 150 leden aangesloten bij een club. Al is de interesse groeiende. Naar verluidt volgen jaarlijks zo’n 10.000 mensen een initiatie bij één van de drie bestaande clubs, vaak in het kader van een bedrijfsteambuilding. En in de Beker van België, een competitie waarvoor aansluiting bij een club geen verplichting is, hebben intussen 472 mannen en 111 vrouwen een ranking. Het blijven wel allemaal hobbyisten, ook de allerbesten.
“Dat is een groot contrast met de wereldtop”, zegt Frederix. “In landen als Schotland, Canada, Zweden of China pompt de overheid veel geld in de sport. Wij krijgen niets van subsidies. De spelers van de nationale ploeg werken allemaal voltijds, zij moeten dus verlof nemen voor tornooien en bekostigen dat ook allemaal zelf.”
Het overgrote merendeel van de Belgische curlingspelers heeft zijn thuisbasis in Zemst, waar zich de enige echte curlingbaan van het land bevindt. “Ook in Gent kan je trainen, maar dat is een gewone schaatsbaan”, zegt Andres. De baan in Zemst, die sinds 2017 bestaat, is een beetje het epicentrum van de curlingsport in West-Europa geworden. “Je moet al 500 kilometer rijden om een andere curlingbaan tegen te komen. Wat maakt dat ploegen uit Engeland, Nederland, Duitsland, Spanje en zelfs Roemenië naar hier komen om te trainen en wedstrijden te spelen.”
De Belgen vinden in Zemst op die manier uitstekende sparringpartners, waardoor zij ook mee kunnen groeien. De Winterspelen van volgend jaar komen hoe dan ook te vroeg, maar in 2030 willen onze Red Rocks erbij zijn. “Het is maar een select clubje dat mag deelnemen, maar de vooruitzichten zijn goed. De hoofdcoach, een Canadees die in Brussel voor de NAVO werkt, is ervan overtuigd dat er nog veel progressiemarge in de ploeg zit”, zegt coach Hermans.
Jeugdig talent
Ook bij de jeugd zit er trouwens talent aan te komen, zegt Frederix. Hij wijst onder meer op een talentvolle generatie meisjes, die al een paar jaar samentrainen. Het gaat om drie zusterparen, van 13 tot 18 jaar oud. “Die zouden in 2030 stilaan op hun top moeten zijn, dus de Winterspelen mogen ook voor hen een doel zijn”, klinkt het.
De meisjes zelf zijn iets behoedzamer. “Als we heel hard trainen, dan zit het er misschien in. We zijn ambitieus, maar er is nog veel werk”, zegt Mirte Michiels, de meest ervaren pion. Zij werd op haar zestiende al eens vijfde op het WK, in een gemengde ploeg van vier – spijtig genoeg geen olympische discipline. Haar zus Frauke vult aan: “We hopen nu vooral dat de sport verder groeit. Dat zou het niveau alleen maar ten goede komen.”
Hoe ze er ooit zijn opgekomen om met curling te beginnen? Veelal via de mama of papa die ooit een initiatie volgde. En alle zes waren ze meteen verkocht. “Het is een heel veelzijdige sport”, zegt Hannah Goubert. “Je moet fysiek sterk zijn om goed te kunnen vegen, zeker op topniveau, je moet technisch goed zijn om je lichaam onder controle te houden tijdens de sliding en je moet tactisch goed zijn om het spel te kunnen inschatten.”