Vanaf het "Fokplein" loopt Anthraxx over een veel bereden/belopen pad richting de bergweg. Ondertussen geniet Anthraxx van de natuur om zich heen. Grote bomen staan langs het pad, die op hun beurt weer een groot bos vormen.
Na zo'n 3 kwartier wandelen komt Anthraxx aan bij de splitsing van het pad. Rechts van hem gaat het pad over tot de bergweg, en links van hem vervolgd dit pad zijn weg. Anthraxx slaat hier rechtsaf (de bergweg op) waarna hij na een kwartier wandelen linksom slaat, het pad wat naar het uitzichtpunt leid. Ondertussen stijgt het pad flink en weldra komt Anthraxx bij het punt waar amper geen bomen meer groeien en de grond is bezaaid met rotsen en gras.
Het is nog een klein stuk omhoog en dan is hij bij het uitzichtpunt. Het is inmiddels middag en Anthraxx staat op de top van deze berg. Je kan hier 360 Graden om je heen kijken en je ziet alles. Anthraxx blijft even staan om zich te verbazen over het prachtige uitzicht en gaat daarna op een rots, half bezaaid met mos, zitten om te rusten.
Voor hem in het dal ziet hij Atrimars smederij en daarachter de grote zee. Dan draait hij zijn hoofd en zijn ogen vallen op het donkere bos van bosgod Herne_the_hunter. Ver weg ziet hij een kasteel maar hij kan niet ontdekken of die van Lord Dreamer is of van LWaS is. Heel ver in het westen staat de toren van Equilan, maar nu is het maar een klein stipje op de horizon.
Anthraxx draait zich om, om de zuidkant te bekijken en kijkt recht op de meer "Bewoonde" wereld. Voor hem in het dal ziet hij het Fokplein met zijn eigen postkantoor en Jojogirls supermarkt met helemaal daarachter de haven en de open zee. Rechts ervan ziet hij de tuinen van Fok! die prachtig in bloei zijn. Anthraxx zucht diep en geniet van het uitzicht, en verzinkt weer in zijn gedachten.
* Dagobert legt een stukje plastic op de grond en gaat erop zitten.
Kom er lekekr bij zitten
* Dagobert ziet de wereld nog witter worden dan dattie was.
Ik ben zo blij dat ik jou ontmoet heb.
Ik zou niet weten wat ik zonder je zou moeten
Rebel....ow Rebel.....
* Dagobert ritst zijn jas open en uit zijn binnenzak verschijnt een flesje wodka.
Trek in een slokje?
Boven aangekomen ziet hij een paard staan met daarop een donker figuur, welke hij niet kan zien vanaf hier. Anthraxx loopt rustig verder en gaat op de rots zitten en zet zijn zwaard er tegenaan. De wind is koud en waait hard, waardoor zijn haar alle kanten uit wappert. Anthraxx is er helemaal niet op gekleed, en zit nog in zijn t-shirt, maar hij heeft het niet koud. Hij heeft andere dingen aan zijn hoofd. Dan verzinkt hij in diepe gedachten.
Opeens schrikt Anthraxx uit zijn gedachten, het duistere figuur staat er nog, maar hij ziet ZIJN bijl hangen aan de heup van het duistere figuur. Anthraxx staat op, pakt zijn zwaard, en loopt naar voren. "Gegroet, duistere ruiter!" zegt Anthraxx "Ik weet niet wie je bent, of wat je hier komt doen maar wat ik wel weet is dat je MIJN bijl in bezit hebt" vervolgd Anthraxx. "En wat ik ook weet is dat hij voor het laatst in mijn postkantoor lag." zegt Anthraxx fel "Maar ik zal me eerst even voorstellen, ik ben Anthraxx, postbode van beroep. En wie mag jij wezen, duistere ruiter? En wat komt jou hier brengen?"
Tsja, wat dat betreft verschil jij echt veel met mij. Ik ben een simpele ziel die hier aangespoelt is. Ik ben maar een postkantoor begonnen om mensen te leren kennen, maar heb nu al vijanden gemaakt.
* Anthraxx gromt even en vloekt.
Zie jij dit gezicht? Deze marteling is toegetakelt door de zoon van LWaS. Gelukkig heb ik hem nog geraakt met dit zwaard. Maar goed, dat zou jij ook niet echt boeien. Ik ben blij dat ik er 2 geliefde van elkaar mee heb kunnen helpen. Maar dat is ook echt alles waar ik blij mee ben.
* Dan staat Anthraxx weer op, en komt naast Lurky staan. Hij is even stil en verzinkt weer in gedachten. Opeens zegt hij "Hoe zou je het vinden als ik SAMEN met JOU je vermiste kinderen ga zoeken?" zegt Anthraxx bemoedigend "Ik heb hier toch geen geliefde en ik heb tijd zat.". Ver voor Anthraxx schitterd de maan voor hem, en verlicht Lurky. Anthraxx ziet dat het een vrouw is, en hij begint weer na te denken. "Zie de sterren, zo mooi zijn ze" zucht Anthraxx en vervolgd "Ze hebben geen zorgen, geen vijanden, geen leven. Ze staan er miljarden jaren op ons te loeren, zonder enig verdriet. Ze verschillen enorm met ons... *zucht*". Anthraxx loopt weer naar zijn rots toe, en gaat weer zitten. "Neem je mijn aanbod aan, Lurky?" vraagt Anthraxx nog eens...
[Dit bericht is gewijzigd door Lurky op 27-12-2001 00:44]
Lurky merkt dat Anthraxx nu een beetje woedend begint te worden. "Heej, doe ff rustig, wat is er aan de hand?" vraagt ze. "Ik weet het niet" antwoordt Anthraxx "Dit is begonnen toen ik aankwam op het eiland, en het is nooit meer overgegaan. Ik ben wat dat betreft ook een raar persoon, misschien wel een goed persoon, maar wel raar.". Anthraxx loopt weer naar de steen toe en zegt dan "Hier kom ik altijd naar toe om na te denken, en ik verzink dan in gedachtes, die ik niet begrijp." zucht Anthraxx en staart vooruit. Hij zegt "Meeste personen hebben hier LOL, ze denken dat het zo'n pretje is, maar dat is het niet. Niet dat ik hier weg wil, maar ik wil gewoon dingen leren. Onbegrijpelijke dingen...". Anthraxx staat weer op, steunend op zijn zwaard. Hij komt weer naast Lurky staan en denkt weer na. "Dat mensen je raar vinden boeit mij niet. Ik zal je helpen" mompelt Anthraxx "WE zullen je kinderen vinden..."
[Dit bericht is gewijzigd door Anthraxx op 27-12-2001 00:52]
Dagobert is diep in gedachten. Hij probeerd zich te herinneren om wie het gaat. Hij tuurt zijn leven door. Vele vrouwen komen voorbij. Maar ze zijn allen uit zijn leven verdwenen. Dat kan niet. Er moet iemand zijn die hij vergeten is. Er lijkt wat te ontbreken. De eerste jaren herinnerd hij zich nog en ook tijd dat hij in het Hotel werkte komt nog helder naar voren. Na de brand lijkt het echter allemaal wat vervaagd. Hij ziet de arme Marlo de zee in drijven. Verder herinnerd hij zich een theehuis. Even later ziet hij Rebel in zijn gedachten naar voren komen. Het huwelijks aanzoek. Een een moment voor zichzelf, hier, op dezelfde pelk. Zo'n jaar geleden. Daarna volgt het niet doorgaan van de trouwerij en een zoektocht naat Anthraxx. Het volgende dat in hem op komt is van kort geleden. Hij ligt in de grotten en wordt verward wakker.
'Er is wat dat ik mis. 11 Maanden uit mijn leven. Geheel op zwart.'
Dagobert staat op en loopt richting het theehuis. Een van de latere dingen in zijn geheugen. Misschien dat daar wat te vinden valt.
Ik voel geen gevaar, de verhalen doe ik af als vage verzinsels en rare hersenkronkels. Toch zorgt het wel voor een soort eerbied wat ik heb voor het bos. Toch voel ik geen angst, door het veilige gevoel van mijn boog en pijlenkoker die op mijn rug hangen. De prachtige strakgespannen boog laat zich soepel bespelen en geeft de geoefende gebruiker een magische preciezie. In de koker zitter 24 pijlen, versierd met donkergroene veren. Slechts 6 pijlen steken af tegen de rest, met hun gitzwarte veren zien ze er vervaarlijk uit. Deze speciale pijlen hebben in de punt een gifsoort die binnen luttele seconden verlamd. Ik mag de verhalen dan niet geloven, toch voel ik me veiliger met deze pijlen.
Als ik de top heb bereikt strek ik me uit en ga ik op een rots zitten. Ik staar in de verte en verzink ik gedachtes over hoe ik hier kwam. De boot waarin ik rondvoer flitste aan me voorbij. Ik herinner me de vreselijke storm waarin ik ten onder ging en hier aanspoelde en het moment dat ik op het strand lag. Doodmoe, ernstig verzwakt en op zoek naar hulp.
Alles is redelijk goedgekomen, ik heb nu een mooi huisje en een café waar ik een aardige duit mee kan verdienen. Toch mis ik het leven wat ik had. Het vasteland waar mijn sociale leven zich voltrok. Missen zullen ze me nog niet, ik ging op trektocht met mijn boot, op zoek naar avontuur. Ik had de dag voor de storm nog een bericht gestuurd naar het thuisfront dat alles rustig was.
Ik sta op en kijk om me heen, zie de zee en het strand. In de verte beweegt een stipje wat waarschijnlijk een schip is. Ik draai me om en zie het dorp onder me liggen. Het is nog licht, maar de afstand is te groot om te zien of er veel mensen op straat zijn.
Ik probeer mijn café te onderscheiden, maar de afstand is te groot en mijn kennis van het eiland schiet te kort waardoor ik een vage gok moet doen waar het zal liggen.
Als ik terugdraai kijk ik naar mijn huis, half verscholen in het bos, aan de rand, dicht bij het dorp. De open plek waar mijn huis zich bevind steekt af tegen de groene vloer van bomen eromheen. Één moment kijk ik tevreden naar mijn huis, tevreden met waar ik terecht ben gekomen, maar toch besluipt mij het verlangen naar het vasteland.
Ik wordt langzaam wakker uit mijn gedachtes en besluit terug te gaan naar het dorp om wat inkopen te doen. Ik moet eerst nog langs mijn huis, dus zal ik ook de terugweg door het bos moeten volgen. Een soort twijfel maakt zich van mij meester, maar ik schud het direct van mij af, wetend dat de verhalen slechts fabels zijn, verteld bij een glas cognac of een andere alcoholische versnapering op een donkere dag bij mensen die er vatbaar voor zijn.
Ik loop langzaam naar beneden en loop het bos weer in. Ik sta even stil om aan de duisternis te wennen. De overhangende bomen zorgen ervoor dat het zonlicht gefilterd wordt tot een vaag licht. Het pad is duidelijk te onderscheiden, maar de rest van het bos is vrijwel donker en hult zich in onzichtbaarheid.
Snel wandel ik naar mijn huis en leg mijn pijl en boog veilig weg. Ik vervolg mijn weg naar het dorp, waar ik enkele inkopen ga doen...
De wilde plannen rijzen op in zijn hoofd. Hij ziet de steigers al staan hier, een hoge cathedraal verschijnt voor zijn ogen. Het hoogte punt op het eiland. Een baken. Een rustpunt.
Een plotse windvlaag doet hem zijn droom beseffen. Hij kijkt verschrikt op, het is niemand. Rustig gaat hij weer zitten. Genietend van de zon. Kijkend over het eiland. In het dorp is al de nodige actieviteit bezig.
Wat een heerlijk vreedzaam eiland is dit toch.
|
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |