(...)
In tegenstelling tot het gebruikelijke gefluister van bladeren, spraken de boomtakken nu met donkere, krakende stemmen.
Ik hield er van om naar de verhalen te luisteren, met name de boze; ik voelde me er minder eenzaam door.
Wolken dreven voorbij, de maan steeds maar heel even doorlatend. De silhouetten van de bomen waren als zwart marmer tegen de nachtelijke lucht en donkere omgeving. Mijn witte jurk en huid hadden een blauw-grijze tint, waardoor het net leek alsof ik werd opgeslokt door het woud.
Hoewel de wind stervenskoud was, voelde ik me gerustgesteld door haar aanraking.
Ik reikte naar de hemel, riep en lachte luid. Ik was niet gemaakt voor het daglicht! Net als de elfen was ik bedoeld voor de nacht! Geen mensen om me te storen, geen zonlicht dat me in het middelpunt van de aandacht zette. Er was alleen de stilte van de slapende natuur en, natuurlijk, de storm.
Het bos werd niet langer alleen verlicht door de maan. Terwijl ik door de struiken sloop, steeds dieper het woud in, was er een onweersbui genaderd. In enkele ogenblikken was ik nat tot op het bot. Mijn zo zorgvuldig gevlochten haar was al snel een rommelig geheel. In tegenstelling tot de koude wind en lucht, was de regen best warm. Het leek wel een maartse bui, ware het niet dat het pas november was.
Bliksem sloeg in een boom, niet ver van mij en het geluid was zo oorverdovend dat ik automatisch begon te hollen. De tijd tussen donder en bliksem werd steeds korter en ik begon me af te vragen of het wellicht verstandig zou zijn om een schuilplaats te zoeken, tot de storm overgewaaid was. Ik stopte om te kijken welke kant ik op zou gaan toen mijn hart een slag oversloeg. Niet ver van mij vandaan stond iemand naar me te kijken. Ik dacht tenminste dat het een persoon was, maar ik was er niet zeker van. Het had de vorm van een mens, maar lichtgevende ogen...
---
(hopelijk is mijn vertaling een beetje redelijk... heb het in 10 minuten bij elkaar verzonnen)
---
erm, even ter verduidelijking: ik wil dit stukje tekst gebruiken om mij op het fok!eiland te introduceren...
als je een reactie wilt geven/mee wilt doen aan dit mini-avontuur... be my guest
[Dit bericht is gewijzigd door ellufie op 19-07-2003 16:52]
[Dit bericht is gewijzigd door Dagobert op 19-07-2003 22:44]
[Dit bericht is gewijzigd door Dagobert op 19-07-2003 23:11]
enkele minuten later barstte het noodweer in volle hevigheid los. De wind deed de takken zwiepen, en bliksem wierp vreemde schaduwen op de bosgrond.
een klein stukje nog, dan ben je droog...maar wacht eens...
was dat een kreet die hij hoorde? snel liep de reiziger in de richting van het geluid. Hij kon weinig horen in het lawaai dat onweer en storm samen voorbrachten, maar even verderop zag hij een schaduw die zich een weg door het dichte struikgewas probeerde te banen...Een bliksemflits verlichtte een jonge vrouw.
Even stond de reiziger stil. Hij was liever alleen, maar als hij het niet deed zou niemand haar helpen. Voordat de twijfel kon toeslaan stapte de reiziger op de vrouw af. Ze had hem gezien....
[Dit bericht is gewijzigd door Elric op 21-07-2003 17:11]
Volg me...hier dichtbij is een plek waar we kunnen schuilen"
Na een korte aarzeling strekte de vrouw voorzichtig haar hand uit, haar ogen op de zijne gericht...langzaam, teder bijna, pakte de reiziger haar hand vast en begon te lopen...makkelijk vonden zijn voeten een pad door de struiken en de schaduwen en na enkele honderden meters doemde een grotopening voor hen op vanuit het duister...
Snel leidde hij de vrouw naar binnen...Hier zag hij pas goed hoe doorweekt ze was. Ze rilde in de koude van de grot. Snel maakte de reiziger zijn dikke mantel los, en sloeg die om de vrouw heen...
Nu snel een vuur maken....
"erm, euh... bedankt voor uw mantel, maar euh... ik heb hem niet nodig hoor!", stamelde ik, terwijl ik uit de warmte kroop.
De grot was prachtig zag ik. Ik had altijd al een fascinatie voor grotten gehad, maar deze was heel bijzonder. Groen en oranje mengde zich met donkergrijs en vocht deed de wanden schitteren.
Even vergat ik dat er iemand bij me was en verzonk ik in gedachten, mijn handen de rotswand strelend.
Toen de reiziger omkeek zag hij dat de vrouw gebiologeerd naar de wanden van de grot keek. Hij had het al vaker gezien, maar nog steeds kon het veelkleurige schouwspel ook hem fascineren.
"Gaat het alweer wat beter?" vroeg hij "Mijn naam is Elric...reiziger...en het was maar goed dat ik je tegenkwam geloof ik....."
"Ik heet Anesya... en euh, ja... het gaat weer beter, dank u. Het is een prachtige grot waar u me heen heeft geleid en ik wil ook zeker niet ondankbaar lijken, maar ik denk dat ik mijn weg ook wel alleen had kunnen vinden. Ik hou van de stilte en van de storm. Juist daarom ben ik deze nacht naar buiten gegaan."
Verlegen sloeg ik mijn ogen neer. Het was vast verkeerd om dit allemaal te zeggen en zeker in zo'n snel tempo. Hadden mijn ouders me niet geleerd beleefd te zijn en ten alle tijde dankbaar? Hij had me zijn mantel aangeboden, een vuur gemaakt en me deze prachtige grot binnen gelaten. Waarom moest ik dan toch zeggen dat ik liever alleen was?
Eindelijk iemand die er interessant uitzag en dan moest ik het toch weer verpesten.
"Het spijt me, dat was niet vriendelijk van me om te zeggen ", mompelde ik en draaide me weer om naar de rotswand, zodat hij mijn ogen niet zou zien.
"Dus je woont hier in de buurt? Mijn excuses, maar de laatste keer dat ik hier langs kwam was er nog geen nederzetting in dit gedeelte van het woud...Ik zag je rennen in de regen en ik dacht....nogmaals mijn excuses..."
Opnieuw geeft Elric haar zijn mantel aan...
"Probeer maar wat te slapen...Ik zal je morgenochtend wel naar huis begeleiden."
Met die woorden staat de reiziger op, om in kleermakerszit aan de andere kant van het vuur te gaan zitten.....
Hij vroeg zich af waarom ze buiten was in het donker en de regen. Iets waar ze duidelijk geen antwoord op had willen geven. Maar ze had hem vertrouwd, en dus zou hij haar vertrouwen....morgenochtend zou hij wel weer verder zien.
Na enige tijd viel Elric in slaap, terwijl buiten de grot de regen en storm langzaam minder werden.....
Snel liep Elric de grot uit, maar in de vochtige bosgrond waren geen sporen achtergebleven. Niets dat hem meer kon vertellen over de richting waarin zijn mysterieuze gaste vertrokken was...
Zijn schouders ophalend liep Elric terug de grot in. Eerst maar eens ontbijten, en dan zou hij wel weer verder zien.....
Snel stond Elric op. Hij kon haar niet zomaar aan haar lot overlaten. Met rappe, routinematige handelingen ruimde hij de restanten van vuur en ontbijt op, en daarmee het grootste deel van de zichtbare bewijzen dat er iemand in de grot overnacht had. Hij sloeg zijn mantel om zich heen en liep naar buiten...
Even later steeg een sneeuwwitte uill geluidloos op van de open plek voor de grot. Krachtige vleugelslagen brachten de uil ver boven de boomtoppen, waar hij met zijn scherpe ogen het bos afspeurde.....
Hij hoopte haar snel te vinden. Het woud was een vrijplaats voor bandieten en ander gespuis. Om de monsters die er hun huis maakten niet te vergeten. Hele koninkrijken waren opgeklommen binnen de grenzen van het woud, en weer door de bomen verzwolgen na hun onvermijdelijke val. Zo hier en daar konden de ruïnes nog gezien worden. Vanuit de lucht was het alsof de geschiedenis onder je uitgespreid lag...
Maar wat was dat.....even leek hij een schittering te zien tussen de bomen. Zon op metaal. Snel dook de uil naar beneden. Hij had haar gevonden. Maar dichterbij gekomen zag hij dat hij niet de enige was die haar gevonden had. Vanuit de lucht zag hij hoe een drietal schaduwachtige gedaantes Anesya tot op een tiental meters genaderd waren...
nog immer muisstil pakte Elric de kruisboog op die uit zijn handen gegleden was. Het gevecht was nog niet lang bezig. Het was duidelijk te zien dat Anesya goed getraind was in het gebruik van haar wapens, maar de twee mannen voor haar waren groter en sterker. Even leek het gevecht gelijk op te gaan. De mannen waren niet in staat een gat in de verdediging van de jonge vrouw te vinden, terwijl zij slechts af en toe de mogelijkheid had een tegenaanval te maken.
Het fluitende geluid van de pijl die uit de kruisboog kwam werd overstemd door het geluid van de zwaarden, en het was dan ook pas toen één van de bandieten door de pijl getroffen werd dat de vechtenden Elric's aanwezigheid opmerkten. Nu was het gevecht eerlijker, en terwijl Elric toekeek vanuit de schaduw van de bomen, maakte Anesya rap korte metten met haar overgebleven tegenstander.
met een lichte glimlach op zijn lippen verliet Elric de beschutting van de bomen, de kruisboog achteloos op de grond werpend, en liep op de jonge vrouw toe.
"Ik geloof dat ik mooi op tijd was...misschien kunnen we enige tijd samen optrekken? het woud kan gevaarlijk zijn voor een reiziger alleen, zoals je gemerkt hebt...."
|
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |