Asschen knikte goedkeurend, Sendero wist wat hem te doen stond
Meester Achter Asschen verscheen een kleine gedaante, gehuld in een bruine mantel. Zijn gezicht vol met rimpels, oud en versleten. Ik heb gevonden waar u naar zoekt. De weg naar binnen ligt open. De dienares is onvoorzichtig geworden, en haar bescherming neemt af. We moeten snel zijn, volg mij!
* Asschen_sukar wisselde zijn gedachte uit met die van de draak. De draak steeg op. Na de inspanning van gisteren had ze honger, en moest jagen.
Asschen zou te voet volgen, als de ingang vrij lag was geen moeite te groot.
Na een dolle ren wist Atrimar nog net uit het zicht van de aanvoerder, en de reuk van de draak zich te verstoppen en luisterde hij naar de discussie van de aanvoerder en zijn ondergeschikten.
Ik heb gevonden waar u naar zoekt. De weg naar binnen ligt open. De dienares is onvoorzichtig geworden, en haar bescherming neemt af. We moeten snel zijn, volg mij!
Verbaasd sluipt Atrimar achter hen aan ...
Ik verzink even in gedachten. De Nibin Dagr, die ons dagen achtereen uitputte lijkt in het geheel niet op deze strijd. We waren slechts met een kleine groep strijders, een groot deel was naar het zuiden getrokken na onrustbarende berichten uit het land van de Orthant Duin. De aanval van de zwarte ruiters kwam vanuit het niets.
Ik schrik op uit gedachten als ik een pijl rakelings lang mijn hoofd voel gaan. Ik kijk om en zie dat het vuur gedoofd is, de ondoden proberen weer aan te vallen en enkelen zijn al tot dichtbij genaderd.
Ik besluit weer terug te slaan en pak mijn boog. Ik schaar me naast de andere boogschutters. Velen zien er vermoeid uit, hebben misschien al dagen niet geslapen. Doorzetters zijn het allemaal, meer dan nodig in deze strijd.
"Velen van hen zouden goede strijders zijn" mompel ik, en ik pak mijn boog. Ik kijk neer over het slagveld en zie de chaos. Pijlen flitsen van mijn boog, doeltreffend, maar niet altijd fataal. Tegen magie is moeilijk vechten.
* De Knights kijken elkaar aan en vragen zich af wat de ondoden hier zouden moeten zoeken. Aan de andere kant kan een van Knights zich wel de twee mannen herinneren uit de taverne .. het gevecht , de verandering van de Valheru.
De Officier van de Knights kijkt nog een keer en roept dan naar de Kasteelmuur.
Twee mensen onderweg.. Laat ze door .
* Dan verdwijnen de Knights weer in de schaduwen als of ze opgelost zijn in het landschap.
Sttarrrt dddde ccceremonieeee
* De Liches begonnen met het zachtjes zingen van een magische rijm.
Beyond the Realms of Death
Lies beneath the Earth a Beast
and all is well
as he rots in hell
but he is soon to be released
In a myth made by man
He's dismissed but not deceased
and to the church he came
he saw he maimed
and pissed upon the Priest
(offtopic: even een stukje wicked senso of humor ertussendoor moet kunnen )
* Plotseling ontstond er een helder wit licht iets verderop in het gangenstelsel. Rutoras wees met zijn vinger en enkele Unlantazor elite strijders renden in de richting van het licht uit. Ze kwamen niet verder dan de hoek van de gang om daarna tot stof te vergaan. vlug schreeuwde de Rutoras wat orders en de overige Unlantazor die hem hadden vergezeld op deze missie kwamen in actie en stormden naar voren. Om de hoek verscheen een imponerende gedaante, een prachtige vrouw met een hoorn op haar voorhoofd en vergezeld van machtige vleugels.
Je Meester denkt zomaar alles te kunnen hier, maar ik ben nog immer de Vrouwe, aanschouw de aanwezigheid van een Godin
Dala mogeee dde Meestterrr je opetennnn, je benttt ttte laaat.
* De Rutoras sprong naar de verzegelde deur terwijl de gang door een immens fel en helder wit licht werd gevuld om hem heen krijsten de Liches het uit terwijl ze spontaan vlam vatten, de Unlantazors waren er al niet beter aan toe en vergingen tot stof. In een ultieme laatste poging raakte de Rutoras de deur aan, aan de andere zijde werd het beuken steeds heftiger en klonk een hoop kabaal. Hij had geluk de Liches hadden hun ritueel volbracht en hij ging als een phantoom door de deur heen.
* Dala liep kalm naar voren en bewoog ook door de deur, echter achter haar werd de deur weer verzegeld zoals het al eeuwen lang was geweest tot een moment geleden. wederom klonk er geschreeuw van achter de deur, maar ditmaal van strijd en gejammer. hoog boven het geluid uit klonk een heldere vrouwenstem die een rustig lied zong.
* Sendero leidt de strijdmacht door het bos tot ze aan de vlakte komen , de vlakte waar de geur van de dood te ruiken is..
* Na het gesprek met de ander vazal van de duistere meester, de Valheru, gaat hij er voor zorgen dat de bondgenoten van goede vastgepind blijven in dat kasteel terwijl de Valheru de taak van de meester uitvoerd.
dubbelpost voor de duidelijkheid
* De strijdmacht heeft in het bos allerlij oorlogsmachines gebouwd die nu tussen de bomen aan de bosrand taan en bijna zichtbaar zijn voor de mensen op de kasteelmuren..
* Sendero lacht en geeft het teken.
* De snelheid van het paard was bijna onvoorstelbaar, het vuur dat door Forau zijn aderen stroomde nog onvoorstelbaarder. Strijdlust welde in hem op, hij zoog de lucht om zich heen op als een schoorsteen de rook waaronder een groot vuur brand. Hij beklom de muur van het kasteel waar de orc's bijna over de rand kwamen. Ruggiero volgde Forau, zijn shasmir's hingen op zijn rug, twee net zoals in de vroege tijden. Ook hij was bloeddorstig, geen ander mens zou kunnen beamen hoe correct deze woordkeuze was, en verlangde naar de chaos van de strijd. Hij was er klaar voor. En terwijl Forau en Ruggiero over de muur keken naar de orc's die in golven bleven aanvallen gebaarde zij een oud gebaar naar elkaar en stortte zich in het strijdgewoel.
Forau draait zich verschrikt om. Een moment van twijfel en onachtzaamheid slaat toe, maar hij hersteld in dezelfde fractie. Zijn bloeddoorlopen ogen schieten vuur, op zoek naar de schutter.
Portier staat als een standbeeld, zijn lichaam heeft niet meer bewogen nadat hij de pijl losliet. Forau kijkt woest, zijn dodende blik kijkt Portier strak in de ogen. Portier laat langzaam zijn boog zakken. Nadat hij de woorden van Forau had opgevangen twijfelde hij geen moment. Het leven van de heer die hij nu moest beschermen liep gevaar, het zou de beslissing van de strijd kunnen betekenen.
Met luide stem schreeuwt Portier over de binnenplaats enkele elfse woorden. Forau probeerd ze te begrijpen, maar slaagt er niet in. Hij is op zoek naar wraak, en zoekt naar mogelijkheden om te ontsnappen. Zijn blik vliegt over de muur op zoek naar zijn oorspronkelijke slachtoffer.
Als hij terugkijkt is Portier verdwenen. Alsof hij er nooit is geweest.
* Het gevaar van Forau bezorgt me, maar na zijn bijrijder te hebben gedood was er iets wat mij deed verstijven. Ik meende iets te horen, een bekend geluid, het kan haast niet, maar het klonk zo duidelijk. Nu ik een aantal mensen op de muur heb gevraagd Forau in de gaten te houden ren ik naar beneden de trap af. Ik spring langs allerlei obstakels en vlieg tussen hordes mensen door. Met een noodvaart ren ik een andere trap op, ren naar boven en stop bij de kantelen. Ik kijk naar het gevaar, enkele orks lopen beneden bij de muren maar deze worden belaagd door de aanwezige strijders boven op de muur. Ik staar in de verte op zoek naar iets. Ver weg kijkt de elf Het kinderrijmpje vervliegt in zijn gedachten. Hij ziet niets, zou het dan toch niet? Was het mijn verbeelding? Ik staar in de verte en plots stokt mijn adem. Daar was het weer, zeker weten. Zou het dan echt? Een blijdschapsschreeuw ontsnapt mijn mond. Enkele strijders kijken verbaast op, verwonderd wat de nieuwe elf bedacht heeft.
Scherp als een vogeldier
Als de arend zichzelf
Hij ziet ver van hier
Met grote stappen ren ik naar beneden, ik ren naar een kleine poort in de muur en praat een moment met de wachters. Ze knikken instemmend en ik spreek een oude elfenspreuk. Als ik door de deur verdwijn vervlieg ik vrijwel onmiddelijk in een groene gloed. De wachters kijken elkaar een moment verbaast aan, maar de orders van de elf waren duidelijk.
* Dan komen de drums op gang, zware ritmische dreunen klinken over de vlakte. De bomen wijken uiteen en uit hte bos komen de Torens gerold, Zware houten torens met stormrammen voorop en een boogschutters plateau boven op. Onstopbaar rollen ze naar het kasteel toe onderweg hun eigen lijken vermorzelend.
* Nog meer lawaai is er te horen vanuit de bosrand als de grote katapulten hun lading stenen afschieten richting de kasteelmuur. Gejuig en geschreeuw is te horen als de stenen in de muur slaan.
* Op het teken van Sendero stormen de Orc's en andere krijgers het bos uit onder het roepen van bloedstollende kreten en vallen aan.
De tweede aanval is begonnen.
"Is het dan ooit opgehouden."
"Misschien, nee nooit helemaal. Het herhaalt zich keer op keer en wij kunnen niets doen om het tij te keren."
"Ik denk ook niet dat een van ons de behoefte heeft om in te grijpen in deze zaken. We winnen er niets mee. Voorlopig kijken we toe. Informatie is altijd belangrijk geweest voor ons en voor anderen. Ik denk dat we er verstandig aan doen om dit keer niet te snel te handelen. Dit keer hebben we geleerd van onze fouten. We zijn bijna schoongewassen, bijna zijn onze zonden vergeten."
"Moeten we wachten tot we zijn vergeten?"
"Nee, niets moet. Maar we hebben onze keuze gemaakt toen we terugkwamen. We doen er goed aan om dit keer door te zetten met hetgeen er op de planning staat."
"Denk je dat ze ons gezien hebben?"
"Ik denk van wel."
"Het is tijd om te vertrekken. We komen terug als het tijd is om terug te komen. Dit tijdperk van wonderen is nog niet afgelopen, het is jong en onbezonnen. "
"Goden staan boven dit soort zaken. "
"Goden zijn een gevaar, we erkennen hun bestaan omdat ze een noodzakelijk kwaad zijn. Hebben wij een substituut nodig voor een verantwoordelijke entiteit in onze levens? Erkennen we onze volwassenheid en verantwoordelijkheid in deze wereld van vlees? We behoeven geen goden meer om ons te leiden naar waar wij willen dat ze ons heen leiden. We gaan onze eigen weg en kiezen onze eigen daden met gebruik van ons zelfstandig functionerend brein. We gaan niet mee met de stroom, we kiezen ons eigen lot. Geschonken antwoorden zijn als een gezwel op onze soort, ze brengen niets nieuws en brengen geen ervaring. Ze scheppen een patroon van verwachtingen en begrenzingen in een grenzeloos bestaan. Wij verkrijgen onze antwoorden door de lessen die we zelf creeren en de beproevingen die wij zelf ondergaan. Zoek en ontdek, onderga de emoties die anderen je opleggen. Ontdek de wereld van de verbanden, door ze zelf aan te gaan en ondergaan."
" Zoek vrijheid en je vind beperkingen, zoek discipline en je vind je vrijheid."
"We weten dat ze kijken en luisteren, dat is waarom we dit gesprek in de eerste instantie voerden. We hebben onze kant gekozen en onze rol zal voor ons worden gekozen. We gaan, in alle stilte, terwijl het gekletter van wapenen, het geschreeuw van soldaten en het sijpelen van bloed onze passen verhuld in de nacht. Dit is gewoon."
Boogschutters doen hun best maar moeten steeds in dekking voor de stenen die uit de lucht vallen en voor vijandelijke pijlen. Meer en meer boogschutters melden zich in de ziekenboeg voor behandeling en het aantal lichamen in het mortuarium stapelt zich ook gestadig op.
De strijd is afmattend en de vijandelijke torens blijven maar doorrollen.
Nu Atrimar weg is, De strijder van Tawar, Portier verdwenen is en de Questor nog niet bij zinnen is , moet Hij het tot zolang met Ruggiero en Forau vol zien te houden.
De poort is zodanig stevig dat de aanvallers het puur op de muur voorzien hebben , de eerste enterhaken en ladders zijn er tegen aan gezet en met veel inspanning en bloedverlies krijgen de verdedigers het voorelkaar om de eerste run af te slaan. Even nahijgend bekijken de verdedigers het slagveld en zien dat de torens nog steeds gestaag naderen.
Lord Dreamer geeft het sein dat vrouwen en kinderen als ze het willen via de noordkant het kasteel kunnen verlaten en naar het dorp kunnen vluchten waar ze hopelijk bescherming en onderdak kunnen vinden. Vastberaden trekt hij nu ook z'n zwaard en gaat de muur op. inmiddels zijn de normale soldaten allemaal op de muur.. en nemen ze de plaatsen in van de gevalle boogschutters.
De strijd gaat door.. De slag om de Muur is in hevigheid bezig
* In de tussentijd bidden de priesters in de kleine kapel om hulp bij de goden, hopelijk horen ze de gebeden en komt er hulp om het kasteel te ontzetten. Hun broeders in de ziekenboeg doen wat ze kunnen om de gewonden op te knappen maar het zijn er zo veel. De muur is nog steeds in onze handen, maar de torens zijn in aantocht.
verbeten en vastberaden vechten de verdedigers door.
* Hoofdschuddend neemt Phoenixx de situatie in zich op.
De chaos op het uitgestrekte veld voor Lord Dreamers Kasteel.
Eén bloedige moddermassa doorspekt met rondslingerende lichaamsdelen met daar tussen door dwalende, nog min of meer intakte lichamen die nog niet doorhebben dat zij reeds geruime tijd geleden het leven hebben verloren.
Welhaast middeleeuwse bestormingsapparaten rollen onverbiddelijk naar het kasteel dat overduidelijk in verdedigende stelling is gebracht.
Een grote horde met "verse" orcs bestormen de muren
Met nog slechts (relatief) lichte beschadigingen staat het kasteel ogenschijnlijk ongenaakbaar in de vlakte, maar voor hoe lang?
Een gemene grijns krult haar mondhoeken, laat haar felgroene ogen fonkelen.
"Een dame storen als ze zich in totale afzondering heeft teruggetrokken is niet de meest verstandige aktie die je je kan bedenken... Ze opent haar geest voor de aanwezige krachten en schat ze op hun waarde.
Geloof me... dit kan maar beter belangrijk zijn!", * fluistert ze tegen de bomen om haar heen.
Haar ogen twinkelen vrolijk.
Het is zo schattig om te zien hoe alles en iedereen zich verzamelt tegen het zogenaamde "kwaad".
Zouden ze nu echt geloven dat de "Naamloze" ook maar enigszins onder de indruk zal zijn van hun pogingen?
Phoenixx schaterlacht... de sufferds!
Maar haar gelach verstilt echter als ze zich bedenkt wat haar aandeel in dit geheel zal moeten zijn.
In het kasteel bevinden zich personen die ze zich nog van vroeger kan herinneren.
Bar_de_Grey en Forau... ach, die kent ze niet en laten haar dan ook koud.
Maar ze voelt sterk de aanwezigheid van Lord Dreamer en Atrimar.
Het lijkt alsof een steenkoude hand zich sluit om haar hart.
Snel schudt ze de onaangename gedachten van zich af.
Het is per slot van rekening niet haar fout dat zij zich tegen de grote meester hebben gekeerd.
Iedereen is verantwoordelijk voor zijn of haar eigen keuzes en de gevolgen zal men dan ook moeten accepteren.
Of die nou prettig zijn of niet.
"En of dit belangrijk is! In naam van de "Naamloze": er is werk aan de winkel!"
* Statig daalt Phoenixx de heuvel af, op weg naar het kamp van Valheru.
Los!
* De welp die was toegewezen om de hendel over te halen liet de hendel los en de catapult werd afgevuurd. De stenen vuurbal met welp schoot met een enorme vaart door de lucht. De welp liet nog een laatste schreeuw horen. Ozar had zijn autoriteit weer voor even doen gelden en keek triomfantelijk neer op de nog jonge welpen die verschrikt vliegensvlug een nieuwe steen pakten. De steen met de orcenwelp kwam op de kasteelmuur af. Hier en daar gade geslagen door verbaasde strijders. Met een grote Thud kwam het gevaarte neer op de binnenplaats en viel neer op een van de gebouwen van de stallen. De welp sloeg te pletter op het dak, maar de steen ging er dwars door heen en belandde op de hooiberg vlak naast de slapende Questor.
Brand!, brand in de stallen.
* Vlug werd er een rij gevormd van mensen, burgers en soldaten. Vanaf de waterput werden emmers gevuld met water en werd het blussysteem in gang gezet, iedereen hielp mee want brand in het kasteel was erg gevaarlijk en moest zo snel mogelijk worden geblust. Maar het vuur greep mede vanwege het hooi razendsnel om zich heen. De stallenjongens renden met gevaar voor eigen leven naar binnen om de dieren los te laten en in veiligheid te brengen. Enkele paarden kwamen luid hinnikend de stallen uitgerend. De rookontwikkeling was al immens. Plotseling kwamen er een paar proestende gedaantes uit de rook tevoorschijn. Een Kjeldoran GuardCaptain beval enkele van zijn guards om zich te ontfermen over de dappere staljongens. Hijzelf ondersteunde een oude man, die net bezig was in zijn ogen te wrijven. De Guardscaptain keek een beetje verbaasd en duwde hem voorzichtig naar voren weg van de vuurzee.
Vergeef me beste man, maar ik moet U in veiligheid brengen, er is kans dat het gebouw gaat instorten. U heeft geluk gehad, U had zich wel kunnen verwonden.
Geeft niets Kapitein, mijn tijd is nog niet gekomen, de kwade Meester krijgt me zomaar niet klein.
* Nu pas had de Kapitein door dat hij de Questor voor zich had. Hij schudde hem de hand.
Blij dat U weer bij ons bent heer. We kunnen wel enige hulp gebruiken.
* Bar_the_Grey keek plotseling verschrikt achterom naar de brandende stallen. Het boek. Dat lag nog in de stallen. Dus de kwade Meester had toch zijn zin gekregen. De Questor had geen moment om erover te treuren, vlug wendde hij zijn gezicht weer naar de Kapitein.
Open de poort aan de Noordkant.
Maar Heer, de tweede aanval is in volle gang!
Geen gemaar, het is tijd voor een uitval, we hebben een break nodig anders vallen de muren in korte tijd, de vijand staat op het punt om haar magie los te laten.
* Lord Dreamer is inmiddels op de hoogte gesteld van het ontwaken van de Questor en komt aangelopen.
Questor het doet me deugd U weer gezond en wel terug te zien.
Mijn Heer, ik sta ter uwen beschikking. Ik ben nog niet afgeschreven.
* De twee mannen kijken elkaar een moment serieus aan en schieten in de lach, en schudden elkaars handen.
Rijdt U mee Heer, het is tijd voor een uitval. Een verrassingsaanval van de achterzijde van onze vijand kan elk moment in gang worden gezet en door nu een uitval te wagen slaan we van beide kanten toe, hopelijk ernstige schade toe te brengen aan de vijandelijke troepen.
* Vanuit de kleine menigte om de Questor en Lord Dreamer heen stapt een vechter naar voren, het is Daron.
Ik rijdt met U mee!
Hij neemt een soldaat van ongeveer zijn postuur mee naar binnen en ze kleden zich om. Met behulp van wat magie lijkt het net of de soldaat Lord Dreamer is geworden. "De LD wannebe" krijgt z'n opdrachten mee en gaat naar buiten.
Daar verzamelt hij de Lansiers en iedereen die mee wil en ze vertrekken door de noorderpoort. Als iedereen weg is komt Lord Dreamer weer te voorschijn.
* Hij gaat de muur op en loopt alle mense langs, eerst verwonderd en daarna vol trots omdat hun heer niet "vlucht" maar samen met hun op de muur staat. Zo wachten ze de aankomst van de torens bij de muur af.
Dan hoort hij een zachte, bekende stem.
Hij sluipt oin de richting van het geluid terwijl zijn hart sneller begint te kloppen. Het is voor zijn gevoel eeuwen geleden geweest dat hij die stem hoorde, en het lichaam voelde dat erbij past. Vanachter een grote verkoolde boomstronk kijkt Atrimar en ziet Phoenixx in gedachten verzonken in de bossen staren. Verward door gevoelens vanb herkenning en verbazing besluit Atrimar zijn sluiptoch voort te zetten, met de Vuurvogel als zijn prooi.
Ondertussen een stuk verderop bij een heuvelrug met goed uitzicht op het kasteel, stonden de Liches bijeen. Ze hadden hun voorbereidingen getroffen en waren met velen. Ook enkele Arch Magiers waren onder hun midden. Vanaf deze plek zouden ze verschrikelijke magische krachten loslaten op het kasteel. Met genoeg kracht om de magische verdedigingsgordel om het kasteel te testen. De Liches lieten hun eerste aanval los, magische vuurballen schoten uit hun vingers en ontploften met veel kabaal op een onzichtbaar schild kapot. Vanuit de reeds aanwezige strijders klonk een luid gejuich op. Ator-Okh, hoofd der magiers keek tevreden neer op het slagveld. De val was gezet. Het was nu afwachten op de reactie van de tegenstander.
Ozar dirigeerde een nieuwe katapultaanval toen hij instinctief merkte dat er iets niet klopte, net op tijd dook hij ineen toen een regen van pijlen op hem en zijn crew neerkwam. De welpjes zouden geen nieuwe morgen meer meemaken. Ozar zelf werd door een pijl in zijn schouder getroffen en besloot dat het beter was om geniepig weg te kruipen naar een veilige plek. Langs hem een kwam begeleid door hoorngeschal de cavalerie van de Grijze Raad voorbij, de Centaurs. Ze zaaiden pakiek onder de achterhoede van de vijand en schoten hun pijlen met grote snelheid af op de vijandelijke troepen. Achter hen betraden de Quatoluchs, Golems en Treants het slagveld. Met hun machtige armen sloegen ze naar alles wat nog bewoog. Op hetzelfde moment werd de noordpoort van het kasteel geopend en verschenen de Lansiers geleid door enkel Helden ten tonele voor een uitbraaksaanval. De orcs aangevallen van twee kanten, begonnen te wankelen op hun benen en stonden op punt van te breken om te vluchten. De overwinning was nabij zo leek het.
Ator-Okh wreef in zijn handen het plan had gewerkt. Hij gaf met een gebaar het sein aan zijn Liches. Vanuit het niets ontstonden er vijf gates in een stervorm van elkaar gescheiden. Uit de gates kwamen nieuwe verse troepen die met luid gejuich werden verwelkomt door hun strijdbroeders.
Opeens werd Ator-Okh en zijn Liches en Arch magiers belaagd door een aanval van electrische stralen en vuurballen. De Grijze Raad viel hun aan. Om hem heen vielen de eerste Liches ter aarde. tussen de 30tal leden van de Grijze Raad ontwaardde hij een vrouw, Shagra. Hij stapte vol overtuiging op haar af en ging net als zijn getrouwen het magische duel aan. De Heuvelrug werd nu beheerst door magische aanvallen over en weer.
op het slagveld waren de Centaurs nu ingesloten en schoten nog fanatieker hun pijlen af, maar paniek stond af te lezen op hun gezichten. Ze waren gedoemd te sterven. Als een stormvloed werden ze overspoeld en werden meedogenloos neergehakt door bloedorstige demonen, orcs, ondoden en ander gespuis.
De Lansiers probeerden de Centaurs te ontzetten, maar de tegenstand was te hevig, ze kwamen er niet door.
De Centaurs niet echt bedreven in het man tot man gevecht waren in een mum van tijd verslagen. Er waren geen overlevenden, de gewonden werden ter plekke afgemaakt een gruwelijke dood. DeOvergebleven Quatoluchs, Golums en Treants probeerden uit alle macht contact te krijgen met de Lansiers, dit lukte uiteindelijk na veel moeite en met veel slachtoffers onderweg tot gevolg. Gezamelijk bliezen ze de aftocht. Het Leger van de Grijze Raad had jammerlijk gefaald.
Ator-Okh had al twee magische aanvallen ingezet op Shagra. Maar ze kwam op hem afgelopen alsof de magie geen effect op haar had. Te laat had hij door wie ze werkelijk was, het moment waarop ze met haar blote handen zijn nek brak. De Grijze Raad kwam als overwinnaar uit het magische tweegevecht tevoorschijn. Maar tot welke prijs? De gedode Liches werden van hun hoofd ontdaan zodat voor eens en altijd aan hun bestaan een einde was gekomen. Shagra overkeek de situatie een moment. Toen er op enkele meters van haar een portaal verscheen.
Raadsleden, volg me!
* Een voor een stapten de leden van de Grijze Raad de portaal in die na de laatste persoon weer verdween.
De trotse Lansiers hadden geen enkele kans in man tegen man gevechten, daar zijn andere troepen voor. Hun bedoeling was puur aanvallen en doorbreken naar de vrijheid zodat het vijandelijke leger in het midden zou komen te liggen.
Helaas mocht het niet zo zijn, gelukkig konden ze nog terug naar het kasteel. Daar kunnen ze hergroeperen en op ademkomen terwijl de vijand de kasteel muur steeds dichterbij nadert met de torens.
Opeens schrikt ze op uit haar dagdromen... iemand probeert haar te volgen. Als ze zich wat minder zou hebben verloren in haar toekomstfantasiën en wat meer aandacht zou hebben besteed aan de informatie die haar zintuigen aan haar hersenen probeerden door te geven, zou ze al een half uur eerder hebben gemerkt dat iemand haar had opgemerkt en achter haar aan kwam. Maar goed, inmiddels was ze zich er dan toch van bewust geworden.
Goedkeurend glimlacht ze, hij is goed, erg goed! Nauwelijks maakt hij geluid en slechts heel af en toe komt hij in een verkeerde positie ten opzichte van de wind en haar en prikkelt zijn geur haar neus. De glimlach verdwijnt echter als ze zich bedenkt hoe moeilijk het zal worden Atrimar af te schudden. Terugdenkend aan wat zich vroeger - toen zij nog een onschuldig vuurvogeltje was - heeft afgespeeld, twijfelt ze even. Zou ze...
Zonder dat er zelfs maar een bliksemflits te zien is geweest, doet een geweldige donderslag de heuvel trillen. Phoenixx' hart slaat een slag over en ze buigt nederig haar hoofd voor de "Naamloze" die (volkomen terecht natuurlijk!) haar dwaling corrigeerde.
Fluisterstil vervolgt ze haar tocht naar de troepen van het duister, hopend door de dekking van de donderslag Atrimar te zijn kwijtgeraakt. Gesterkt door de duistere meester zou ze hem moeten kunnen weerstaan, maar als ze hem naar de Valheru zou leiden zouden zich vervelende complicaties kunnen voordoen.
De lichés op de heuvelrug zouden haar ongetwijfeld kunnen zeggen waar zij de Valheru kan vinden. Door hun magische aanvallen op Het Kasteel was hun positie makkelijk af te leiden. Tè makkelijk eigenlijk... dat deel van de heuvelrug sidderde als het ware van de magie. Zachtjes sloop ze naderbij, tot plotsklaps alle magie was verdwenen. Angstig ging Phoenixx voort en bereikte de plek waar de Lichés waren. Ze slikt als ze ziet hoe de vele Lichés en zelfs een aantal Arch Magiërs zijn gedood... definitief gedood...
De tijd dringt, ze moet de Valheru vinden voor de kracht van het Goede de overhand krijgt!
* Dan is het zover. De toren rammen de muur en de luiken gaan open, valbruggen verbinden de torens met de muur en de orc stormen eruit. Zware gevechten breken uit op de muur als de overvallers voet proberen te krijgen op de muur.
Hun opdracht is duidelijk ze mogen niet falen.
* Nu de vijandelijke boogschutters op de muur wel wat anders te doen hebben dan zich te bekommeren om de krijgers die over het veld aan komen. stromen de aanvallers massaal uit de bebossing en vleigen de enterhaken de verdedigers om de oren. ook goblins en trollen stormen mee. Met vernuftige schietapparaten schieten de goblins de enterhaken over de muur.
* Aan de voet van de muur staat een grote grottrol met z'n met ijzerbeslagen knots op de poort in te beuken. De poort kraakt maar buigt voorals nog voor geen centimeter mee. De Trol beukt gestaag door. Nog meer Goblins komen aangelopen met lange ladders die tegen de muur worden gezet en waarlangs de Mogg Raiders de muur beklimmen. met hun kromzwaarden Bestormen ze schreeuwend de verdedigers die alle moeite hebben zichzelf in leven te houden.
* Sendero ziet het schouwspel aan. Grijzend ziet hij hoe de torens tegen de muur beuken en hun lading krijgers de muur op spugen. Z'n duistere strijders zwermen uit vanuit het bos over de vlakte naar de muur, waar een hevig zwaar gevecht aande gang is tussen de aanvallende strijdkrachten van Sendero, De Valheru en dat alles onder Het oog van de Meester. Een donderslag breekt Sendero's mijmeringen. Z'n hand vliegt semi automatisch naar z'n zijde waar z'n zwaard hangt. Hij draait zich om en ziet een roodharige jonge vrouw in een gehavande pij, die hem aankijkt en direct hoort hij de vraag. Waar is de Valheru ?
* Sendero voelt (blijkbaar door een duwtje van de Meester), dat de vrouw aan zijn kant staat en wijst haar de weg naar de Taveerne de steigerende pony.
Dan houdt hij zich weer bezig met de strijd op de muur en stuurt z'n Exavator op weg naar de muur. Het ding is gemaakt door de goblins en moet de weg door de poort vrijmaken voor de vloedgolf van krijgers.
De slag om de muur gaat verder.
We hebben gedaan wat we konden Questor, maar het was een val gezet door de vijand en we liepen er nietsvermoedend in. Wat kunnen we nu doen om de gevallenen te wreken? Zeg het me en ik geef U mijn zwaard als hulp.
* Bar_the_Grey keek Daron aan en bij het zien van zoveel vastberadenheid kreeg hij ter plekke een ingeving.
Kom mee! Ik heb een idee.
* Sendero knikt instemmend en Phoenixx schenkt hem een zwoele glimlach.
"Heel vriendelijk bedankt voor de informatie. Maar als ik zo brutaal mag zijn, zou ik u graag om een gunst vragen."
* De guerilla-strijder kijkt haar ongeduldig aan. Ziet ze niet dat hij bezig is met belangrijke dingen? Laat die juffer fijn een padvindertje zoeken om haar de weg te wijzen en echte mannen het echte werk laten uitvoeren! Maar toch blijft hij zo beleefd mogelijk:
"Wat dan, moppie?"
* Niet gecharmeerd van een dergelijke aanspreektitel werpt ze de man een vuile blik toe.
"Heer,"* het woord druipt werkelijk van het sarcasme, "Ik heb het vermoeden dat ik word gevolgd. Breedgeschouderde man, lang haar - vermoedelijk in een paardestaart bijeengebonden - rossige baardgroei. Zou u enkele van uw manschappen kunnen missen om hem van mijn rug te krijgen? Maar... doe hem geen kwaad... u weet vast wel iets te bedenken om zijn aandacht van mij af te leiden.
"'Tuurlijk... wat jij wilt hoor...", * mompelt Sendero als hij ongeïnteresseerd zijn schouders ophaalt. Hij stelt echter wel een groepje koene strijders aan om Phoenixx te verlossen van haar 'stalker' en zij ongehinderd op weg kan naar de Taveerne.
Vijanden op de muur.... * Is het overal te horen. Mannen worden afgeslacht en vernietigd in de eerste minuten van de strijd. Verbeten vechten de overblijvers terug. Hulptroepen van het verslagen ontzettings leger stormen de muur op om een handje te helpen. De Boogschutters gaan de muur af om vanaf de binnenplaats beneden vijanden van de muur af te schieten en de reguliere strijders meer ruimte te geven om te vechten. De poortwachters slepen constant nieuwe planken aan om de scheuren in de poort te reparen. Een van hun ziet een glimp van de Grottrol aan de anderkant en trekt bleek weg.
Kan iemand wat aan die dikke trol aan de andere kant van de poort doen. * Roept hij heldhaftig. Vervolgens zakt hij inelkaar, getroffen door een pijl die uit een groepje goblins is gekomen die zich met enterhaken en laders toegang tot de muur hebben verschaft. Een groep piekeniers stormt heldhaftig schreeuwend naar de nieuwe vijanden toe en dwingt ze terug, de kleine goblins aan hun pieken spietsend. Een paar bedienden rennen de muur op met een ketel kokende soep die aangebrand was en gooien die over de Grottrol beneden heen, dan maken ze dat ze weg komen uit het strijdgewoel. Een paar piekeniers kijken de bediende grijnzend en hoofdschuddend na. Het moreel onder de troepen wordt door dit soort kleine acties alleen maar groter. De vijand trekt op en heeft een stuk van de muur stevig in handen, Delen van de torens worden gebruikt om een permanente doorgang te creeren naar de grond beneden, zodat de vijandelijke strijders makkelijker de muur op kunnen komen. Lord Dreamer staat in tussen samen met een groep veteranen boven op de muur een groep Orcs die uit een toren kwam aangerend, vakmatig aan gort te hakken. botten versplinterd. Z'n zwaard zingt door bot en pezen. Hij geeft een teken en de Pretorian Guards, die zich nog steeds afzijdig hebben moeten houden mogen eindelijk hun eeuwenoude kunst van strijden tegen een overmacht laten zien. Geordend stromen ze van af de binnen plaats de muur op. Alles aan vijandelijk gespuis op hun weg weghakkend, ondertussen worden hun eigen doden en gewonden snel afgevoerd zonder dat ze een belemmering kunnen vormen voor de verdedigers. Snel is de muur schoongeveegd op één stuk na wat de aanvallers steving in handen hebben. Boogschutters vuren pijl naar pijl richting het vijandelijke deel van de muur. kreten van pijn zijn het antwoord. De verdedigers krijgen het op dit moment niet voor elkaar om de aanvallers te verdrijven, maar hebben de stormloop op de muur wel tot stilstandgebracht. Ook de verdedigers moeten zich in dekking begeven omdat een vijandelijke groep goblin boogschutters de muur heeft beklommen en vanuit dat gedeelte de verdedigers onder vuur neemt. Lord Dreamer verzamelt z'n officieren en bijeengekomen helden voor overleg.
* Hij vloekt als hij ziet hoe z'n grottrol (de enige die hij kon dwingen mee te komen) krijsend neer ziet gaan onder een ketel hete vloeistof. Wat een lomp beest is het ook. Hij kijkt naar achter naar de goblin constructeurs en stuurt ze op weg om een mobiele stormram de poort te laten beslechten.
* De goblins gaan met de Stormram op weg samen met een hoop hout en constructeurs om positie op de muur te verstevigen en de poort te kraken zodat de krijgers de poort kunnen gebruiken voor hun inval.
* Dan wordt hij afgeleid door de roodharige vrouw. bijna snauwend vraagt hij wat ze wil.
Achtervolger, ohw die... maak je niet druk ...
* Sendero stuurt een groep halfmannen het bos in om de achtervolger onschadelijk te maken of in iedergeval te zorgen dat hij stopt met de achtervolging. Daarna gaat hij verder met de plannen om de muur helemaal in te nemen en door te stoten het eigenlijke kasteel zelf in. En dan vooral de weg naar de kerkers er onder.
De slag om de muur gaat verder.
* Ondertussen hebben de Halfmannen de achtervolger gevonden. Het blijkt een stevig gebouwde gevaarlijke strijder te zijn met een vreemd uitziend formidabel zwaard, waar hij ook nog mee overweg kan.
De halfmannen krijgen he niet voor elkaar om de strijder te doden maar een boogschutter heeft kans gezien de strijder met een schampschot toch licht te verwonden. En de strijder verdwijnt het bos in richting het kasteel.
* De dame met het rode haar is dan al verdwenen naar waar ze heen moest. Snel wissen de overgebleven halfmannen haar sporen uit zodat ze niet meer terug te vinden zijn. Het gevecht met de vijandelijke krijger heeft hun toch een behoorlijk aantal doden en gewonden op geleverd. Voldaan mar toch met respect voor de krijger gaan de halfmannen terug naar het kamp. De missie is met succes uitgevoerd.
* Sendero is tevreden en zo ook de meester hoopt hij.
"Is dit wat we willen? Als we te dichtbij komen kunnen we misschien nooit meer terug?"
"Dit is wat we willen, dit is het meest tactische, we zijn hier om te doen wat we moeten doen. We lopen dit keer geen gevaar. We zijn zoveel anders dan deze soldaten, strijders, wezens. Dit is de meest ideale situatie om in te belanden voor ons. Kijk en zie hoe het een keerpunt in hun jonge geschiedenis is.
Het maakt weinig uit wiens kant we kiezen, we zijn hier voor degenen die onze hulp willen. We zijn hier om invloed uit te oefenen op de uitkomst van dit samenzijn."
"Proef ik enige nieuwsgierigheid? Een verlangen op je tong om te zien wat de toekomst te bieden heeft? We zijn oud en jij voelt de behoefte om je in jong gedrag onder te dompelen. Opmerkelijk, we maken er notitie van."
"Willen jullie beweren dat jullie niet dezelfde behoeftes hebben? Kunnen jullie er voor uitkomen wat er speelt in die holle leegte van je hart en wezen? Dit is wat we allemaal willen."
"We hebben alle tijd van de wereld."
"Nu wachten we af tot ze naar ons komen."
* Het genootschap bewandelt de geschiedenis-in-wording en geniet van het moment. Het is een bittere lucht die ze inhaleren, maar het voelt aan alsof ze worden hergeboren in een nieuw onzeker tijdperk. Klaar om vol te stromen met een nieuwe wereld, en niet angstig om de wereld weer te verlaten als het hen uitkomt.
Individueel waren ze in hun tijdperken verwarrende grootsheden vol potentie, in dit tijdperk zijn ze nieuw en oud tegelijkertijd. Ze zijn moe. Ze wachten te lang. Ze weten wat ze gaan doen in welk scenario ook werkelijkheid word.
Een van de officieren komt terug van het crisisberaad met Lord Dreamer en geeft de nieuwe orders door. De vijand moet van de muur af kosten wat het kost. Er is afgesproken dat de boogschutters een spervuur aan pijlen gaat verzorgen waaronder de Pretorian Guards de bestorming kunnen uitvoeren.
Na dat alle Guards op de hoogte zijn, geeft de officier het teken aan de boogschutters. Pijl na pijl vliegt richting het vijandelijke gedeelte van de muur. De Orcs , Goblins en andere troepen duiken ineen onder de golf van pijlen. Dat klinkt de wel bekende en gevreesde hoorn van de Pretorian Guards en strijd vangt aan.
De Pretorian Guards stormen onder dekking van de pijlenregen en hun eigen karakteristieke rechthoekige schilden naar de plaats waar de vijand zich ophoudt. Man tegen man gevechten breken uit als de Pretorian Guards door de verdedigende stelling breken en zich op de vijand storten. De verliezen zijn zwaar, maar ze geven niet op.
Ze weten het voorelkaar te krijgen dat de vijand zich nog maar kan concentreren rond twee torens terwijl de andere torens snel in brandt worden gestoken en worden vernietigd. Dan klinkt nogmaals de hoorn en trekken de overgebleven Pretorian Guards zich terug naar de laatste verdedigings linie op de muur die nu weer voor het grootste gedeelte in handen is van de verdedigers.
Verplegers en magiers buigen zich over de gewonden en proberen die zo goed als het kan te helen. De doden worden eervol bijgelegt in het al overvolle mortuarium. Lord Dreamer is tevreden.. Z'n Elite troep heeft zich weer eens bewezen. De vijand is grotendeels terug gedreven op de muur. Het wachten is nu op de volgende stap en op hulp. Hulp die zo hard nodig is maar die oh zo moeilijk is te krijgen.
Gegroet, mijn naam is Illidan. Ik heb deze man opgepikt vanuit de Tarag of Aegas. Hij heeft dringend hulp nodig. We moeten voort maken, voor deze strijder zijn laatste adem uitblaast.
* De wachters laten mij door en verwijzen mij naar het hopitaal. In het hospitaal is het druk. Veel gewonden zijn gevallen in de strijd om de muur. Er komt een arts aangesneld die portier onmiddelijk herkent. Het is de arts waaraan portier zijn kruidenmengsel ter beschikking heeft gesteld. De arts kijkt mij bezorgt aan, maar ik stel hem gerust.
Wees gerust, hij komt er wel bovenop. Ik zal mijn magie aanwenden om hem snel te laten beteren. U moet mij snel een bed verschaffen.
* De arts klinkt instemmend. Hij loopt weg en komt binnen de minuut terug met de mededeling dat hij een bed klaar heeft staan. Ik draag portier richting het bed en leg hem daar ter ruste. Ik grijp in mijn buidel en haal een soortgelijk kruid tevoorschijn dat portier al eerder aan de arts had laten zien. Snel en vakkundig behandel ik portier. Na de behandeling houd ik mijn hand op het voorhoofd van portier en prevel enkele woorden. Mijn hand gloeit op, maar er is geen directe verbetering te zien bij portier.
Laat hem zo liggen, over een half etmaal zal ik wederkeren en zal hij behoorlijk gebeterd zijn. Mocht hij voor die tijd al bij kennis komen, geef hem wat te drinken uit deze fles.
* Nadat ik de arts een drinkfles heeft overhandigd kijkt ik de arts vragend aan. De arts knikt begrijpend en ik loop het hospitaal uit. Op het plein zie ik een strijder staan. Zijn uitstraling is enorm, hij moet het zijn. Ik loop op hem af en de strijder draait zich om.
- "Gegroet, ik heb u hier nog niet eerder gezien heer. Geef mij kennis van uw identiteit en uw achtergrond."
Heer, het is mij een eer u hier te zien. Ik ben blij dat u het kasteel niet verlaten heeft, uw steun aan de manschappen is enorm. Laat ik mij voorstellen. Ik ben Illidan, Illidan the Green, magiër van elfse afkomst. Ik heb gezien hoe portier zijn oude strijdgenoten ontmoette, maar ik was reeds op de hoogte van de macht van het kwaad waarin zij verkeerden. Portier is voor de keuze gesteld, maar niet gezwicht. Hij is aangevallen door de anderen, die dichtbij het strijdveld volledig in de macht van het kwaad vielen. Hij is ernstig gewond geraakt, zal tijdelijk buiten gevecht gesteld zijn, maar mijn helende krachten doen inmiddels hun werk. Hij zal weldra weer aan onze zijde vechten, een waardig strijder met grote krachten. Wat mij zorgen baart is de andere drie. Deze strijders zijn groot, maar volledig in de macht van het kwaad. Het zijn nieuwe wapens in deze moeilijke strijd.
* Lord Dreamer kijkt mij enkele ogenblikken verbaasd aan.
- "U weet veel, Illidan the Green. Wat bracht u in deze strijd?"
Ik ken portier al vanaf zijn geboorte. Ik kom uit het land van de heer van Eregdos. Portier heeft mij niet herkent doordat ik mijn identiteit tijdelijk achter heb gehouden om te testen of portier zou zwichten voor het kwaad. Ik had niet anders verwacht dan dat hij zou kiezen voor het goede. De andere strijders zijn zwakker, ik kon ze niet meer redden. Als ik de strijd aan had moeten gaan met de kwade persoon die hen in zijn macht heeft zou ik mij te vroeg hebben prijsgegeven.
* Lord Dreamer kijkt mij begrijpend aan.
- "Ik ben blij u hier in ons midden te hebben, wij kunnen alle hulp gebruiken. Zoals u ziet is een deel van de muur nog in handen van het kwaad, al is een groot deel reeds ontzet."
Ik weet ervan heer. Laat ons de raadszaal betrekken. Ik heb reeds nog vele vragen die u kunt beantwoorden.
...Amateurs
Atrimar legt een pijl aan op zijn boog en legt aan. Met een zingende klak slaat de pees op zijn armbeschermer als de pijl de boog verlaat. Met een jammerkreet springt de getroffen man achter de boom vandaan, en kan nog net een vloek uiten voordat de volgende pijl zich door zijn keel boort. Gorgelend slaat de man tegen de grond en komen er drie op Atrimar afgestormd.
Grijnzend werpt Atrimar zijn boog tegen de grond en trekt zijn tweezwaard van zijn rug af. De drie kijken elkaar vertwijfeld aan en beginnen te proberen Atrimar in te sluiten.
Ik geef jullie een kans om deze plek te verlaten, de andere optie is degene die jullie kameraad al heeft gevolgd.
De mannen schertsen Atrimar.
Het is drie tegen een vent, je maakt geen kans, geef het op en je over.
Atrimar lacht, een kil geluid zonder emotie, en begint zijn zwaard rond te wervelen.
Dan dansen we, tot jullie dood.
De grootste van de drie probeert met een aanval Atrimar op het verkeerde been te zetten, maar hij struikelt, en verliest zijn evenwicht. Met een enkele houw van zijn zwaard slaat Atrimar de man's zwaardarm net onder de elleboog en het vlijmscherpe lemmet snijdt een diepe, bloedende wond.
Vertwijfeld proberen de andere twee tegelijk een aanval, en even lijkt het erop dat ze succes hebben, Atrimar moet de grootst mogelijke moeite doen om de twee af te houden. Dan blijkt het allemaal schijn te zijn en slaat Atrimar beide aanvallers neer. Hij veegt zijn zwaard af aan het kleed van de kleinste en loopt dan naar de eerste aanvaller.
Ik stel voor dat je terugkeert naar je meester, en hem duidelijk maakt dat hij maar beter kan ophoepelen.
Met ogen groot van angst rent en struikelt de man in de richting van zijn kamp, Atrimar alleen achterlatend met zijn gevallen kameraden.
Atrimar geeft de doden een laatste groet en haalt zijn boog op uit de struiken. Omzichtig controleert hij of de boogpees nog goed is, en vervolgt dan zijn zoektocht naar het spoor van Phoenixx.
Als hij deze heeft gevonden vervolgt hij zijn weg, nog meer op zijn hoede, op weg naar Taveerne de steigerende pony (voorm. Fantasy shop)
Zoals u kunt zien (zegt Lord Dreamer) zijn we erg druk in gevecht, dus veel tijd voor groot
overleg is er niet, maar u had wat vragen. Als u ze stelt dan kan ik ze misschien beantwoorden.
Inmiddels worden er nu sporadisch pijlen over en weer geschoten en blijft iedereen wachten op
de volgende stap die er genomen wordt.
- "Ik zal u naar de kamer leiden. De kamer is nog steeds in dezelfde staat gelaten als die was toen hij zo plots het kasteel verliet. De kamer stond al jaren leeg en heeft nooit een functie gehad."
* Samen lopen Lord Dreamer en ik richting de kamer van de oude magiër. We moeten enkele trappen op als plots Lord Dreamer stilhoudt voor een deur. Als hij de deur van het slot haalt en openduwt piept en kraakt de deur aan alle kanten. Voorzichtig stap ik naar binnen, dikke lagen stof dwarrelen op. Ik spreek enkele woorden, Lord Dreamer kijkt nietbegrijpend naar mij, maar op hetzelfde moment ontvlammen 3 toortsen die zich in de kamer bevonden.
- "Dit is de kamer waar hij verbleven heeft. Niets is verandert sinds hij verdween."
Prima, dan trek ik mij hier terug voor enkele uren. U zult mij vanzelf zien verschijnen. Ik heb slechts twee gunsten die ik u wil vertellen. Portier ligt in de ziekenboeg, mijn helende krachten zullen hun werk ondertussen gedaan hebben. Wilt u naar hem toegaan en hem vertellen dat Illidan hier is en dat ik de onbekende ruiter was. Hij zal mij op willen zoeken, maar ik verzoek u hem tegen te houden. Laat hem vechten tegen de ondoden, hij is hard nodig in de strijd. Mijn tweede gunst is om Bar_the_Grey te zoeken en hem op de hoogte te stellen van mijn aankomst hier. Vertel hem slechts dat ik op het spoor ben van de oude boeken van Ambar-balan, de ware kracht van de aarde. Ga snel Lord Dreamer, uw hulp is geboden aan het front en mijn taak ligt hier en gebied snelheid.
* Lord Dreamer kijkt mij begrijpend aan.
- "Ik zal uw gunsten uitvoeren. Mocht u nog iets nodig hebben, laat het mij horen. Als het in het voordeel van het goede is zal het u aan niets ontbreken."
* Als Lord Dreamer door de deur verdwijnt naar beneden om de boodschappen door te geven ga ik snel op zoek. De oude magiër was geen onbeduidend persoon, maar de kracht die hij ontdekte was groter dan hijzelf. Hij werd er het slachtoffer van. Moge de goden mij bijstaan in deze. Deze ontdekking zou wel eens cruciaal kunnen zijn.
U moet illidan zijn als ik me niet vergis?
* Bar_the_Grey legt de boeken op het bed neer en steekt zijn hand uit voor een begroeting. Illidan inmiddels van de overrompeling bekomen, lacht vriendelijk terug en schudt de aangereikte hand.
In hoogst eigen persoon, en U bent Bar The Grey, de Questor?
Jazeker. Ik had uw komst niet verwacht, maar ik neem aan dat U hetzelfde idee hebt als ik?
* Bar_the_Grey besloot Illidan niet te vertellen van zijn eerdere bevindingen, deze zouden te schokkend kunnen zijn en waaraan ze nu op het punt stonden te beginnen was een reine geest en gedachte essentieel, zeker als ze dit levend wilden volbrengen.
Mijn beste ik weet dat U op zoek bent naar de boeken van Ambar-Balan. Daarom heb ik deze kamer laten verzegelen. We komen hier enkel uit als we ons gezamelijk gaan bezig houden met de research. Natuurlijk is deze voorzorgsmaatregele niet enkel genomen voor onzer beider veiligheid, maar voor allen die momenteel in het kasteel aanwezig zijn, nou ja niet allemaal als U begrijpt wat ik bedoel.
Hoever bent U gevorderd met uw research? Ik heb al de nodige boeken in de Yrrabtaal doorgelezen, de belangrijkste liggen op het bed. Maar laten we het ons eerst even comfortabel maken voordat we aan de slag gaan. Mag ik U een glasje Ranja inschenken? Een waarlijk voortreffelijk drankje gemaakt op waterbasis.
Nou dat klinkt niet slecht Bar The Grey.
Ach, noem me maar Questor, we gaan tenslotte nu onderzoek plegen.
* Bar_the_Grey schonk twee glaasjes in en de beide magiers begonnen een boeiend gesprek.
* Daron hoordde de twee magiers binnen praten, het was onduidelijk wat er gezegd werd want de Questor had een verbasteringsbezwering losgelaten waardoor woorden onherkenbaar klonken. Hij had zijn taak volbracht en de Magier veilig en wel afgeleverd bij deze kamer. Twee Pretoriaanse Guards namen nu zijn taak over en kon hij eindelijk de tweede opdracht van de Questor vervullen. Een opdracht die hem op het lijf was geschreven. Trots keek hij nog eens naar het machtige zwaard wat hij in bruikleen had gekregen. De witte runes dansten voor zijn ogen. de Magie droop er bij wijze van spreke vanaf.
Vrouwe, heeft U gevonden wat U zocht?
* Dala overhandigde aan haar Dienaar het kistje dat ze tot volle tevredenheid gevonden had in Onderin de kerkers (sub - Het Kasteel van LD).
Aan de slag heren magiers, jullie werk kan beginnen.
* De verschijning van de Godin verdween tegelijkertijd met het heldere witte licht dat tot voor kort de kamer vulde.
* Dala voelde de aanwezigheid van een nieuwe entiteit. Een andere God of Gedaante ze wist het niet zeker. Na het achterlaten van het kistje beeindigde ze haar fysieke aanwezigheid en tastte gedragen door de wind het slagveld af. Het was overduidelijk. Een nieuwe speler maakte zijn opwachting op het speelbord der Tijd. Dala probeerde mentaal contact te leggen om erachter te komen wat de beweegredenen konden zijn van een gelijke om zich te mengen in de gebeurtenissen.
[Dit bericht is gewijzigd door Dala op 10-02-2003 16:28]
Bij de ziekenboeg aan gekomen blijkt dat Portier inderdaad weer aan de beterende hand is en Lord Dreamer verteld hem het verhaal van de onbekende strijder en de reden waarom die zich niet wilde onthullen.
Portier begrijpt dat hij niet naar de magiers kamer toe kan en begeeft zich samen met Lord Dreamer naar de belegerde muur toe. Tja zegt Lord Dreamer. De situatie is duidelijk. we moeten dat stuk muur terug hebben, lukt dat dan winnen we de slag, aangezien de vijand dan helemaal opnieuw moet beginnen met het maken van stormtorens en nieuwe troepen aan moet voeren.
"Ja, de Aboriginals kennen hun Droomtijd, wij kennen het Astrale Vlak en er zijn verschillende stammen in Afrika die dit fenomeen hebben ondervonden en een naam hebben gegeven. Ik denk niet dat we ooit voldoende informatie hebben verzameld om te kunnen concluderen dat alle vormen die het heeft aangenomen via dezelfde wegen lopen. De overeenkomst is dat ze allemaal een zeer beperkte toegang verlenen. Het is slechts een handjevol die deze werelden kunnen bezoeken en er gebruik van durven maken. Het is het rijk van de geest. Er zijn veel figuren geweest die verschillende aspecten hebben proberen te definieren. Volgens velen verloopt telepathisch contact langs die werkelijkheid, via dat kanaal."
"We lopen geen gevaar. Twee van ons hebben de mogelijkheid om dit bestaansvlak te benutten. En volgens hen is de rest voldoende beschermd tegen contact van buiten het genootschap. We zijn veilig. Als groep en als individu."
"Maar aan wie is de boodschap dan gericht?"
"Aan degene die zich er open voor had gesteld. Het is hij die het doorschakelde naar de rest van het genootschap. Als we een antwoord willen geven zal dat via onze vriend moeten gaan."
"Hij weet wat hij moet doen. Hij weet wat wij van hem verwachten."
"En de tweede dan? Als deze zich ook over soortgelijke kanalen beweegt met behulp van psychische mogelijkheden, waarom..."
"Omdat ik me weet schuil te houden. Ik beheers de gaven tot in de kleinste details. De geest is geen probleem voor mij. Niet meer, niet nu. Ik weet hoe ik die wereld van de geest kan manipuleren. Mijn telepatie, als je het zo zou willen noemen, is van een uitermate hoog niveau, vergeleken met de psychische mogelijkheden waar anderen over beschikken. Ik ken mijn beperkingen en heb mijn geest zo weten af te schermen dat mijn aanwezigheid bijna voor elk wezen dat gebruik maakt van dat niveau, van dat bestaansvlak, onmogelijk is waar te nemen of op te merken. Voor figuren die beschikken over telepathie ben ik een blinde vlek."
"Onze plannen blijven met hun hulp afgeschermd en onze geheimen blijven binnen onze groep. Zoals al eerder gezegd: we zijn veilig, als individu en als groep. We zijn als groep geen blinde vlek, er is slechts een van ons die onzichtbaar is voor de geest, maar het is vrijwel onmogelijk om een diepgaande test op ons los te laten. Voor zover bekend is er niemand in staat om te diep onze geesten binnen te dringen."
* Een figuur van het genootschap twijfelt niet, na het uitleggen van de situatie, om een boodschap terug te sturen naar de onbekende entiteit die via deze onzichtbare kanalen beweegt. Het is een zware klap die zowel woorden als emoties bevat, als het kort samen zou kunnen worden gevat zou het iets weg hebben van een waarschuwing... en een dreigement, om de zonderlinge groep en haar individuele leden met rust te laten en contact via de corporele wereld te zoeken. De gevolgen voor het negeren van de waarschuwing zijn onbekend, maar degene die contact zoekt zal er een formidabele vijand bij hebben.
* Een paar Kjeldoran Knights gaan via de norder poort naar buiten en sluipen over het slagveld naar de plek waar het genoot schap zich bevind. Ze weten dat het genootschap hun allang heeft bemerkt , maar hun sluipgedrag is meer bedoeld voor de vijand dan voor de gene waar ze naar op weg zijn. Bij het genootschap aangekomen roepen ze zacht dat ze in vrede komen voor hulp. Ze leggen de situatie uit en vertellen het genootschap van de "duistere" "naamloze" "meester" en van de gedrochten in de kerkers. Ze laten merken dat de situatie erg dringend is aangezien als het kasteel valt en de krachten der duisternis zich samenvoegen met de creaturen en machten in de kerkers het leed niet meer te overzien is. De chaos zal dan het eiland overspoelen en elke vorm van normaal leven onmogelijk maken. demonen zullen de zielen van de mensen voor zich zelf vangen en hun lichamen als vlees beschouwen. De hel zal werkelijk worden op het eiland.
* De Kjeldorans weten niet wat ze van het tot nu toe neutrale genootschap kunnen verwachten, maar hopen dat dit genootschap naar eigen inzicht zal handelen en zal helpen de strijd ten goede te keren.
"Breng ons naar jullie leider. Er zijn zaken die moeten worden besproken. De keuze is gemaakt, en vanuit hier gaat het verhaal voor ons verder. We zullen zien hoe we jullie het beste kunnen helpen."
"Wij kiezen voor onze eigen weg in deze strijd."
* Het onstoffelijke netwerk van gedachtenwisseling dat bestaat tussen de onderlinge leden van het verwarrende genootschap, draait op volle toeren. Ze wisselen zonder ook maar een enkele spier zichtbaar te gebruiken een stroom van informatie met elkaar uit. Ze bedenken nieuwe mogelijkheden in een nieuwe wereld en vormen een patroon dat net zo snel weer moet worden afgebroken omdat het niet op de huidige situatie kan worden toegepast. De acht leden van de groep stemmen zwijgend in met hun woordvoerder. Waar het hen heen brengt is nog onbekend, maar ze hebben zich te houden aan de afspraken die ze samen hebben gemaakt, de plannen die ze samen hebben gesmeed en de wereld die ze elkaar hebben beloofd.
Lord Dreamer loopt naar de Kjeldoran Knights toe en ziet dat zij een groepje mensen/wezens heeft meegebracht. Dat zal het genootschap zijn waar Quantarianth het over had.
Welkom in het belegerde kasteel, Sorrie dat ik u niet een eervollere ontvangst kan geven, maar tja we hebben het nog al druk met het in leven blijven en het strijden tegen de duistere krachten.
Ik moet toegeven dat ik u niet had gezien, maar gelukkig was m'n draak zo kien om uw aanwezigheid door te geven. Hopelijk kunt u ons een handje helpen in de strijd. Er zitten twee magiers in de magierskamer in het kasteel en voor de rest zijn het strijders, sommige met wat magische kunsten maar de meeste zijn echte vechters.
Ik hoop dat de Kjeldoran Knights u allen al meer informatie hebben gegeven over de situatie. En laat ik het zo zeggen, Ik ben blij dat u de afweging heeft gemaakt, want aan onze zijde is alle hulp welkom en wordt zeer gewaardeerd.
* ondertussen zijn er wat Pretorian Guards naderbij gekomen en die houden met hun schilden wat verloren geraakte pijlen tegen die luk raak overal heen worden geschoten door de vijandelijke boogschutters bij gebrek aan een goed doelwit.
[Dit bericht is gewijzigd door pluisje op 10-02-2003 20:40]
"Dit is waarlijk een unieke ervaring. Ik verbaasde me, wij verbaasden ons, over de mate van geweld en activiteit die hier op deze lokatie plaatsvond... of is het gepaster om te zeggen plaats vind? Ik moet eerlijk tegen u zijn, het doet ons weinig wat er op het slagveld gaande is. Al wat wij doen staat open voor de interpretatie van anderen. Wij weten wat wij doen, zoals u zult weten wat u doet. Beoordeel ons handelen niet met uw gelimiteerde denken. Het is vrijwel zinloos om te filosoferen over wie we zijn en wat we hier doen, vooral omdat u nooit zekerheid zult krijgen tenzij wij die u verschaffen. We komen uit totaal verschillende werelden."
* Een van de andere vreemdelingen doet een stap naar voren en steekt een hand uit naar de heer des huizes. Het is een zwijgende aanbieding om deze te schudden in tal van culturen. De spreker gaat verder met zijn toespraak...
"Doe wat u goeddunkt. Wij volgen ons eigen plan, zoals u uw eigen plan en pad volgt, maar laat mij u geruststellen. Wij staan niet aan de kant van uw vijand. Dit is uw verleden, uw heden en waarschijnlijk is het ook uw toekomst."
Ik weet dat ik niets mag verwachten, maar het feit dat u niet aan de kant van mijn vijand staat doet mijn hart gerustellen. Het feit dat u hier bent gekomen zegt mij en Ik spreek voor allen hier aanwezig genoeg.
Wij blijven vechten voor onze toekomst, en hopelijk voor een deel ook de uwe. Mag ik u een verblijfplaats aanbieden in het kasteel ? of wenst u liever uit het zicht te blijven.
* Lord Dreamer laat door een bediende het heugelijke bericht naar de keuvelende magiers brengen en ook de rest van de strijders worden op de hoogte gebracht.
"U heeft bondgenoten, is het niet?"
* De vraag is simpel en direct. Maar het antwoord is een misleidende vorm van informatie-inwinning. Inhoudelijk gezien is het al duidelijk, het is wat de kasteelheer kiest aan zijn woorden dat voor hen het uiteindelijke antwoord is.
Ze voelen zich gerust gesteld in de wetenschap dat ze zich volledig kunnen afzonderen van deze nieuwe wereld waarin ze zich op dit moment bewegen. Het is een zege die ze zichzelf hebben opgelegd, iets dat ze zelf hebben weten te ontwikkelen. Het primaire doel van het individuele lid is tevens het primaire doel van het collectief. Het is een heerlijke ervaring voor elk van hen om te weten dat ze een zekere kracht kunnen uitoefenen. Een oude les die ze hebben geleerd is erg waardevol. Wie iets beheerst, heeft de macht om iets te vernietigen.
Ja die hebben we hier.
* kijkt naar het genootschap. Hij is niet zo'n prater, hij doet liever wat, en op dit moment valt hij liever die gasten op de muur aan dan een psychisch analitisch onderzoek te ondergaan. Maar hij moet geduld hebben, veel geduld.
* De vreemdeling glimlacht vriendelijk en kijkt de kasteelheer recht in zijn ogen aan. Het is een allerminst koele blik, sterker nog, er zit een zeker sympathie verborgen achter de ogen van de vreemdeling. Suggestief dansen de woorden over zijn tong de boodschap is pijnlijk en aanvallend. Het is een regelrechte aanval op de persoonlijke integriteit van de kasteelheer. De groep is zich daar goed van bewust, ze spelen nu het schaakspel mee, maar niet langer passief. Verwarring is een heerlijk instrument om te gebruiken heeft de groep besloten. Er is niets uit hun houding dat het idee geeft dat deze figuren zich bedreigt voelen of ook maar klaar staan voor de gevolgen van hun uitspraak. Ze staan er nog net zo bij als op het moment dat ze het kasteel betraden.
"Wat denkt u nu? We zijn erg nieuwsgierig."
Als u een geestelijke oppepper als vergif beschouwd dan mag ik zeggen dat het heerlijk is.
* Lord Dreamer heeft een hekel aan dit soort spelletjes, maar is wel zo eerlijk om het mee te spelen, ten slotten is hij de "witte heer" in dit chaotische schaakspel
"Ik denk niet dat u ons begrijpt."
* De spreker zwijgt en een ander lid neemt zijn rol over, met dezelfde houding en met dezelfde inhoudsloze glimlach stapt hij naar voren. Zijn rol is onduidelijk, voor iedereen behalve de zijnen. De woorden rollen over zijn tong en met een zekere finesse brengt hij ze naar buiten.
U bent in contact gekomen met een giftig element. Vertel ons, wat denkt u? Wij zijn nieuwsgierig. Wilt u... onze hulp?"
* Stilte is wat volgt. Een kans om te reageren, om inzicht te verwerven en om de volgende stap te zetten. Dichter naar het doel, dichter naar waar ze willen zijn. Ze gaan verder om terug te gaan, hoe paradoxaal bijna.
Het element in deze is vertrouwen. vertrouwen heelt de ziel en reinigt het lichaam. Het kan een gif zijn, maar misschien misschien ook niet.
* Lord Dreamer heeft een rotsvast vertrouwen in zichzelf. Hij begint dit eigenlijk wel leuk te vinden. Z'n geest even afgeleid van de slachtpartijen in het veld en op de muur, even ontspannen
* Een vreemdeling gehuld in een donker gewaad staat op de kasteendeuren de bonken.
BONK BONK BONK
Snel doe open doe open, roept de vreemdeling. Ik wordt achterna gezeten help me.
De kansen die er voor hen opengaan zijn talloos. Het doet zijn metgezellen goed te weten wat de reactie van de kasteelheer is. Het is, zoals al het voorgaande, waardevolle informatie. Over het netwerk raast het beeld van een tanende man die met moeite om hulp vraagt. Het amuseert hen, het moedigt hen aan. Ongeloof is een heerlijk wapen om misbruik van te maken. Vertrouwen is het masker waar de grootste vijanden van dit tijdperk zich schuil kunnen houden. Dit biedt hen ontelbaar veel mogelijkheden. Het vooruitzicht om talloze scenarios te evalueren is geen last maar een zegen.
Het laatste dat er over het netwerk glijd en zich over de leden verspreid is de boodschap dat alles verloopt naar schema, geen problemen, alleen maar een positieve kijk op de zaken. En een eenzaam woord, een naam, een verdwaald concept dat voor het netwerk vreemd is maar elk van de leden herkenning vind... Danu
* één van de bedienden open de noorder poort waar de vreemdeling aanklopt. hij verteld hem dat het kasteel midden in een belegering zit en dat het knap gevaarlijk is om zomaar buiten rond te lopen en hij laat hem binnen , binnen is die vreemdeling hopelijk wat veiliger dan buiten de muren
[Dit bericht is gewijzigd door Lord Dreamer op 10-02-2003 23:27]
Soms doet ze dat, jammer dat ik geen tijd had om je voor te stellen. Waar waren we ook alweer gebleven? Oja, je was aan het vertellen. Dus je neemt de Tong van een Slaad en kookt die in een mengsel van water en Bitrosanicielucum en dan?....
Vergeet niet het scheutje drakebloed, Questor!
Natuurlijk, natuurlijk. En dan doe jij er altijd elvenzang bij en voegt er een haar van een Dryad toe neem ik aan?
Jazeker, dat is zo, het verhoogt de duur van de drank met zeker nog een aantal uren.
Fascinerend, werkelijk waar. Nog een glaasje Ranja? Heb je trouwens ooit eens een pijp gerookt met Aljocha tabak? Ik ben zo voortuinlijk van geluk dat ik deze in mijn bezit heb, weet je hoe ik daar ben aangekomen? Het is een heel bijzonder verhaal op zich. Ik was in de Dal der Verschrikkingen op onderzoek als Questor, toen....
* Tijd vervliegt en de beide Meester Magiers vullen de tijd met elkaar belevenissen te vertellen. Ze kunnen het schijnbaar erg goed vinden met elkaar. Je zou haast denken dat ze hun taak vergeten, maar schijn bedriegt. Terwijl ze aan het praten zijn, hebben ze beide een leeg boek voor zich op schoot en in de hand een ganzeveer gedrenkt in een roodachtige substantie. Tussen hun beide in staat op tafel een potje met die roodachtige substantie. Magie in de meest pure vorm, Drakebloed. Ze zijn bezig met het schrijven van bezweringen, een taak die veel tijd vergt maar waar je nog niet volledige concentratie nodig hebt. Ze hebben trouwens nog geen haast want in de kamer is een tijdsbezwering van kracht. De tijd gaat er langzamer dan buiten de kamer. Terwijl beide Meester Magiers opgaan in hun bezigheden voelen ze beide de plotselinge verandering op het eiland. Een moment van samensmelting van twee oerkrachten. Ook al gebeurd het ver van hun kamer, ze voelen de gebeurtenissen bij de Taveerne de steigerende pony (voorm. Fantasy shop) haarfijn aan.
Interessant en fascinerend!
Ik zou zelfs willen zeggen hoogst fascinerend, mijn beste.
* Bar_the_Grey kijkt een moment naar het kistje dat voor hem op tafel ligt. Het begint licht te trillen. Beide Magiers staan op en nemen een afwachtende houding aan. Dan is het weer stil.
* Een moment later zijn de beide heren weer zoals vanouds verwikkeld in een aangenaam gesprek over van alles maar met name magie. Alsof er niets gebeurd is.
Maar eerst zijn er andere zaken die urgent zijn. De muur is nog steeds in handen van het addergebroed. Een groep dappere strijders probeert keer op keer om de groep aan te vallen, maar elke aanval wordt afgeslagen onder luid gejuig van de aanwezige ondoden. Pijlen vliegen nog nauwelijks richting de groep. Ze hebben een muur van schilden aangelegd waardoor het bijna onmogelijk is om nog doel te treffen.
Plots krijg ik een ingeving. Ik kijk om me heen en zie duidelijk dat het een goede kans behoeft. De muur waar de wezens hun plek ingenomen hebben is kaal, er zijn geen andere gebouwen in de buurt. Ik ren naar een bevelhebber en vraag hem 5 sterke mannen. Hij roept eenmaal en binnen de seconde staan er 5 mannen gereed. Ik leg ze mijn plan uit. In de hoek van staat een grote wagen met hooi. Het droge gras kan een fantastische aanval zijn op de aanvallers.
Samen met de 5 mannen duwen we de wagen in positie. Als de wagen gereed staat laat ik de mannen de verdedigers op de muur en de verdedigers rond de muur waarschuwen. Ik neem enige afstand en wacht een moment. Nu is het goede moment, de verdedigers hebben zich teruggetrokken. Met een flits vliegt een brandende pijl door de lucht. Zo gauw de pijl de wagen bereikt vat het hooi onmiddelijk vlam. Het vuur grijpt razendsnel om zich heen en de kar verandert al snel in een enorme vuurzee. Anderen kijken verschrikt naar het tafereel, maar deze worden direct gerustgesteld door degenen die op de hoogte waren van de actie. Het nieuws verspreidt zich net zo snel als het hooi vlam heeft gevat.
Het was een actie met risico, maar het was het zeker waard. Het vuur klimt omhoog langs de muur en bereikt de groep ondoden die de muur bezet hielden. Afgrijselijk gegil klinkt en gaat door merg en been. Enkele ondoden vallen branden naar beneden en anderen proberen te vluchten. Uit de dekking van de schilden worden ze onmiddelijk belaagd door de aanwezige boogschutters.
Na enkele minuten is het gegil verstomd. Het vuur wordt langzaam minder en het resultaat wordt zichtbaar. Verminkte lichamen van enkele ondoden liggen nog nagloeiend op de muur. Op de binnenplaats liggen zo'n 10 verschroeide lijken en onderaan de andere kant van de muur liggen verschillende verbrande en verpletterde lijken van gevluchte onfortuinlijke orks. Het vuur wordt snel geblust en de lijken worden over de muur gekieperd. Even kijk ik tevreden naar het resultaat. De muur is zo goed als niet beschadigd. Buiten een flinke roetplek is er niets te zien. De muur is weer van ons.
Plots staat Illidan op. De Questor kijkt hem verbaasd aan.
- "Wat is er mijn waarde vriend? Maak je zorgen om iets?"
Voel je dat niet waarde Questor? Niet alleen zijn twee oerkrachten samengevloeid, ook is de poort van het kwaad opengezet. Grote legers marcheren het slagveld op.
* Stilletjes gaat Illidan bij het raam staan. Zijn gezicht staat bezorgd. Van een afstand ziet hij grote groepen nieuwe troepen de heuvel op stromen onder leiding van twee duistere personen. De kracht die zij uitstralen moet voor mensen die daar gevoelig voor zijn tot mijlenver voelbaar zijn.
Ik weet het niet mijn beste Questor. De strijd duurt al lang en het kwaad wordt sterker. De situatie baart me ernstig zorgen. Maar ziedaar! Portier heeft de muur ontzet! Dat is prachtig nieuws, zorgt voor enige rust bij ons en zet onze vijand weer een stap terug. We moeten voort maken mijn beste Questor, de tijd dringt, de toppen reiken niet tot in de hemel. Laat ons doorwerken, zodat ons machtige wapens snel zijn dienst kan bewijzen.
* De Questor knikt instemmend en onder het genot van een glaasje Ranja en een goed gesprek spoeden de pennen zich over het papier om de magische bezwering zo snel mogelijk af te krijgen
Dan klinkt er een kleine ontploffing en uit een van de raampjes van en zijgebouw komt wat rook. Iedereen kijkt verschrikt om als er een oud ventje half verbrand juichend uit het gebouwtje komt.
Heer .. Heer .. het is me gelukt .. Ontploffend poeder. en ik noem het Buskruit.
* Lord Dreamer vraagt hem wat je er mee kan , en hij vertelt dat als je het in een bus stopt en die kant afsluit met een klein gaatje erin en er aan de voorkant een metalen kogel in stopt en dan een lont in dat gaatje stopt en aansteekt. het kruit ontploft en door de druk de kogel wegeschoten wordt. Het kan dus gebruikt worden voor wapens
* Snel laat Lord Dreamer de smeden komen en intrueerd hen met behulp van de "Kruitmeester" hoe ze plof wapens kunnen maken. Lord Dreamer weet één ding. De strijd gaat een nieuwe fase in.
Zullen we dan maar?
Lijkt me van wel. Het zal er toch van moeten komen of we nu willen of niet.
* Bar_the_Grey bonst drie keer op de deur en van de andere zijde wordt een sleutel omgedraaid en de deur slaat open. De Questor en Illidan stappen met beide een volgeschreven boek naar buiten. De Questor draagt ook het kistje met zich mee.
* Aangekomen op de binnenplaats, lopen ze naar het midden en wachten daar geduldig af. De verdedigers op de muren, de burgers op de binnenplaats, de gewonden, alle ogen zijn gericht op de beide Meester Magiers.
* Bar_the_Grey kijkt naar rechts en ziet het Genootschap staan. Hij geeft een eerbiedwaardige knik in hun richting als teken van respect. Dan concentreerd hij zich weer op de dingen die komen gaan.
Leden van de Grijze Raad, uw komst is gewenst.
* Naast de Questor en Illidan verschijnt een blauwe portaal. Hieruit stappen een twintigtal mannen en vrouwen voornamelijk gekleed in gewaden. Een oude vrouw stapt uit de groep naar voren en loopt rustig naar de Questor.
De Grijze Raad is verschenen.
Wees welkom Shagra in het kasteel van Lord Dreamer.
* Vanuit de Drakentoren roert Quantarianth zich, hij ruikt een overbekende geur, een geur die hij in tijden niet geroken heeft.
* Bar_the_Grey zoekt oogcontact met Lord Dreamer, maar deze komt al naar hem toegelopen begeleidt door enkele leden van zijn Pretorian Guard.
Lord Dreamer, dit is de Grijze Raad, magiers van verschillende werelden. volgelingen van de Vrouwe.
Goed, formele introducties doen we later maar, ik wil alle raadslieden op de muren, de vijand staat op het punt een nieuwe aanval te lanceren.
* Illidan is inmiddels begonnen aan het maken van een magisch pentagram. In het midden liggen de twee boeken der magie en het kistje klaar voor de ceremonie.
Dit is vermoeiend. Hoelang moeten we ons nog op de grens begeven tussen handelen en ons afzijdig houden. We bestaan niet als volwaardige spelers, maar hebben met onze inmenging al voldoende aangegeven dat we potentieel hebben om een speler te worden. Het is overduidelijk dat ze iets vermoeden, dat ze vragen hebben, maar ze zijn zo verschrikkelijk...
... richtingloos
Een eigenschap die we kunnen en zeer zeker gaan benutten. De leider, die is opmerkelijk. Die is makkelijk te manipuleren, omringd door mogelijkheden kan hij met zijn onvoorspelbaarheid een gevaar vormen voor het einddoel. Op dit moment is het gewenst om ons terug te trekken en om ons bezig te houden met het opzetten van onze volgende zet... maar onthoud: voor de kasteelheer geen hulp!
Ondertussen zit hij met een vraagstuk. Het vreemde genootschap dat zich niet heeft aangesloten bij z'n vijanden maar ook geen hulp heeft toegezegt, behalve met het stellen van een aantal vragen, die zodanig gesteld zijn dat welk antwoord je ook geeft, het nooit duidelijk is welke kant het op gaat. Hoe kan hij het genootschap zover krijgen dat ze hem tijdwinst opleveren of de vijand verzwakken.
Normaal gesproken zou hij een opoffering maken om het genootschap te dwingen in te grijpen, maar met alle vrouwen en kinderen en anderen in het kasteel kan hij die afweging niet maken. Machteloosheid is het woord. Er is te veel gebeurt en hij is de controle kwijt. Hij voelt zich als een pion van de goden in een eeuwigdurend schaakspel.
Ik ben vergiftigd , zegt het genoodschap. Het moet geestelijk gif zijn, misschien komt daar de machteloosheid vandaan ? Hij vloekt een keer. Het is geestelijk. Ik moet wat doen met ze, maar wat.
* Lord Dreamer kijkt over het slagveld, en telt in z'n hoofd de getallen van de offers van beide zijden. Is dit het allemaal wel waard vraagt hij zich af.
[Dit bericht is gewijzigd door Lord Dreamer op 12-02-2003 12:25]
Ze komen, ze komen roept hij de hele tijd.
Ik zag ze en ben net kunnen ontvluchten maar ze komen eraan, we gaan er allemaal aan.
ALLEMAAL.
Overspannen stort de vreemdeling in elkaar
* Een groot deel van z'n legermacht is verloren gegaan in de strijd en het enige dat hij nog heeft zijn de krijgsmachines, constructeurs en wat elite troepen. En toch is de "Meester" niet kwaad. Sendero snapt er niets van. De "Meester" laat weten dat het allemaal deel uitmaakt van het plan en dat het juist goed is dat de troepen nu weg zijn van de muur.
* De "Meester" laat aan sendero zien wat er komt: Een groep van ondoden samen met twee strijders met oeroude krachten en de Valheru zullen de volgende stap uitvoeren . Sendero glimlacht. Hij is zelf maar een normale man, amper vermogens in magie, maar bedreven in strijdkunst.
* Sendero roept z'n overgebleven troepen bijelkaar en laat z'n kamp goed beveiligen als de constructeurs aan de Trebuchets beginnen. Het kasteel zal merken wie er goed is in belegeringen en het systematisch afbreken van een Kasteel.
De belegering gaat verder.
Sendero! Stel je overgebleven manschappen op aan de flanken van de belegerde muur. Zorg ervoor dat je trebuchets en andere belegeringsmachines uit het zich, en bereik van pijlen staan, en draai een 6 uurs wacht.
Atrimar gaat naar de aanvoerders van zijn troepenmacht en rolt een groot papier uit. Daaorp begint hij te tekenen. Muur voor muur verschijnt het Kasteelplan zoals Atrimar deze kent. Zwakke en sterke plekken worden uitgelicht, en de aanvoerders buigen zich over het stirjdplan.
Het is de tijd om iets anders te proberen in de huidige verdedigings technieken. De Officier op de Muur geeft een teken naar wat soldaten die beneden staat te stuntelen met een soort onderstel van een kruisboog met daarop een metalen buis. de zogenoemde "plof" bogen.
Ze komen de muur op en stellen zich op bij de schietgaten. naast hun staat een zak met kruit en een emmer met ronde metalen kogels en een doos met proppen. de lonten mogen niet eerder dan op het afgesproken teken worden aangestoken om het effect te vergroten.
De mannen weten nog niet precies wat hun nieuwe wapens gaan uitrichten maar alles wat beter is dan een kruisboog moet wel goed zijn.
De officier kijkt om zich heen en ziet hoe veel rust de mensen uitstralen. Wat er aan aankomt ? Geen idee. Maar ze gaan hun best doen om ook deze aanval te overleven.
Goedkeurend ziet ze dat Atrimar op kundige wijze het beschermende schild van runen al bijna heeft gesloten. Dan speurt ze de gelederen af naar Rutoras. Ze was er van overtuigd dat hij met het macabere leger was meegetrokken... Hoofdschuddend loopt ze naar Atrimar.
"Het bevalt me geenszins, Atrimar.
Ten eerste: waarom heeft de meester ons deze strijdmacht meegegeven, en waar is Rutoras gebleven?
Ten tweede: hoe gaan we het kasteel bereiken als die vermaledijde elfen blijven rondhangen?
Ten derde: ook niet geheel onbelangrijk... waar is de Valheru?
Ik neem aan dat jij het niet bent... jij en draken is geen geweldige combinatie.
Maar wie is het dan wel?
Het zal toch niet de bedoeling zijn dat wij de strijd leveren en hij met de eer gaat strijken?
Toch?"
* Het is duidelijk dat Atrimar dit ook al had bedacht.
Onverschillig haalt hij zijn schouders op.
"We zullen moeten afwachten, Chairin."
* Met een ontevreden gezicht wendt Phoenixx zich af. Ze staart in de richting van het kasteel. Nee, het beviel haar voor geen meter. Vlak voor de elfen hun aanval hadden ingezet, had ze het kasteel en diens omgeving afgetast. Ze had de gespannen energie van de strijdmachten herkend, en de krachtige energie van, naar zij vermoedde, twee machtige magiërs. Maar daar was ze niet bang voor, daar zouden ze wel een oplossing voor weten te bedenken. Nee, het was iets heel anders, iets dat ze niet kon plaatsen. Maar de energie van die persoon, of personen - zelfs dat had ze niet kunnen bepalen - was zo enorm sterk... Dit grote onbekende bleef aan haar knagen.
Goden waren niets vergelijken bij waar hij nu was. De machten waren niet te omschrijven als personen of wezens. Ze waren er gewoon.
Via emoties en herinneringen spraken zij, ze waren altijd aanwezig, bij iedereen. Maar Asschen was nu bij hun. De balans had te lang bij het goede gelegen. Nu was het tijd om die balans om te doen slaan.
De tijd van oorlog en vernietiging zou afgesloten worden door een tijd van duisternis en wanhoop, totdat de machten besloten dat het genoeg was.
Ga heen! Spookte er door Asschen's gedachten. Ga heen, en vervul je lot
Als schaduw keerde hij weer terug op het eiland. Tussen bos en leger kwam hij terecht. In de verte zag hij Phoenixx schitteren. Het mooie wezen had hem bevrijd, en was er met die spierbundel vandoor gegaan.
Hij stond zichzelf die gedachte niet toe. Er was geen tijd voor jaloersigheid. Atrimar kon voorlopig bij haar in de buurt blijven. MAar eens zou ze aan Asschen zijde staan. En samen zouden ze regeren over het zwarte rijk.
De schaduw bewoog zich, en vertrok richting een weg van duisternis.
[Dit bericht is gewijzigd door Asschen_sukar op 12-02-2003 19:59]
Na een tijdje dwalen komt hij iemand tegen en vraagt aan hem om hij, hem tot bij de kasteelheer kan brengen.
Sorrie heer, maar Lord Dreamer heeft het op dit moment erg druk met andere zaken betreffende de komen slag en alle gevolgen van dien en kan zodoende even niet gestoord worden.
Als u zich als vrijwilliger wilt melden , dan verwijs ik u naar de officier van dienst op muur, daar gaan misschien wel de rake klappen vallen als de elven de opmars van het vijandelijke leger niet kunnen vertragen cq stoppen.
Wil u iets anders weten dan kan ik u misschien wel helpen.
* De Bediende wacht rustig tot de vreemdeling besluit wat hij wilt of gaat doen.
De Pretorians hebben ook de spreekbuis voor de bedienden etc op zich genomen om wat meer overzicht te bewaren
Maar ik kom hem ook waarschuwen, er komen meer troepen van de vijand de kant van het kasteel op. Ik zag ze toen ik aan het vissen was, ze hadden me te pakken en gevangen genomen maar wegens onvoorzichtigheid ben ik na 3 dagen gelukkig kunnen ontsnappen.
Tijdens mijn gvangenschap heb ik echter wel opgevangen dat er zich een spion in het kasteel bevind. Echter weet ik niet wie
Hmm.... Een heel leger zegt u , tja vanaf de muur hadden we het vermoeden al toen de elven het bos aanvielen en er een koepel te zien is. Vooral omdat we daarvoor al twee wezens in rook zagen verschijnen wisten we dat er weer wat op komst was.
Maar nu, de verader cq spion. Kunt u daar wat verder over uitwijden ? Wij zijn wel benieuwd naar uw ideeen omtrent de spion en wie het zou kunnen zijn. Heeft u toevallig nog meer opgevangen dat van nut zou kunnen zijn ?
* De officier wacht geduldig.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |