quote:
Op donderdag 8 maart 2007 12:15 schreef dVTB het volgende:[..]
Toch knap hoe je de werkelijkheid andermaal ZO weet te verdraaien dat je allochtonen/moslims weer in de slachtofferrol kunt drukken. Triest eigenlijk. Het blijkt namelijk duidelijk dat het voornamelijk allochtone loverboys zijn die het vooral hebben gemunt op autochtone meisjes.
Maar ja, je raadt het al: dat is toch *eigenlijk* vooral de schuld van die meisjes. Want het is natuurlijk *hun schuld* dat ze alles mogen en dat ze niet in een burka over straat gaan. Eigenlijk is het op zich al veelzeggend genoeg dat moslims hun vrouwen helemaal inpakken, omdat ze kennelijk anders de verleiding niet kunnen weerstaan, maar dat is even een zijsprong.
Dat die autochtone meisjes SLACHTOFFER worden, is hun eigen schuld. Ja OK, dat die jongens MISBRUIK maken van die meiden is erg, maar ja: natuurlijk lang niet zo erg als hetgeen de slachtoffers op hun geweten hebben. Want die mogen van hun ouders namelijk zelf weten welke kleren ze aantrekken en lopen niet in een burka rond. Dus hebben ze meer schuld dan de DADERS.
Het is werkelijk te bezopen voor woorden wat je hier voor onzin durft op te schrijven.
![]()
Waarom wordt dit soort praktijken nou nooit eens onomwonden veroordeeld, maar komen er altijd 23 'ja, maar's' achteraan?
Heel begrijpelijk dat je bepaalde kleding de schuld wil geven.
Kijk maar:
Loverboy kijkt trucje af van film
Door RAYMOND BOERE & DIMITRI TOKMETZIS
UTRECHT - Pooiers lijken trucjes af te kijken van de televisiefilm Loverboy. In het Utrechtse winkelcentrum Hoog Catharijne wachten jongens kwetsbare meisjes op voor wie zij vervolgens de kleding betalen. Deze truc is verzonnen door de scenarist van de film.
De zoektocht van loverboys naar potentiële slachtoffers blijft niet beperkt tot scholen en hangplekken. Ook in het openbaar vervoer, winkels, fast-foodrestaurants en via msn gaan de pooiers op de versiertoer om meisjes in te palmen.
Ongeveer vijftig studenten van de Universiteit Utrecht hebben onder supervisie van criminoloog Frank Bovenkerk deze souteneurspraktijken in vijftien Nederlandse steden onderzocht.
Hieruit wordt ook duidelijk dat ze soms deel uitmaken van een groter netwerk van pooiers. Ze helpen elkaar aan drugs, panden en geld om te imponeren. Ook ronselen ze onder mannen nieuwe loverboys. ‘Grote jongens’ uit Amsterdam zouden een sturende rol hebben.
Sommige loverboys hebben tussenpersonen die het eerste contact tot stand brengen. De jonge pooiers schromen er niet voor reeds geronselde slachtoffers in te zetten om nieuwe meisjes te werven.
Zo reppen de onderzoekers over een Amersfoortse middelbare school waar wervende flyers werden uitgedeeld door meisjes. Discotheken, jeugdinrichtingen, woonhuizen, coffeeshops en poolcentra zijn ook plekken om in contact te komen met meisjes. In woonhuizen worden feestjes gegeven waar de eerste contacten met meisjes worden gelegd. In Vianen zou een meisje zijn benaderd in de bus.
We will export death and violence to the four corners of the earth in defence of our great nation.